Door Johan Van Geeteruyen, CIO Fundamental Equity bij DPAM
Hoewel stressvol, is volatiliteit op de aandelenmarkten en een terugval in de loop van het jaar verrassend normaal. Sinds 1980 daalde de S&P 500 gemiddeld met ongeveer 14 % in de loop van het jaar, met individuele dalingen tot wel 40 %. Dit helpt om de recente onrust op de markten in perspectief te plaatsen.
![]() Johan Van Geeteruyen |
Het handelsbeleid van Trump heeft duidelijk voor veel onzekerheid gezorgd. Het recente nieuws heeft de bezorgdheid enigszins getemperd, maar de details blijven schaars. Op 9 juli wordt een belangrijke update verwacht, maar het valt nog te bezien of deze op langere termijn verlichting zal brengen of slechts een tijdelijk uitstel zal betekenen tot de volgende uitbarsting van de president. De daaruit voortvloeiende volatiliteit zet de beleggers, zelfs die met robuuste langetermijnplannen, onder aanzienlijke druk. Nu verkopen betekent echter verliezen vastleggen en mogelijk een waardevolle opleving mislopen. Zoals het gezegde luidt: als er bloed op straat ligt, is het al te laat om te verkopen.
Actief beheer kan helpen door risico's te anticiperen en portefeuilles zo te positioneren dat neerwaartse risico's worden beperkt en opwaartse kansen worden benut. Historisch gezien hebben aandelenmarkten na een crisis de neiging om zich sterk te herstellen. Toen de VIX (die de volatiliteit van de S&P 500 weergeeft) bijvoorbeeld 40-50 bereikte, behaalden wereldwijde aandelen in de daaropvolgende 12 maanden een gemiddeld rendement van 37%, terwijl de S&P 500 zelf gemiddeld rond de 34% noteerde. En hoewel de VIX de afgelopen 25 jaar slechts negen keer boven de 50 is gestegen, blijkt uit de gegevens dat zelfs deze extreme marktgebeurtenissen nog steeds veelbelovende rendementen kunnen opleveren. Hoewel de historische gegevens bemoedigend zijn, beseffen beleggers natuurlijk dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie bieden voor de toekomst.
Kleine beleggers laten zich gelden
Laten we eens kijken naar een recente periode van marktvolatiliteit: op 2 april, ‘Trump's bevrijdingsdag’, daalden de aandelenkoersen scherp, om enkele dagen later weer te stijgen toen de markten zich aanpasten aan nieuwe signalen vanuit de politiek. Een belangrijke motor was de megacap-technologiesector, de ‘Magnificent 7’, die het jaar ervoor de grootste bijdrage aan de S&P 500 had geleverd. Veel hedgefondsen en institutionele beleggers hadden in deze sector een hoge schuldgraad. De piek in onzekerheid leidde tot margin calls, wat een sneeuwbaleffect veroorzaakte dat de uitverkoop nog versterkte.
Hoewel de daling grotendeels werd aangedreven door institutionele spelers, werd het herstel opvallend genoeg gevoed door particuliere beleggers. Particuliere handelaren, die traditioneel worden gezien als trendvolgers, passen nu steeds vaker risicovolle strategieën toe, dankzij hun betere toegang tot informatie, analytische tools, sociale media en handelsplatforms. Deze tools maken incidentele grootschalige, semi-gecoördineerde acties mogelijk. In dit geval compenseerden aankopen door particuliere beleggers de verkopen door buitenlandse beleggers en technische actoren, waaronder systematische terugkooptransacties. Dergelijke verstoringen moeten in de toekomst in de gaten worden gehouden.
Dat is een belangrijk punt om te onthouden: met grote verschillen in de bbp-prognoses als gevolg van onvoorspelbare beleidsbeslissingen blijft het huidige macro-economische klimaat ongekend. Het is vrijwel onmogelijk om exacte omslagpunten te voorspellen. Daarom is het over het algemeen verstandiger om belegd te blijven, kapitaal geleidelijk in te zetten en diversificatie na te streven door middel van een gedisciplineerde allocatie.
Strategisch regionaal en sectoraal potentieel
Amerikaanse aandelen lijken momenteel minder aantrekkelijk vanuit een waarderingsoogpunt, met een verwachte koers-winstverhouding van ongeveer 22,5, waarmee ze terugkeren naar hoge historische niveaus. De winsten zijn acceptabel, maar de onzekerheid over de rente blijft bestaan: 60% van de Amerikaanse beleggers verwacht dat de rente zal blijven stijgen. De Federal Reserve blijft voorzichtig en zal de renteverlagingen waarschijnlijk uitstellen tot het einde van het jaar. Bovendien vergroten de discrepanties tussen de robuuste harde cijfers en de zwakkere sentimentindicatoren (zachte cijfers) de onzekerheid. De risico-rendementsverhouding is momenteel bescheiden, waardoor er duidelijkere positieve katalysatoren nodig zijn, zoals een gunstig handelsakkoord of winstverhogingen, om het marktmomentum te ondersteunen. Het fiscale beleid en de aanhoudende invoerheffingen, die de inflatie hoog houden, kunnen de bbp-groei verder drukken, waardoor de vooruitzichten gematigd blijven.
Europese aandelen lijken historisch gezien ook niet goedkoop, met een verwachte koers-winstverhouding van 14,5, terwijl het twintigjarig gemiddelde dichter bij 10 ligt. Het recente herstel van de markt sinds Trumps ‘liberation day’ is grotendeels het gevolg van een herwaardering van de waarderingen en niet van winstgroei, aangezien de winstherzieningen negatief blijven. Niettemin is het begrotingsbeleid in Europa resoluut verschoven van bezuinigingen naar stimuleringsmaatregelen, met name onder aanvoering van de omvangrijke infrastructuur- en defensie-uitgavenplannen van Duitsland. De dalende energiekosten en het flexibele beleid van de ECB ondersteunen het positieve beeld verder. Gezien de aanzienlijke onderprestaties van Europa in de afgelopen jaren, rechtvaardigt het huidige klimaat dat Europese aandelen mogelijk beter presteren dan de Amerikaanse markt, een sentiment dat grote beleggers zoals BlackRock aantrekt. Europese smallcaps, die sinds het begin van het conflict in Oekraïne sterk ondergewaardeerd zijn, kunnen ook een aanzienlijk opwaarts potentieel bieden gezien een dreigende katalysator.
Opkomende markten zouden in de tweede helft van het jaar aanzienlijk kunnen profiteren als de dollar verder verzwakt, waardoor de mondiale financiële omstandigheden verbeteren. China, een belangrijke motor van de opkomende markten, is complex: overheidsingrijpen is cruciaal, maar in het verleden bleef de uitvoering achter bij de verwachtingen. Hoewel de binnenlandse consumptie zwak blijft, wijst de reactie van China op de tariefdynamiek op selectieve beleggingskansen, met name in de technologiesector. Westerse beleggers hebben doorgaans een kortere beleggingshorizon dan hun Aziatische tegenhangers, een factor waarmee rekening moet worden gehouden bij de strategische positionering.
Ten slotte ontwikkelt beursgenoteerd vastgoed zich tot een interessante sector, ondanks de recente volatiliteit als gevolg van de stijgende financieringskosten in verband met de rente na het conflict in Oekraïne. Deze sector, die historisch gezien als defensief wordt beschouwd, presteerde tot voor kort verrassend slecht. Vastgoedbedrijven hebben echter hun balansen actief versterkt door zwakkere activa af te stoten, hun financieringskosten aanzienlijk te verlagen en hun nettoschuld/EBITDA-ratio's te verbeteren. Opvallend is dat de huurgroei nu hoger ligt dan de dalende inflatie, wat wijst op een fundamentele verbetering. Met een waardering die nog steeds een aanzienlijke korting van 27% op de intrinsieke waarde weerspiegelt, biedt vastgoed een aantrekkelijke kans, vooral gezien de gestabiliseerde vastgoedrendementen en de bemoedigende fundamentele factoren.