Navbar logo new
MACROSCOOP: De draak neemt een hoge vlucht
Calendar20 Jul 2020
Thema: Macro

Door Olivier de Berranger, CIO, en Enguerrand Artaz, Fondsbeheerder.

+15% in een week tijd, en de volgende week -8%, met twee dagen van ruim 4% schommeling (opwaarts op 6 juli, neerwaarts op 16 juli): sinds het begin van de maand deint de binnenlandse aandelenmarkt in China, gemeten met de index Footsie China A 50, heftig op en neer. Wie zich eind augustus 2015 herinnert, kijkt daar niet van op: toen vielen Chinese aandelen meer dan 20% terug om binnen twee weken 17% op te veren.

Destijds had het besluit van de Volksbank van China (PBoC) om de yuan ten opzichte van de dollar te devalueren de laatste fase van een twee maanden eerder ingezette berenmarkt ingeluid, die volgde op een stijging van de Chinese markt met meer dan 100% in 7 maanden tijd (wereldwijd stegen de markten in dezelfde periode slechts circa 5%).

In de huidige situatie doet zich niets vergelijkbaars voor. De Chinese index behoort weliswaar tot de weinigen die al sinds het begin van het jaar in de plus noteren, maar bij de Nasdaq blijft hij ver achter, en vóór de hevige schommelingen van juli liep hij in de pas met de beursindexen in de hele wereld. Ook wat betreft de katalysatoren van de forse stijgingen (lovende artikels van een officiële krant over de binnenlandse aandelenmarkten en vleiende commentaren op de gevolgen van het PBoC-beleid op de economie) en dalingen (bezorgdheid over sommige regionale banken, maatregelen tegen de vastgoedzeepbel in Shenzhen, negatieve artikels over de alcoholgigant Kweichow Moutai) was de plotselinge devaluatie van 2015 van een geheel andere orde.

In werkelijkheid blijkt uit deze schommelingen veeleer de ambivalente houding van de beleggers tegenover de Aziatische opkomende markten in het algemeen en tegenover China in het bijzonder. Enerzijds is er nog wel wat wantrouwen. De regio vertoont nog steeds structurele gebreken. Zo staat de soliditeit van sommige regionale banken in China en in landen binnen de Chinese invloedssfeer de laatste tijd ter discussie.

Het vertrouwen wordt ondermijnd door een gebrek aan transparantie ten aanzien van een aantal economische en politieke thema's en door de vraagtekens die regelmatig worden geplaatst bij de geloofwaardigheid van cijfers die afkomstig zijn van de overheid. Ten slotte zijn er nog de niet-aflatende geopolitieke spanningen, vooral met de Verenigde Staten, waarbij het Chinese ingrijpen (om veiligheidsredenen) in Hongkong als nieuw voorwendsel dient, maar ook met andere landen in de wereld, getuige de uitsluiting van Huawei uit de toekomstige 5G-netwerken van een aantal Europese landen.

Anderzijds is er bij beleggers onmiskenbaar vraag naar Aziatische activa vanwege de tastbare economische feiten. Deze feiten zijn ten eerste van macro-economische aard, zoals de solide cijfers die over de groei van het Chinese bbp in het tweede kwartaal zijn uitgebracht en die het scenario van een V-vormig herstel waarschijnlijker maken, of de werkgelegenheidscijfers van Zuid-Korea, waar slechts 4,3% werklozen zijn. T

en tweede zijn er ook micro-economische feiten. De Aziatische indices worden gedomineerd door internetreuzen (Alibaba, Baidu, Tencent, Meituan Dianping) en halfgeleiderfabrikanten (Taiwan Semiconductor, Samsung), die het in de Covid-19-crisis uitstekend doen. In het verleden was beleggen in de Aziatische regio vaak synoniem met beleggen in productie die uit de oude Westerse economieën was gedelokaliseerd, maar tegenwoordig is dat radicaal veranderd.

Hoewel de pandemie zich vanuit Azië heeft verspreid, treedt de regio ontegenzeglijk als grote winnaar uit de crisis naar voren. China is op weg naar een V-vormig herstel. Zuid-Korea en Taiwan, twee landen waarop het adjectief "opkomend" steeds minder van toepassing is, strekten met hun aanpak van de gezondheidscrisis de hele wereld tot voorbeeld. De lockdowns pakten gunstig uit voor de digitale sectoren die in Azië zo goed vertegenwoordigd zijn.

Het enige dat tegen China pleit is dat veel beleggers vies blijven van het land, en vooral dat er nog meer spanningen met de Verenigde Staten dreigen te komen. Dat is wellicht niet genoeg om een langdurige dynamiek met een ongebroken potentieel te fnuiken.