Waarom greenwashing een hardnekkig dilemma blijft in de beleggingswereld
Door Nikkie Yamba-Pelzer, Impact Manager bij Triodos Investment Management
![]() Nikkie Yamba-Pelzer |
In dezelfde maand waarin de nieuwe Europese richtlijnen voor fondsnamen die greenwashing moeten tegengaan van kracht worden, kwam er een ontnuchterende realiteit aan het licht. Terwijl vermogensbeheerders druk bezig zijn om hun fondsnamen in overeenstemming te brengen met de nieuwe regelgeving, werd bekend dat er nog steeds miljarden euro’s uit zogenaamd duurzame beleggingsfondsen naar grote fossiele bedrijven vloeien. Dit roept de vraag op of we echt bezig zijn met een herdefiniëring van duurzaam beleggen of dat er sprake is van een veel dieperliggend probleem.
De Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) wil duidelijkheid scheppen in een sector die wordt geplaagd door dubbelzinnige duurzaamheidsclaims. Per 21 mei 2025 moeten fondsen die als ‘duurzaam’ of ‘groen’ worden aangemerkt, deze belofte ook waarmaken in hun daadwerkelijke beleggingen. De eerste signalen duiden op een verschuiving in het bewustzijn: al meer dan 600 fondsen hebben misleidende verwijzingen naar duurzaamheid uit hun naam geschrapt. Dat is weliswaar bemoedigend, maar het is slechts een begin.
Ook de Europese verordening inzake informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiële sector (SFDR) ligt momenteel onder vuur, omdat blijkt dat veel fondsen die als duurzaam worden aangeprezen nog steeds een aanzienlijke blootstelling aan fossiele producten hebben. Deze discrepantie ondermijnt de geloofwaardigheid van de huidige kaders voor duurzame financiering. De invoering van de SFDR leidde in 2021 tot een golf van herclassificeringen. Fondsaanbieders haastten zich om aan de nieuw gedefinieerde normen te voldoen, waarbij honderden fondsen van artikel 9 (inherent duurzame investeringen) naar artikel 8 (investeringen die slechts rekening houden met ESG-aspecten) werden gedegradeerd. Deze terugkerende trend brengt een ongemakkelijke waarheid aan het licht: de grens tussen echte duurzaamheidsinspanningen en slimme marketingtrucs blijft frustrerend vaag.
Als impactinvesteerder verwelkomen wij de ESMA-richtlijnen als noodzakelijke correctie in een markt waar de regelgeving de vraag naar duurzame beleggingen niet heeft kunnen bijbenen. Tegelijkertijd moeten we erkennen dat het louter aanpassen van de regels voor de naamgeving van fondsen niet volstaat. Echte duurzaamheid kunnen we alleen bereiken wanneer we ons kapitaal inzetten voor de transitie naar een koolstofarme, inclusieve economie. Dit vereist een strenge screening, proactief engagement en transparante rapportage – veel meer dan het afvinken van de minimale vereisten om aan de regelgeving te voldoen.
De ambitie van de EU om een voortrekkersrol te spelen op het gebied van duurzame financiering staat momenteel zwaar onder druk. Het omnibus-voorstel dat op tafel ligt, lijkt de integriteit van duurzaam beleggen te ondermijnen en de normen die de financiële sector verantwoordelijk moeten houden te versoepelen. De aankomende herziening van de SFDR zou een cruciale kans kunnen bieden om de mazen in de wetgeving die greenwashing in de hand hebben gewerkt te dichten. Dit heeft echter alleen kans van slagen als de politieke wil er is om terug te keren naar het oorspronkelijke doel van de regelgeving, namelijk om kapitaal in de richting van echte duurzame bedrijven en projecten te sturen.
We moeten dit moment dan ook aangrijpen om onze intenties kracht bij te zetten in plaats van ze te laten verwateren. Zo is er dringend behoefte aan een heldere, eenduidige definitie van duurzame beleggingen. De huidige onduidelijkheid laat te veel ruimte voor eigen interpretaties, wat leidt tot verwarring en handhaving lastig maakt. Consistentie in het hele regelgevingskader is essentieel. Daarnaast zou de EU nog een stap verder moeten gaan en ook sociale en biodiversiteitsmaatstaven in haar duurzaamheidskader moeten opnemen.
Het is tijd dat beleggers verder kijken dan glanzende brochures en fondsaanbieders ter verantwoording gaan roepen. We moeten lastige vragen durven te stellen: Houdt de duurzaamheidsclaim van een fonds stand bij kritisch onderzoek? Welke engagementstrategieën worden er gehanteerd? Worden klimaatrisico's integraal beheerd of slechts voor een klein ‘groen’ deel van de portefeuille?
De ESMA-richtlijnen zijn een stap in de goede richting maar ze zouden vergezeld moeten gaan van effectieve maatregelen in de gehele beleggingsketen. Als toegewijde impactbeleggers zijn wij vastberaden in onze missie om niet alleen financieel rendement te behalen, maar ook meetbare vooruitgang te boeken bij het aanpakken van de urgente uitdagingen waar de wereld voor staat. Laten we toewerken naar een beleggingslandschap waarin niet holle duurzaamheidsclaims maar tastbare, duurzame resultaten voorop staan.