Navbar logo new
Vier bekende gevaren voor beleggers uit de psychologie (en wat eraan te doen....)
Calendar16 Aug 2022
Thema: Beleggen
Fondshuis: Schroders

Slechte verkoopbeslissingen leiden tot ondermaatse beleggingsresultaten. Frank Thormann, portfolio manager bij Schroders ziet vier factoren waarom verkopen zo veel moeilijker is dan kopen, en wat de mogelijke remedie is.

Benjamin Graham, grondlegger van het waardebeleggen, had het bij het rechte eind toen hij zei dat de grootste vijand van de belegger hoogstwaarschijnlijk hijzelf is. Een schat aan onderzoek heeft ons sindsdien geleerd hoe frequente en hardnekkige vooringenomenheid kan leiden tot slechte financiële besluitvorming. Dit geldt zowel voor professionele als voor particuliere beleggers.

Actieve beleggers laten aanhoudend slechte prestaties zien. Zij zouden tijdens de volatiliteit van de coronapandemie moeten schitteren. Maar het tegendeel is waar. Slechts één op de vier professionele fondsbeheerders slaagde erin om de S&P500 in 2021 te verslaan. Uit onderzoek van Jin en Taffler (2016) blijkt dat over het geheel genomen aankoopbeslissingen 1,4% outperformance per jaar toevoegden, terwijl verkoopbeslissingen jaarlijks -1,8% bijdroegen aan de underperformance. De meerderheid van de fondsbeheerders beschikt dus wel degelijk over een vaardigheid bij het selecteren van beleggingskansen. Maar hun slecht getimede verkoopbeslissingen drukken zwaar op de resultaten. Schroders vindt het verrassend dat er weinig aandacht wordt besteed aan deze tekortkoming.

Vooroordeel 1: Verliesaversie, of het risico van focus op het recente verleden

Beleggers kunnen het slachtoffer worden van bijziendheid door hun verliesaversie. Dit is de neiging om de risicobeoordeling van een belegging te laten afhangen van de recente rendementgeschiedenis. De natuurlijke angst om verlies te lijden, leidt ertoe dat de meeste fondsbeheerders een verliesgevende positie veel langer aanhouden dan rationeel gerechtvaardigd is.

Een mogelijke remedie zou een geïnstitutionaliseerd kader kunnen zijn voor de automatische herziening van verlieslatende posities, met een expliciete nadruk op de toekomstige beleggingsvooruitzichten.

Vooroordeel 2: Voorkeur voor gemakkelijke oplossingen

Het menselijk brein heeft mechanismen ontwikkeld om een zeer complexe wereld te reduceren tot gemakkelijke beslissingen. Bij complexe besluitvorming nemen wij niet alle alternatieven in gelijke mate in overweging, maar springen snel naar de alternatieven die ons het eerst te binnen schieten.

Als remedie om de prestaties te verbeteren, zouden beleggers zichzelf altijd dezelfde vraag moeten stellen, ongeacht de reden voor de verkoop: welk aandeel in mijn portefeuille heeft het slechtste risico/rendement in de komende periode?

Vooroordeel 3: Hang naar bevestiging, of de gevaren van te veel optimisme

Een flinke dosis menselijk optimisme is waardevol in veel aspecten van het leven. Maar niet als het gaat om rationele besluitvorming. Onze aangeboren neiging om te geloven dat we gelijk hebben, vertroebelt ons denken op belangrijke manieren. Zodra wij een investeringsbeslissing hebben genomen, zitten wij eraan vast. Helaas betekent dit dat wij een sterke neiging hebben om latere data te interpreteren op een manier die gunstig lijkt voor onze oorspronkelijke overtuiging. Deze hang naar bevestiging maakt het zeer waarschijnlijk dat wij belangrijke informatie missen die tegen onze overtuiging ingaat.

Als remedie kan het nuttig zijn een neutrale waarnemer te belasten met het verzamelen van negatieve data. Of doe een analyse die expliciet gericht is op hoe de data eruit zouden zien als het mis zou gaan.

Vooroordeel 4: Meer tijd besteden aan koop- dan aan verkoopbeslissingen

Uit een academische publicatie van Akepanidtaworn (2018) blijkt dat wanneer er werd gehandeld op fundamenteel financieel nieuws, verkoopbeslissingen aanzienlijk verbeterden en positief bijdroegen aan de totale resultaten (met ongeveer 1% per jaar). Wanneer beleggingen echter op rustige dagen werden verkocht, waren de resultaten uiterst negatief (een vermindering van de resultaten met -2% per jaar). Het is dus beter alleen te verkopen op basis van fundamentele redenen.

Er zijn tal van redenen die fondsbeheerders kunnen afleiden en hen ertoe kunnen brengen te verkopen op basis van andere criteria. Er gaan bijvoorbeeld ontelbare uren in de aankoopanalyse zitten, waaronder het schrijven van lange rapporten, uitgebreide kwantitatieve modellering en intensieve teambesprekingen. Aan de andere kant wordt de beslissing om te verkopen vaak veel sneller genomen. Als procesverbetering zouden beleggers een zinvoller deel van hun tijd aan verkoopbeslissingen moeten besteden.

Een laatste belangrijk verschil tussen kopen en verkopen is dat fondsbeheerders gewoonlijk gebruik maken van kwantitatieve instrumenten die de prestatie van elke positie uitsplitsen. Zodra een belegging echter wordt verkocht, wordt zij gewoonlijk niet meer gevolgd. Het is moeilijk om meer te weten te komen over het succes van een verkoopbeslissing als men stopt met het meten van het rendement. De remedie ligt voor de hand: analyseer de timing van elke verkoopbeslissing.

Struisvogelpolitiek rendeert niet

Hoewel dit artikel is toegespitst op besluitvorming in de financiële sector, kunnen de conclusies en lessen ervan evenzeer worden toegepast op veel aspecten van het dagelijks leven. Een fondsbeheerder die weigert een belegging te verkopen vanwege verliesaversie, kan dat doen omdat hij weigert onder ogen te zien dat er in het verleden een fout is gemaakt. In een poging om ons gezicht te redden, proberen we onszelf ervan te overtuigen dat, door te wachten, alles beter zal worden. Maar zelden lossen fouten zichzelf op terwijl wij de andere kant opkijken.