In vergelijking met obligaties zijn Amerikaanse aandelen net zo overgewaardeerd als direct na het knappen van de internetzeepbel en de financiële crisis, stelt vermogensbeheerder DWS in de Grafiek van de Week. Het verschil is echter dat beide beleggingscategorieën destijds als goedkoop gezien werden, maar dat is nu niet het geval.
Het analyseren van relatieve waarderingen is altijd een lastige zaak omdat je het van twee kanten kan bekijken: de ene is te goedkoop, of de andere is te duur. De vergelijking tussen de Amerikaanse aandelen en obligaties doet DWS door het huidige rendement op bedrijfsobligaties af te trekken van het rendement op inkomsten van de S&P 500 (geschatte inkomsten gedeeld door het indexniveau).
Sinds medio mei 2023 is het rendement op die inkomsten lager dan het rendement op obligaties. De laatste keer dat dit gebeurde was in de nasleep van de internetzeepbel (2003) en de financiële crisis (2009). “Maar wat betekent dit? De meest voor de hand liggende conclusie is dat aandelen momenteel duurder zijn dan obligaties. Maar moeten aandelen dan goedkoper worden? Of zijn obligaties te goedkoop? Of zijn beide beleggingscategorieën te goedkoop, zoals een blik op het verleden suggereert. Na 2003 en 2009 waren er immers goede rendementen te behalen met zowel aandelen als obligaties,” aldus DWS.
Wel zeker: de omstandigheden waren destijds heel anders. In beide periodes bevond de rente op Amerikaanse obligaties zich in een neerwaartse langetermijntrend. De inflatiezorg zat immers diep verankerd in de Fed en het ruime monetaire beleid van de Amerikaanse centrale bank is voorlopig voorbij. Bovendien is de staatsschuld in de VS nu bijna twee keer zo hoog als in die voorgaande periodes en het begrotingstekort zal in 2023 en 2024 waarschijnlijk weer boven de 5% uitkomen.
Analisten zijn weer eens optimistisch
En dan is er nog een verschil: Het karakter van de cyclus. Het uiteenspatten van de internetzeepbel en de financiële crisis troffen de economie hard. Het daaropvolgende herstel was echter navenant sterk. Deze keer is het patroon anders. We verwachten een negatieve groei in de VS in het vierde kwartaal en in het eerste kwartaal van 2024. Maar de krimp zal beperkt zijn, onder meer door de sterke arbeidsmarkt. Een echte recessie kunnen we het niet noemen. Maar na deze minidaling zal de bbp-groei waarschijnlijk niet erg opveren. De consensus is dat de VS over 2024 een groei van 0,9% laat zien en 1,9% in 2025.”
“Toch zijn aandelenanalisten, zoals gewoonlijk, optimistisch over de bedrijfswinsten en ze zien volgend jaar een groei van meer dan 10%. En dit ondanks het feit dat er (opnieuw in tegenstelling tot 2003 en 2009) geen winstdaling van ongeveer een derde is geweest, maar slechts een jaar zonder winstgroei,” schrijft de vermogensbeheerder.
Op basis van de grafiek van de week stelt DWS dat je als belegger beter niet kan gokken op een herhaling van de rendementen die met aandelen en obligaties konden worden behaald in 2003 en 2009. “Maar of de S&P 500, na de correctie van bijna 8% sinds eind juli, tegen het einde van het jaar weer zal herstellen, is weer een andere zaak. Het seizoenspatroon van de afgelopen 30 jaar laat een eindejaarsrally de S&P 500 zien met een gemiddeld rendement van 4,7%.”