Navbar logo new
Macroscoop: Na regen komt zonneschijn?
Calendar27 Apr 2020
Thema: Macro

De aandelenmarkten zijn sterk opgeveerd ten opzichte van het dieptepunt dat ze in maart hadden bereikt: tussen bodem en piek lag zowat 28% voor de S&P 500 en 22% voor de Euro Stoxx 50. Hoewel beide indices sinds begin dit jaar nog met verlies noteren, roept die sterke stijging in deze stormachtige tijden toch heel wat vragen op.

De consumptie staat op een laag pitje, de investeringen zijn volledig stilgevallen, de werkloosheid is torenhoog, de olieprijzen dalen af en toe tot onder nul, de wereldhandel stokt, de bedrijfswinsten kelderen ... op economisch vlak is er een zware storm in aantocht. En toch staat, alle windvlagen en vloedgolven ten spijt, de barometer op de beurzen op mooi weer. Dat kan op het eerste gezicht tegenstrijdig lijken.

In werkelijkheid heeft de toestand van de economie op één bepaald moment weinig invloed op de waardering van activa. Het zijn in de eerste plaats de vooruitzichten voor de toekomst die de koersen bepalen. Anders zouden de beursindices verder wegzakken, want de voorlopende indicatoren van de economische activiteit – inkoopmanagersindices, IFO, consumentenvertrouwen, noem maar op – bereikten ook deze week weer een historisch dieptepunt en lagen onder het niveau van de toch al laaggespannen verwachtingen. De voornaamste supranationale instellingen hebben dan ook hun verwachtingen omtrent de omvang van de wereldwijde recessie nog maar eens opgetrokken. De wereldeconomie verkeert in het oog van de cycloon door de Covid-19-pandemie.

Hoe komt het dan dat aandelen onder een hogedrukgebied lijken te liggen?

Om te beginnen doordat ze ongeziene monetaire steun genieten. In enkele weken tijd hebben de Fed en de ECB geen miljarden, maar biljoenen (1012!) euro's en dollars aan liquiditeitsinjecties aangekondigd. Nooit eerder grepen ze zó snel zó sterk in. De markten zullen nog lange tijd zwemmen in het geld. En aangezien het inflatierisico zo goed als verdwenen is, zou de liquiditeit nog veel verder kunnen stijgen, al loert dan wel het gevaar dat er zeepbellen gaan ontstaan.

Ten tweede doordat ook de overheden snel en massaal actie hebben ondernomen door maatregelen te nemen om de werkgelegenheid – en dus de consumptie – te ondersteunen en bedrijven van kasmiddelen te voorzien en zo een lawine van faillissementen te voorkomen. Bovendien hebben zij zich ertoe verbonden om, zodra er beter weer aanbreekt, met nieuwe overheidsbestedingen het herstel te bespoedigen. Dankzij de centrale banken, die de rente laag houden, zijn die extra schulden trouwens goedkoop. Ook vanuit de begroting zal er dus lange tijd ruime en wellicht nog toenemende steun komen.

Tot slot begint dankzij de wekenlange inperkingsmaatregelen de pandemie aan kracht in te boeten en komt er uitzicht op een geleidelijke versoepeling. Op zowel gezondheids- als maatschappelijk vlak gloort aan de horizon een aarzelend zonnetje.

De financiële markten, dé plek waar verwachtingen worden uitgewisseld, zien dat de hemel in verschillende opzichten langzaam opklaart en anticiperen al op een stralende zomer na een ijzige winter.