Door Thomas Planell, Beheerder-analist bij DNCA
Thomas Planell |
Azië bevestigt krachtig herstel bij de afsluiting van het boekjaar 2020. De winstgroei in de opkomende landen, getrokken door continentaal China en Taiwan, laat een spectaculaire stijging van meer dan 20 % optekenen ten opzichte van het vierde kwartaal vorig jaar. Het herstel kwam in Zuidoost-Azië vroeger en krachtiger op gang. Dit herstel werd sindsdien bevestigd en blijft robuust: niets lijkt voor India en China een economisch groeiscenario van 8 % in 2021 in de weg te staan.
In de westerse wereld is de winstgroeikloof tussen Amerikaanse en Europese bedrijven (respectievelijk +4 % en -20 %) voornamelijk toe te schrijven aan de hegemonie van de megakapitalisaties van de San Francisco Bay Area en hun gewicht in de indexen. Als we deze sectorale verschillen neutraliseren om de gezondheid van de ‘analoge’ activiteit te vergelijken tussen de Verenigde Staten en Europa, dan is de balans al beter in evenwicht.
Deze rekenoefening leert ons dat de Amerikaanse en Europese beursgenoteerde ondernemingen dit kwartaal een vrij gelijkaardig lot zullen hebben ondergaan, namelijk een gematigde inkrimping van hun winsten. Wat opvalt, is dat deze cijfers veel beter zijn dan wat drie maanden geleden werd aangenomen. Twee derde van de Europese bedrijven zet een winstgroei neer van ten minste 5 % boven de verwachtingen en vooral ‘value’ en cyclische bedrijven weten zich te onderscheiden
. De Europese automobielsector bijvoorbeeld, trok zich op aan een solide vraag uit China en die lijkt zich door te zetten in 2021: zo kondigde Volkswagen aan dat zijn activiteit in China met 22 % aantrok in januari. De uitrol van elektrische mobiliteit en van 5G in Azië en de Verenigde Staten speelt in het voordeel van Europese uitrustingsleveranciers en geïntegreerde halfgeleiderbedrijven waarvan de productiecapaciteit verzadigd is en die recordmarges registreren.
Mijnwaarden sluiten het kwartaal behoorlijk af dankzij de hogere prijzen van metalen, terwijl stroomafwaarts, de Europese staalfabrikanten opnieuw aanknopen met comfortabele marges dankzij de intense bouwactiviteit, de afbouw van de voorraden en de gunstige quota. Vanuit deze solide basisvoorwaarden behouden cyclische en value-bedrijven een herwaarderingspotentieel. Of dat potentieel geconcretiseerd wordt, zal afhangen van de omzetgroei en van het feit of de inflatie aantrekt naarmate het herstel zich bevestigt. De stijgende verkoopprijzen bieden bedrijven met vaste kosten de mogelijkheid om hun operationele hefboom fors te verhogen.
De reflatie mag dan wel een terugkerend marktthema geworden zijn sinds het drieluik vaccins, herstel, accommoderend monetair beleid van kracht is, voorlopig heeft ze moeite om zich overtuigend door te zetten in de economie. De inflatieswaps in Europa slagen er nog steeds niet in om boven de niveaus van begin dit jaar uit te komen, wat erop wijst dat de markt nog steeds twijfelt over de snelheid van het herstel.