Kevin Thozet, lid van het investeringscomité, Carmignac
'De volgende vergadering van de Federal Reserve (Fed) vindt pas op 16 en 17 september plaats, en dus zullen de markten deze vrijdag aan de lippen van Jerome Powell hangen in de hoop hints te krijgen of de Fed zich in september zal aansluiten bij de andere centrale banken, en de rente zal verlagen.
Gezien het lager dan verwachte banenrapport, en een hoger dan verwachte inflatie, moet de Fed-voorzitter met tegenstrijdige signalen rekening houden. Niet de meest comfortabele situatie voor wat (waarschijnlijk) zijn laatste speech op het symposium in Wyoming wordt, gezien de kritiek die hij krijgt van president Trump en zijn entourage.
Jackson Hole heeft dit jaar als thema ‘Arbeidsmarkten in transitie: demografie, productiviteit en macro-economisch beleid’. De arbeidsmarkten doen inderdaad de wenkbrauwen fronsen. Aan de ene kant heb je aanzienlijke neerwaartse herzieningen en verrassingen in de jobcijfers van juli, maar aan de andere kant veerden de gewerkte uren op en bleven de lonen veerkrachtig.
De demografische verschuivingen en de hoop op een grotere productiviteit - of het nu gaat om AI, de vergrijzing, een vertragende groei van de beroepsbevolking of andere veranderingen bij werknemers – hebben op de lange termijn gevolgen voor de arbeidsmarkt, maar het beleid van Trump verstoort nu al de beoordeling van die transitie. Immigratiebeperkingen beperken de hoeveelheid arbeid, de DOGE-effecten zijn zichtbaar in de werkgelegenheid bij de overheid en de beleidsonzekerheid heeft geleid tot een 'low hire, low fire'-benadering voor bedrijven.
Bij het uitkijken naar de volgende stap van Powell komt zijn toespraak in Jackson Hole uit 2020 in herinnering. Toen zei hij dat een krappe arbeidsmarkt op zichzelf geen voldoende voorwaarde was om de rente te verhogen. En dat de Fed best een gematigd hogere inflatie kon verdragen.
Wat een verschil vijf jaar later.
Powell zal naar verwachting toegeven aan de druk van Trump en aan de marktverwachtingen, en laten doorschemeren dat de renteverlagingscyclus zal worden hervat. Er wordt breed geanticipeerd op dit scenario, waarbij de markten verwachten dat de Fed zelfs meer zal verlagen dan de dot plot momenteel aangeeft.
De markten voor de kortetermijnrente (1) gaan uit van ten minste twee renteverlagingen dit jaar, door de verwachting dat de Amerikaanse economie en de inflatie verdere tekenen van vertraging zullen vertonen. Wij gaan uit van minder renteverlagingen, gezien de veerkracht van de Amerikaanse economie, de beleidsonzekerheid en de aanhoudende inflatiedruk. Hierdoor behouden we een negatieve positie ten opzichte van de Amerikaanse kortetermijnrente.
De markten voor de langere rente lijken daarentegen evenwichtiger. De Amerikaanse 10-jaarsrente zal naar verwachting binnen een bandbreedte van +/-50 basispunten van het huidige niveau blijven, wat wijst op een gunstiger groei- en inflatieklimaat. Verdere expansie van de begroting zal echter leiden tot meer schulduitgifte en meer economische groei. Het risico op een hogere inflatie en inflatieonzekerheid is reëel door de hogere handelstarieven, een zwakkere USD of beperkingen op het arbeidsaanbod. En de druk voor een gepolitiseerde Fed neemt toe. Op die manier kunnen de markten een nog hogere premie gaan vragen voor obligaties met een hoger rendement.'