In maart en april heeft T. Rowe Price de weging van aandelen ten opzichte van obligaties verlaagd, wat verrassend was gezien het zeer sterke economische klimaat en de verbeterende winstverwachtingen. Het besluit om aandelen te onderwegen werd deels ingegeven door de hoge aandelenwaarderingen na een periode van zeer sterke waardestijgingen. In de 12 maanden eindigend op 31 maart 2021 stegen zowel de S&P 500 Index als de MSCI All Country World Index met meer dan 50%. Als gevolg daarvan hebben al te optimistische verwachtingen de koers-winstverhouding (K/W) opgedreven (zie afbeelding 1), en veel goed nieuws was al in de aandelenkoersen verwerkt.

Bovendien waren er, ondanks een aantrekkelijk macro-economisch klimaat, tekenen die erop wezen dat sommige van de gunstige effecten voor aandelen, zoals het soepele monetaire en budgettaire beleid en de sterke economische groei, binnenkort hun piek zouden bereiken.

Hoewel aandelen de afgelopen maanden zijn blijven stijgen, begint het positieve effect van deze belangrijke aanjagers af te nemen. In juni leken de beleidsmakers van de Fed zich meer zorgen te maken over het inflatietempo, waardoor het waarschijnlijk is dat de centrale banken wereldwijd hun piek in dovishness hebben gepasseerd. Met name het tempo waarmee de vier grootste centrale banken ter wereld activa opkopen, neemt al af (zie figuur 2) - wat doorgaans een tegenwind is voor aandelen.

Ook de budgettaire stimulans zal waarschijnlijk binnenkort zijn hoogtepunt bereiken met naar verwachting lagere overheidsuitgaven in 2022 als de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus afnemen. Daarnaast ligt een verhoging van de Amerikaanse vennootschapsbelasting om de herstelkosten te financieren voor de hand.

Volgens T. Rowe Price kan het veranderende economische klimaat de potentiële rendementen op aandelen drukken. Daarom denkt T. Rowe Price dat een lagere allocatie in aandelen in de toekomst adequaat kan zijn.