Navbar logo new
SFDR 2.0: vooruitgang geboekt, maar is dat genoeg?
Calendar25 Nov 2025
Thema: ESG
Fondshuis: Triodos

Door Rosl Veltmeijer, portefeuillebeheerder bij Triodos Investment Management

De Europese Commissie heeft wijzigingen voorgesteld in de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), een kader dat is ontworpen om duurzaamheidsinformatie voor financiële producten vast te leggen met betrekking tot de manier waarop ESG-factoren worden meegewogen. De doelstellingen van de SFDR zijn het vergroten van de transparantie, het bestrijden van greenwashing en het beschermen van beleggers. Gaan de nieuwe voorstellen ver genoeg of schieten ze hun doel voorbij? ​ ​ ​
Rosl veltmeijer
Rosl Veltmeijer

De meest opvallende veranderingen zijn de introductie van drie categorieën beleggingsproducten, namelijk Duurzaam, Transitie en ESG Basics, die de huidige fondscategorieën van artikel 6, 8 en 9 vervangen. Andere belangrijke veranderingen zijn de introductie van op uitsluitingen gebaseerde vereisten voor deze categorieën en de afschaffing van de rapportage over belangrijke negatieve effecten (PAI) op entiteitsniveau.

Op het eerste gezicht zijn deze veranderingen welkom. Met name de invoering van op uitsluitingen gebaseerde vereisten, omdat dit fungeert als een wetenschappelijke definitie van schade, en de afschaffing van rapportage op entiteitsniveau, omdat dit veel administratieve rompslomp bespaart en slechts weinig bruikbare duurzaamheidsgegevens kost. Het venijn zit echter in de details.

Gemiste kans

Een belangrijke gemiste kans in het voorstel is het ontbreken van een gelijk speelveld tussen gecategoriseerde en niet-gecategoriseerde beleggingsproducten. Alleen gecategoriseerde fondsen zijn verplicht om informatie openbaar te maken, waarbij de transparantievereisten toenemen van ESG Basics naar Transition en vervolgens naar Sustainable. Voor niet-gecategoriseerde fondsen blijft openbaarmaking vrijwillig.

De reden om transparantie te eisen van duurzame fondsen is dat eindgebruikers zo inzicht krijgen in mogelijke schade. Deze logica zou echter moeten gelden voor alle beleggingsproducten, met name niet-gecategoriseerde producten, waar de meeste schade kan ontstaan. Op dit moment vereist het voorstel in feite disclaimers voor duurzame producten, terwijl potentieel schadelijke producten openbaarmaking kunnen vermijden. Niet-gecategoriseerde producten zouden verplicht moeten worden om te rapporteren over de schade die ze veroorzaken.

Zeer flexibele vereisten

Om in aanmerking te komen voor de categorieën ESG Basics, Transition en Sustainable moet 70% van de portefeuille zijn samengesteld in overeenstemming met de duurzaamheidsclaim, d.w.z. de nagestreefde doelstelling of de toegepaste duurzaamheidsoverwegingen. Hoewel de invoering van een drempel welkom is, zijn wij bezorgd dat het voorstel de duidelijkheid en vergelijkbaarheid voor particuliere beleggers onvoldoende verbetert. De vereisten zijn zeer flexibel en kunnen aanzienlijk verschillen tussen fondsen.

Met name ESG Basics is gevoelig voor greenwashing, omdat alles vrij kan worden geïnterpreteerd: een minimumpercentage aan afgestemde activa, geen vooraf vastgestelde duurzaamheidsdoelstelling en geen duidelijke specificaties over hoe ESG-integratie moet worden beoordeeld.

Bovendien lijkt de categorie "Transitie" zich te concentreren op de groene transitie, waarbij de even belangrijke sociale transitie wordt verwaarloosd vanwege de complexiteit van het ontwikkelen en vaststellen van meetbare indicatoren. Ook moet worden opgemerkt dat de ESMA-richtsnoeren voor fondsnamen een drempel van 80 % voorschrijven. Hoewel de criteria verschillen, kan het toepassen van verschillende drempels voor fondsnamen en fondscategorieën tot verwarring leiden.

Wij juichen de invoering en afstemming van uitsluitingen op andere EU-wetgeving toe. Voor ESG-basisprincipes blijven de criteria echter zwak. Gefinancierde activiteiten kunnen nog steeds nieuwe en lopende fossiele brandstofpraktijken omvatten (met uitzondering van steenkool en bruinkool). Dit kan ertoe leiden dat beleggers onbedoeld het boorplatform van een oliemaatschappij financieren zonder dat deze een transitieplan heeft, in de veronderstelling dat deze investering als ESG-conform wordt beschouwd.

Conclusie

Het voorstel is een verbetering ten opzichte van de huidige SFDR. Niettemin biedt het geen oplossing voor het gebrek aan een gelijk speelveld en zijn er enkele mazen in de wet die moeten worden gedicht om greenwashing tegen te gaan. Anders lopen beleggers het risico te worden misleid en zal duurzame financiering niet haar ware potentieel bereiken.