Door Gilles Moëc, AXA Group Chief Economist en Head of AXA IM Research
Veel investeerders rekenen op een lage “transformatiegraad” van Trump’s verkiezingsprogramma naar concreet beleid, met de gedachte dat negatieve marktreacties op beleidsaankondigingen snel tot aanpassingen zouden leiden. Echter, de ervaring van Trump’s eerste termijn wijst niet op een dergelijk “foutencorrectiemodel”. Negatieve marktreacties op aspecten van zijn beleid – handelsoorlog, regulering van “Big Tech” – hebben destijds zijn standpunten niet beïnvloed. Een verzachting van het programma is dus niet vanzelfsprekend. Politieke beperkingen zijn mogelijk betere voorspellers van hoe de campagnebeloften zich vertalen in werkelijk beleid. In dit opzicht was het recente begrotingsdrama in december veelzeggend: de verkozen president zit al klem tussen een actieve minderheid van begrotingshaviken in zijn eigen partij en een Congresmeerderheid die haar uitgavenlust niet heeft opgegeven. Dit suggereert dat een verdere stijging van het begrotingstekort, aangezien belastingverlagingen waarschijnlijk niet worden gecompenseerd door bezuinigingen, het meest waarschijnlijke scenario blijft, wat de recente stijging van de langetermijnrentes rechtvaardigt.
Hoe China reageert op de nieuwe Amerikaanse regering is een andere cruciale vraag. De verschuiving naar het ondersteunen van consumptie binnen de definitie van de begrotingsstimulus is een welkome ontwikkeling, maar veel aangekondigde maatregelen blijven vaag en niet gekwantificeerd. Het herverdelen van productiviteitswinsten naar lonen is wat het land nu nodig heeft, maar dit kan moeilijk te realiseren zijn voor bedrijven in een verslechterend economisch klimaat.
In Europa is de vraag hoe het nieuwe besef van de groeiende kloof met de VS, zoals benadrukt in het Draghi-rapport, kan leiden tot actie in plaats van tot meer pessimisme. Het populaire draagvlak voor EU-instellingen is verbeterd na de terugval van het afgelopen decennium, en dit zou benut kunnen worden om een nieuwe stap richting fiscale integratie te zetten. Meer politieke samenhang tussen de lidstaten zou het resultaat kunnen zijn van mogelijke vervroegde verkiezingen in Hongarije. Toch zal het lastig blijven om een doorslaggevende impuls vanuit Duitsland te krijgen, zelfs na een coalitiewissel, gezien de politieke en institutionele beperkingen daar. Tot slot zal het verkrijgen van meer momentum op Europees niveau moeilijk blijven zonder een binnenlandse politieke verduidelijking in Frankrijk, mogelijk ten koste van nieuwe verkiezingen, die op zichzelf extra risico’s met zich meebrengen.