De fiscale beleidsmakers bevinden ze zich op een onzeker pad terwijl ze worstelen met de complexiteit van de duurzaamheid van de overheidsschuld. De onlangs aangenomen belastingwet zou expansief moeten zijn, en dus de economische groei op de middellange termijn moeten stimuleren. Dit positieve effect kan echter worden overschaduwd door de gecombineerde impact van de invoerheffingen, die in feite als belastingverhoging fungeren, en de aanzienlijke verlagingen van de federale subsidies en andere overheidsuitgaven.
Invoerheffingen verhogen de prijzen van goederen, waardoor de koopkracht van consumenten afneemt en de algehele economische activiteit mogelijk wordt getemperd. Mocht het Congres de voorgestelde DOGE-bezuinigingen zelfs maar ten dele uitvoeren, dan zal een verlaging van de federale subsidies (en andere overheidsuitgaven) de groei verder beperken. Hoewel deze maatregelen erop gericht zijn het begrotingstekort geleidelijk te beperken, is er een risico dat ze een paradox creëren. Naarmate het begrotingstekort daalt, kan de groei vertragen waardoor de begrotingsproblemen die de beleidsmakers trachten te verminderen, nog groter worden.
In deze delicate evenwichtsoefening is het van cruciaal belang dat de beleidsmakers de gevolgen van hun beslissingen zorgvuldig afwegen. Een sterke groeivertraging kan het reeds hoge begrotingstekort onbedoeld verder verhogen en een cyclus van economische stagnatie inleiden.
Het belang van het prioriteren van stabiliteit op lange termijn boven winsten op korte termijn kan niet genoeg worden benadrukt. Als de bezorgdheid over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën aanhoudt, dan kan de verlichting van de financieringskosten beperkt zijn, zelfs als de Federal Reserve de rente begint te verlagen, waardoor de beleidsmakers geen klimaat kunnen scheppen dat bevorderlijk is voor economische groei en welvaart. De groeivooruitzichten van de VS zijn afhankelijk van het vermogen van de overheid om met succes het moeilijke pad van fiscale duurzaamheid te navigeren.