Door Julien-Pierre Nouen, directeur economische studies en gemengd beheer bij Lazard Frères Gestion

Julien-Pierre Nouen

Eurostat heeft zojuist de definitieve versie van de prijsindex van januari voor de eurozone gepubliceerd. Op een voortschrijdende 12-maandsbasis kwam de inflatie uit op 2,8%, vergeleken met 2,9% in december. Het cijfer bevestigt de flash-schatting die op 1 februari werd gepubliceerd. De kerninflatie, exclusief voedsel en energie, kwam in januari uit op 3,3%.

De ECB heeft deze cijfers gebruikt om haar gegevens over de maandelijkse prijsveranderingen te actualiseren en voor seizoensinvloeden te corrigeren.

Na de lage cijfers van september tot november steeg de kerninflatie in december met 0,25% en in januari met 0,30%. Om de inflatiedoelstelling van de ECB te halen, zouden ze aanzienlijk lager moeten uitkomen, op gemiddeld 0,17%.

De prijzen van diensten dragen aanzienlijk bij aan deze sterke inflatiecijfers. In januari stegen de prijzen van diensten met 0,29% en 0,36%, vergeleken met een pre-Covid gemiddelde van 0,15%. De lonen hebben een grote invloed op de prijzen van diensten en uit recente gegevens blijkt dat de loonstijging nog steeds te hoog is.

Het basiseffect van de hoge inflatie in februari 2023 zou het jaar-op-jaarcijfer voor februari 2024 moeten verzachten. Maar de laatste inflatiecijfers zullen de ECB er niet van overtuigen dat het de goede kant op gaat met de consumentenprijzen.