Pierre Pincemaille, Algemeen Secretaris van Gestion DNCA Investments.
Het is altijd leerrijk om de trends in een sector te bekijken door de ogen van de industriëlen, de insiders die een grondige kennis hebben van de markt waarop ze actief zijn. In dat opzicht lijkt het darwinisme nog steeds actueel in de koperindustrie met de recente aankondiging van een toenadering tussen Teck Resources en Anglo American. Ter herinnering: de eerste was het voorwerp van een overnamepoging door het Zwitserse Glencore in 2023 en de tweede door de Australische mijnbouwer BHP in 2024.
De belangrijkste reden hiervoor is de noodzaak om operationele synergieën te genereren in een zeer inflatoire context, met name als gevolg van de arbeidskosten, de daling van het mineraalgehalte en de milieu-eisen. Geconfronteerd met deze structurele tegenwind zal de toekomstige bruid, die de naam Anglo Teck zal dragen, 70% blootstelling aan koper hebben en streven naar waardecreatie door het gebruik van kapitaal te optimaliseren. Dit zal gebeuren via de mutualisering van de operaties voor de Chileense activa die geografisch dicht bij elkaar liggen (Collahuassi en Quebrada Blanca). Op het spel staat niet minder dan 800 miljoen dollar aan synergieën volgens de directies van beide groepen.
Historisch gezien hebben de consolidatieverschijnselen in deze sector zich in golven voorgedaan. Het is dan ook geen verrassing dat sectoranalisten andere kapitaalbewegingen verwachten, als we weten dat de ontwikkeling van een grote kopermijn die 250.000 ton produceert, ofwel 1% van de wereldwijde productie, door de CEO van mijnbouwer Vedanta binnen een bandbreedte van 5 tot 6 miljard dollar wordt geschat. Daarbij komt nog dat het gemiddeld 17 jaar duurt tussen de ontdekking van een nieuwe vindplaats en de daadwerkelijke ingebruikneming ervan. Dan is het makkelijk te begrijpen dat de industrie nood heeft aan actoren met een grote financiële slagkracht.
Zelfs zonder rekening te houden met nieuwe projecten heeft de sector het momenteel moeilijk om de bestaande activa te optimaliseren, zoals blijkt uit de productiecijfers voor Latijns-Amerika: eind augustus was het gecumuleerde volume van de Chileense en Peruaanse producties gestegen met ongeveer 1%, ver van de doelstellingen die eind 2024 werden vastgelegd. De situatie zal er overigens niet op vooruitgaan, integendeel, sinds een modderstroom eind september de exploitatie van de op een na grootste mijn ter wereld heeft stilgelegd. De situatie van de vestiging in Grasberg in Indonesië, die wordt uitgebaat door de vennootschap Freeport-McMoran en goed is voor 3% van de wereldwijde productie, zou voor midden 2026 niet opnieuw normaal zijn.
Geconfronteerd met deze terugkerende exploitatieproblemen blijven de vraagvooruitzichten ongewijzigd, aangezwengeld door de befaamde megatrends: elektrificatie van de netwerken, datacenters en energietransitie (elektrische auto’s en hernieuwbare energie). Dit zijn stuk voor stuk nieuwe veelvraten van het rode metaal die een aanvulling vormen op de meer klassieke afnemers zoals de bouw, in die mate dat BHP verwacht dat de vraag naar koper tegen 2050 met 70% zal stijgen tot 50 miljoen ton per jaar.
Op kortere termijn gaat het Internationaal Energieagentschap ervan uit dat de huidige en geplande capaciteit tegen 2030 slechts 70% van de theoretische behoeften zal dekken. Dit brengt terecht vragen met zich mee over de prijs die een aanbodstimulans mogelijk maakt. De bank Goldman Sachs heeft deze vraag deels beantwoord in haar meest recente studie over dit mineraal: hun analisten beschouwen de $ 10.000/ton als de ondergrens van hun nieuwe prijsvork, waarbij ze akte nemen van de beperkingen op het gebied van aanbod en structurele vraag vanuit kritieke sectoren (zonder recessie).
De aankondigingen en vervolgens terugtrekkingen door de Amerikaanse regering met betrekking tot de douanetarieven op de invoer van koper hebben geleid tot een verstoring van de markt, waarbij het dieptepunt afgelopen zomer plaatsvond, onmiddellijk gevolgd door een prijsdaling van 20% op de Comex (New York) om daarna weer te correleren met de prijs van de LME (Londen). Nu deze eigenaardige gebeurtenis achter de rug is, kunnen beleggers zich opnieuw focussen op de fundamentals van de sector. De opkomst van een onevenwicht tussen vraag en aanbod op middellange termijn zou onvermijdelijk leiden tot een hoger koersregime, waarbij alleen al het prijssignaal steeds grotere spelers ertoe zou kunnen aanzetten om te investeren in nieuwe capaciteiten van wat doorgaans het goud van de 21ste eeuw wordt genoemd…


