De wereldeconomie begint het jaar 2026 met economische groei en een afzwakkende inflatie, maar de structurele risico’s nemen toe door handelsbeperkingen, politieke druk op centrale banken en oplopende staatsschulden. Dat stelt William Davies, Global Chief Investment Officer bij vermogensbeheerder Columbia Threadneedle. “Het komende jaar zal worden bepaald door hoe goed beleidsmakers en beleggers kunnen balanceren op een steeds smaller pad”, aldus Davies.
Groei houdt stand, maar inflatie loopt regionaal uiteen
2025 bracht stijgende aandelenmarkten, voorzichtige renteverlagingen en een beheersbare inflatie, zij het anders dan voorspeld. De Amerikaanse bedrijfswinsten bleven solide, vooral in technologie, terwijl de consumentenbestedingen de groei ondersteunden. De regionale verschillen zijn echter toegenomen: de inflatie ligt rond 2% in de eurozone, is ongeveer 3% in de VS en bijna 4% in het VK. Volgens Davies is dit het gevolg van uiteenlopend beleid en toenemende handelsbeperkingen. “Voor centrale banken betekent dit meer beleidsrisico en minder ruimte voor fouten.”
De huidige inflatie verschilt duidelijk van de piek na de pandemie: waar die destijds werd gedreven door een sterke vraag, spelen nu vooral aanbodbeperkingen door handelspolitiek en geopolitieke onzekerheid een rol. Importheffingen zorgen niet alleen voor een eenmalige prijsstijging, maar kunnen volgens Davies ook langduriger inflatie aanjagen via hogere importkosten, loonstijgingen en verstoorde toeleveringsketens. Bedrijven hebben een deel van die kosten geabsorbeerd, maar meer doorwerking wordt in 2026 verwacht, vooral in de VS, waar de inflatie rond 3% blijft hangen. Europa profiteert daarentegen van desinflatie door de toestroom van goedkopere Chinese goederen.
Centrale banken onder politieke druk
Davies waarschuwt dat de onafhankelijkheid van centrale banken steeds meer onder druk komt te staan. President Trump heeft openlijk aangegeven de rente liever rond 1% te zien dan rond 4%, terwijl de termijn van de Fed-voorzitter in mei 2026 afloopt. “Politiek gekleurde benoemingen kunnen het vertrouwen in de prijsstabiliteit aantasten”, aldus Davies.
Ook de oplopende overheidsschulden vormen een steeds groter probleem voor de financiële markten. De Amerikaanse staatsschuld kan richting 130% van het bbp gaan, terwijl Frankrijk afkoerst op circa 118% bij een tekort boven 5%. Zodra het vertrouwen afneemt, kunnen obligatiemarkten snel herprijzen: de Franse tienjaarsrente ligt inmiddels boven die van Italië en Spanje. Het moeizame traject van het VK bij het terugdringen van het tekort laat volgens Davies zien hoe lastig schuldafbouw is. Een financieringsschok in één grote economie kan daardoor wereldwijd de financieringskosten opdrijven.
Opkomende markten in transitie
Handelsbarrières en politieke onzekerheid remmen investeringsbeslissingen af. Veel ondernemingen verplaatsen de productie naar ‘bevriende’ landen of investeren vaker in eigen regio. Deze onzekerheid zal volgens Davies aanhouden.
Voor opkomende markten ontstaat daardoor een gemengd beeld. Een zwakkere dollar verlaagt de druk van buitenlandse schulden, maar landen als China en India krijgen nog steeds te maken met veel hogere importtarieven. Tegelijk biedt hun relatief lage welvaartsniveau ruimte voor binnenlandse groei. “Selectieve blootstelling aan opkomende markten blijft daarom zinvol”, aldus Davies.
AI en energietransitie blijven domineren
AI blijft een dominante factor in bedrijfsstrategieën en marktsentiment. Davies noemt de huidige investeringsgolf “vroeg in de cyclus, met veel potentieel, maar ook tekenen van overdrijving”. Vooral de verweven financiering tussen bedrijven kan problemen opleveren als het momentum afneemt. De parallellen met de dotcom-periode zijn volgens hem duidelijk: sommige bedrijven verdienen nu al goed aan de ‘pikhouwelen en schoppen’ van AI, terwijl anderen zwaar investeren in toekomstige opbrengsten.
Daarnaast blijft de energietransitie een belangrijk structureel thema. In 2025 is wereldwijd circa 2.200 miljard dollar geïnvesteerd in duurzame energie, ruim het dubbele van de 1.100 miljard dollar voor olie, gas en kolen. Ondanks vertraging door beleidswijzigingen in de VS blijft de steun in Europa en delen van Azië robuust.
Beleggen vraagt om spreiding in drie dimensies
Na sterke beursjaren zijn de waarderingen, vooral in de VS, opgelopen en is de foutmarge kleiner. De verwachte verschillen in groei, werkgelegenheid, inflatie en begrotingstekorten in 2026 bieden volgens Davies juist kansen om de renterisico’s in portefeuilles beter te spreiden en bescherming te bieden tegen mogelijke aandelenverliezen of een verzwakkende arbeidsmarkt.
Davies pleit daarom voor spreiding in drie dimensies: over diverse beleggingscategorieën, regio’s en thema’s.
Volgens Davies begint de wereldeconomie 2026 met een redelijke uitgangspositie, maar nemen de risico’s toe. “Inflatie is ongelijk verdeeld, begrotingstekorten blijven hoog en geopolitieke spanningen lopen op.” Succesvol beleggen vraagt volgens hem om geduld, discipline, brede spreiding en zorgvuldige selectie. “Het pad is smal, maar biedt nog altijd ruimte voor positieve uitkomsten.”


