Eind vorige week heeft Moody’s de kredietwaardigheid van de Verenigde Staten verlaagd van Aaa naar Aa1. Deze verlaging volgde op zorgen van het ratingbureau over de stijgende Amerikaanse schuldenlast, veroorzaakt door een zwakke begrotingsdiscipline en een toenemende rentelast. De verlaging kwam niet als een grote verrassing voor de markten. Moody’s is de laatste van de drie grote kredietbeoordelaars dat de kredietwaardigheid van de VS verlaagt.
Met de downgrade sluit Moody’s zich aan bij S&P en Fitch Ratings, die de VS respectievelijk in 2011 en 2023 hebben afgewaardeerd naar AA+. Hierdoor zijn nog slechts tien landen met de felbegeerde AAA-kredietstatus: Australië, Duitsland, Zwitserland, Canada, Nederland, Singapore, Denemarken, Zweden, Noorwegen en Nieuw-Zeeland.
Wat dit betekent voor de Amerikaanse overheid en de Fed
De afwaardering door Moody’s onderstreept opnieuw dat de Amerikaanse overheid werk te doen heeft op begrotingsgebied. Beleggers zullen het beleid van de overheid nauwlettend blijven volgen, met name wat betreft de begroting, invoerrechten en handelsbesprekingen, terwijl ze proberen in te schatten wat de impact daarvan is op de schuldenpositie en de economische groei. Daarbij komt ook de onzekerheid over de gevolgen van handelsbesprekingen voor de inflatie en de arbeidsmarkt, evenals de vraag hoe en wanneer de Federal Reserve (Fed) zal reageren.
De Fed bevindt zich in een mogelijk lastige situatie, waarbij haar dubbele mandaat – prijsstabiliteit en volledige werkgelegenheid – uiteenlopende richtingen op kan gaan. Hoewel de centrale bank heeft aangegeven dat invoerrechten eerder als een eenmalige belasting werken, zal zij behoedzaam moeten opereren om te voorkomen dat inflatieverwachtingen uit de hand lopen.
Greg Willensky, Head of US Fixed Income bij Janus Henderson, denkt dat de Fed haar rentepauze mogelijk langer zal aanhouden dan eerder verwacht, gezien de onzekere economische vooruitzichten. Zachte economische indicatoren (zoals enquêtes) zijn zwak, maar harde data (zoals werkgelegenheidscijfers en productie) blijven sterk. Daarom heeft de centrale bank aangegeven eerst af te wachten hoe de situatie zich ontwikkelt, voordat zij haar beleidskoers aanpast.
Gevolgen voor obligatiebeleggers
De belangrijkste conclusie voor obligatiebeleggers is dat er momenteel meerdere onzekerheden spelen, die tegengestelde krachten uitoefenen op de rente op Amerikaanse staatsobligaties (Treasuries). Zoals te verwachten valt, komen deze onzekerheden vooral tot uiting aan het lange eind van de rentecurve. Volgens Willensky biedt het korte eind van de rentecurve echter een geheel ander perspectief. De krachten die de kortlopende rentes beïnvloeden, bewegen eerder in één richting, waarbij mogelijk dalende rentes kunnen fungeren als een stabiliserende factor voor beleggers.
Als de economie of de arbeidsmarkt significant verzwakt, heeft de Fed de ruimte om de beleidsrente agressief te verlagen. In zo’n scenario verwacht Willensky dat de langetermijnverwachtingen voor inflatie waarschijnlijk goed verankerd blijven (zelfs als de handelstarieven de prijzen op korte termijn opdrijven), wat de Fed in staat zou stellen om een ruimer monetair beleid te voeren.
Wat kunnen beleggers doen?
Volgens Janus Henderson zullen eventuele renteverlagingen vooral doorwerken aan de korte kant van de rentecurve, terwijl de impact op langlopende obligaties minder eenduidig zal zijn. Willensky denkt dat beleggers hun portefeuilles zo moeten positioneren dat ze beter bestand zijn tegen onzekerheden, en tegelijkertijd kunnen profiteren van mogelijke toekomstige renteverlagingen door te beleggen in hoogwaardige obligaties met een korte looptijd. Hoewel bedrijfsobligaties met een korte looptijd een geschikte optie kunnen zijn, vindt hij gesecuritiseerde producten aantrekkelijker geprijsd, met als bijkomend voordeel dat ze van nature een kortere looptijd hebben.
Selectief samengestelde portefeuilles van asset-backed securities (ABS), AAA-rated collateralized loan obligations (AAA CLO’s) en door commerciële hypotheken gedekte obligaties (CMBS) bieden beleggers alternatieve manieren om exposure te verkrijgen aan het korte eind van de curve.
Obligatiebeleggers kunnen ook hun portefeuille diversifiëren met uitgiften van niet-Amerikaanse emittenten, waaronder opkomende markten (EM). Hoewel het Internationaal Monetair Fonds (IMF) recent zijn wereldwijde groeiverwachting heeft verlaagd, blijft het groeiverschil tussen opkomende markten en ontwikkelde economieën toenemen. De economische fundamentele factoren van opkomende markten zijn relatief veerkrachtig, terwijl hun reële economische afhankelijkheid van de Amerikaanse economie de afgelopen decennia aanzienlijk is afgenomen. Bovendien ligt de groei van opkomende markten sinds 2010 hoger dan die van de VS, en naar verwachting zal dat verschil de komende vier jaar in toenemende mate oplopen.