Navbar logo new
Beursexits in de lift
Calendar03 Aug 2021
Thema: Beleggen
Fondshuis: DNCA Investments

Thomas Planell, Beheerder-Analist bij DNCA

Thomas planell
Thomas Planell
Na de uitkoop van de minderheidsaandeelhouders van Altice door Patrick Drahi, is het de beurt aan Xavier Niel om Iliad terug te trekken uit de markt, enkele weken na het succesvolle bod door BPCE aan de aandeelhouders van Natixis.

In de materialensector zien we een soortgelijk verhaal bij Tarkett, de wereldleider in vloerbekledingen, die zopas resultaten publiceerde die duidelijk in het teken stonden van een forse stijging van de grondstoffenprijzen. Tien jaar na de beursgang besliste de familie die een groot deel van het kapitaal in handen heeft, om de onderneming terug te trekken van de beurs.

Dit fenomeen zien we lang niet alleen in Frankrijk: in het Verenigde Koninkrijk waren er nooit zoveel beursexits sinds de crisis van 2007 en werden reeds meer dan 30 operaties afgerond. Maar aan de andere kant van het Kanaal zijn het niet zozeer de industriële magnaten als wel de private equity-fondsen die de biedingen uitbrengen. Deze niet-genoteerde investeringsvehikels zijn erg in trek bij de beleggers, maar door de schaarser wordende doelwitten en de concurrentie tussen de private fondsen richten ze zich steeds vaker op de beurs, waarbij ze hun criteria qua omvang of activiteitensector bijstellen.

In het Verenigd Koninkrijk, waarvan de munt en de aandelen te lijden hadden sinds het referendum van 2016, zijn deze private investeringsfondsen bijzonder actief. Onder de laatste overnamebiedingen zou die van Fortress op Morrisons de autoriteiten in Frankrijk doen opschrikken: het betreft een operatie waarbij een distributeur die in het VK meer dan 100.000 personen tewerkstelt, in private handen zou komen. En dat is pakweg het equivalent van Carrefour, de grootste werkgever in Frankrijk. Nu we volop in een zeer behoorlijk resultatenseizoen zitten (de helft van de bedrijven van de Stoxx600 publiceerden al en meer dan twee derde ervan overtrof de verwachtingen van de analisten) komen deze overnamebiedingen op een deel of alle activa van steeds meer beursgenoteerde bedrijven bovenop de hernomen dividendbetalingen en de inkoopprogramma’s van aandelen.

Dit alles ondersteunt de Europese markten, die opvallend goed stand houden tegenover de terugval van de Beurs van Shanghai. Toch zouden de tegenvallende prestaties van Chinese aandelen, die hun slechtste maand juli sinds 2017 laten optekenen, onverwachte gevolgen kunnen hebben voor bepaalde Europese sectoren. Net als in de Verenigde Staten is een terugval van Chinese beurswaarden nooit goed nieuws voor de aankopen van luxeproducten: die uitgaven worden traditioneel als eerste bijgesteld bij een daling van het vermogen van de gefortuneerde gezinnen.

Bovendien is een aanzienlijk deel van de Chinese economische elite geconcentreerd in de technologiesector, terwijl net die vandaag wordt geviseerd door Peking wegens de onevenredige verrijking in verhouding tot en soms ten koste van de rest van de bevolking. Hoewel voorlopig niets wijst op effecten die vergelijkbaar zijn met de anti-corruptiecampagne die Xi Jiping vanaf 2013 opzette (de verkoop van cognac of luxehorloges kelderde destijds), zouden de luxegroepen deze bijkomende groeipool kunnen gaan missen omdat ze net hieraan hun uitzonderlijke opeenvolgende kwartaalresultaten te danken hebben.

Net als het merk Gucci, hoog aangeschreven in Shanghai, vierde de Chinese communistische partij dit jaar haar honderdste verjaardag, maar in haar streven om de officiële doctrine van ‘gedeelde welvaart voor het volk’ in ere te herstellen, zou de CCP het feestje van de luxe-industrie wel eens kunnen vergallen. Tijdelijk althans.