De Fed zit weer officieel in de renteverlagingsmodus. Volgens Madison Faller, beleggingsstrateeg bij J.P. Morgan Private Bank, zou dat voor beleggers een eyeopener moeten zijn. Cash verliest aan aantrekkingskracht en historisch gezien schieten beleggingen omhoog wanneer de Fed de rente verlaagt zonder dat er een recessie is.
![]() Madison Faller |
Fed-voorzitter Powell noemde het een “risk-management cut”, temperde de nadruk op de dot plot en herinnerde de markten eraan dat de inflatie nog niet verslagen is. Het is, volgens Faller alsof je een dessert krijgt en dan aan de calorieën wordt herinnerd: nog steeds zoet, nog steeds de moeite waard, maar niet helemaal zorgeloos.
Dus hoewel de dots en Powell niet overeenkwamen, wijzen ze beide wel in dezelfde richting: een ruimer monetair beleid. De markten rekenen al op meer verlagingen dan de Fed zelf heeft ingetekend, mogelijk nog vijf extra in 2026, waarmee de rente onder de 3% zou zakken. Volgens Faller is voor beleggers nu het moment om in actie te komen, maar niet zonder de risico’s en keuzes die nog volgen, uit het oog te verliezen.
Maar zijn de waarderingen niet te hoog?
Om te beginnen is er de kwestie van de hoge waarderingen. Niemand kan ontkennen dat die fors zijn – maar er zit volgens Faller ook logica achter. De S&P 500 noteert rond de 22,5 keer de verwachte winst, vergelijkbaar met het einde van de jaren negentig. Toch is de hedendaagse markt een compleet andere.Twee factoren verklaren dat verschil:
1. Ten eerste is de samenstelling van de index volledig veranderd. Technologie en andere innovatieve sectoren domineren nu de S&P 500. Alleen tech vertegenwoordigt al een derde van de marktkapitalisatie (tegenover 15% twintig jaar geleden) en is goed voor 25% van de winsten (was 12%). Die dominantie steunt op stevige fundamenten: hogere marges, snellere groei, sterkere kasstromen. Terwijl de forward multiple van de S&P 500 is gestegen van 17x in 2005 naar 22,5x vandaag, schat Faller dat de verschuiving naar kwaliteitssectoren ongeveer de helft van die stijging verklaart.
2. Ten tweede groeit de winst hard door. De ‘Magnificent 7’ lijken dit jaar uit te komen op zo’n 21% winstgroei – minder dan de 40% van vorig jaar, maar nog altijd fors boven de 8% die voor de rest van de S&P 500 wordt verwacht. Tegen 2026 zal dat gat kleiner zijn: 15% winstgroei voor de Magnificent 7 versus 6% voor de rest. Dat laat zien dat groei zich steeds breder verspreidt en niet meer alleen bij de allergrootste namen zit.
Vooruitkijkend ziet Faller meerdere steunpilaren die de waarderingen duurzaam maken: sterkere balansen, toenemende dealactiviteit, stabiele aandeleninkopen, beperkt nieuw aandelenaanbod en een positieve winstontwikkeling. Als de financieringskosten bovendien dalen, stijgt de waarde van toekomstige kasstromen nog verder.
Ook in Europa draait het om bedrijfswinsten. Na een sterke start loopt de Europese aandelenrally dit jaar inmiddels achter op die van de VS, wat de risico’s onderstreept: politieke onrust in Frankrijk en Italië, wankele obligatiemarkten, de oorlog in Oekraïne en de sterkere euro die marges onder druk zet. Toch staan bedrijven die profiteren van defensie-uitgaven en de investeringsgolf, zoals industriële waarden, nutsbedrijven en technologie, er beter voor. Zij laten stevige winstcijfers en positieve vooruitzichten zien.
Maar is de markt niet te geconcentreerd?
De markt is nog altijd behoorlijk geconcentreerd. Maar opnieuw: de cijfers laten zien dat dit stevig verankerd is in winstgroei. De Magnificent 7 zien hun winsten bijna twee keer zo snel stijgen als de rest van de markt.
Op de langere termijn verwacht Faller dat het AI-leiderschap zich verbreedt, zowel naar andere sectoren als naar bedrijven van verschillende omvang. Maar de komende 12 tot 18 maanden lijken de huidige koplopers hun voorsprong te behouden nu de adoptie van AI in een stroomversnelling komt.
Dat betekent echter niet dat elke koploper standhoudt. In een zo druk speelveld worden zelfs kleine misstappen afgestraft. Selectiviteit is dus cruciaal: kies bedrijven met robuuste kasstromen en zorg ervoor dat zelfs de winnaars de beleggingsportefeuille niet gaan overheersen.
Kan AI een bubbel zijn?
Regelmatig klink de vraag of AI een bubbel is. En ja, de investeringsplannen zijn gigantisch. Hyperscalers staan op het punt hun kapitaaluitgaven in 2025 met 44% op te voeren tot zo’n 370 miljard dollar, en in 2026 zelfs boven de 400 miljard. Dat is bijna het dubbele van het Amerikaanse federale R&D-budget.
Het risico is natuurlijk dat de investeringen harder groeien dan de opbrengsten. Maar dat zien we nu niet: de omzetten versnellen, de marges lopen op en de productiviteit stijgt. Als winstgevendheid en efficiëntie standhouden, oogt de AI-hausse minder als een bubbel en meer als een structurele groeimotor.
Wat betekent dit voor beleggers?
De geschiedenis leert dat Fed-renteverlagingen, zolang er geen recessie is, vaak leiden tot dubbelcijferige koerswinsten in de VS én wereldwijd in het jaar erna. En er spelen nog meer krachtige rugwinden: belastingvoordelen, AI-investeringen, de bouw van datacenters, en grote kapitaalstromen richting energie, het elektriciteitsnet en herlokalisatie van productie. Onze blik richt zich vooral op technologie, financiële waarden en defensie, maar ook in andere sectoren die profiteren van structurele groei en beleidsondersteuning liggen volop kansen. Bottom line volgens Faller: blijf niet langs de zijlijn staan, zeker nu centrale banken geneigd zijn verder te versoepelen, deze rally heeft nog zeker voldoende ruimte om door te zetten.