Navbar logo new
Gewijzigde toon bij de Fed: Powell tackelt de inflatie
Calendar22 Jun 2021
Thema: Macro
Fondshuis: DNCA Investments

Een kostuum met een pochet en de inflatie hebben een ding gemeen: het zijn vergane iconen uit de jaren 1970 en ze slagen er niet in om een comeback te maken in de 21e eeuw. Joe Biden, een van de weinige politieke leiders die zijn presidentiële das combineert met de ouderwetse zijden pochet, kon uiteindelijk niet anders dan meegaan in de Europese soberheid van de G7.

Feit is dat gezien het leeftijdsverschil van 35 jaar met Emmanuel Macron, de ouderdomsdeken van de top zijn glansrijke ervaring en wijsheid niet hoefde te schragen met zijn outfit. Bovendien vormen de leeftijd en de gezondheid van de 46e president van de Verenigde Staten het thema bij uitstek voor de desinformatiecampagne waarvoor de Amerikaanse inlichtingendiensten Rusland met de vinger wijzen.

Thomas planell
Thomas Planell
Toch was de aandacht van de markten niet zozeer gericht op Cornwall, waar de club van 7 van de vrije wereld neerstreek, noch op het duel Biden-Poetin aan de oevers van het Meer van Genève. De beleggers hingen namelijk aan de lippen van Jerome Powell. Want op twee maanden van Jackson Hole gaf de Fed-voorzitter vorige woensdag misschien wel de belangrijkste toespraak van zijn carrière. En voor de markten zou die wel eens even beslissend kunnen zijn als de ontdekking vorig jaar van het eerste vaccin dat meer dan 90 % effectief is tegen COVID-19.

Hoewel de leden van de FED zoals verwacht unaniem voor het behoud van de beleidsrente op het huidige niveau stemden, ontstonden er barsten in de consensus die sinds maart 2020 heerst rond een onvoorwaardelijke monetaire stimulus. Voor het eerst werd een afbouw van het aankoopprogramma van activa geopperd. Nog belangrijker was dat er een eerste tastbare indicatie voor een kalender van renteverhogingen gegeven werd en dat die er zullen komen een jaar voor de door de markt verwachte datum, namelijk twee verhogingen vóór eind 2023.

Tegen dat moment, wanneer de beleidsrente dus reeds tot tweemaal toe opgetrokken zou kunnen zijn, mikt het FOMC op een inflatie van slechts 2%, in lijn dus met zijn mandaat, wat een cruciaal semantisch element is. Het betekent dat de Fed niet langer bereid zal zijn om de prijsstijgingen aan te zien, althans niet voorbij 2023. Deze tackle van Jerome Powell boven de enkel van de inflatie leidde tot een brutale ommekeer in de oriëntatie van de obligatiemarkten. De rendementen van het korte gedeelte van de curve gingen prompt hoger en bevatten nu al een premie die het risico op renteverhogingen door de FED weerspiegelt.

De maturiteitspremie van de lange rente die geacht wordt gelijke tred te houden met de inflatie- en groeiverwachtingen, brokkelde daarentegen af: het rendement van overheidsobligaties op 30 jaar leverde al 50 basispunten in sinds de hoogste niveaus van maart.

Gevolg van een stijging van de korte rente en een daling van de lange rente: de rentecurve ondergaat een niet-parallelle afvlakking. Op de aandelenmarkten werd al snel een penalty gefloten: cyclische, financiële en value-aandelen werden onderuitgehaald door een minder optimistisch groei- en inflatiescenario. Groei-aandelen zetten de tegenaanval in en leveren hun sterkste relatieve prestatie sinds de opvering van maart 2020. Sinds 2000 zag de Fed zich genoodzaakt om haar rentevoeten tot driemaal toe met 100 basispunten te verlagen: tussen 2001 en 2003, tussen 2007 en 2008 en vervolgens vanaf 2020. Na afloop van elke vorige periode van monetaire normalisatie zijn de zogenaamde ‘natuurlijke’ reële rentevoeten nooit teruggekeerd naar hun eerdere niveau omwille van een steeds minder dynamische demografie, zeer marginale productiviteitswinsten en een bescheiden groei van de beroepsbevolking.

Nu ze beschikken over een datum voor een terugkeer naar het monetaire normaal, zouden de markten stilaan rekening kunnen houden met het einde van de herstelperiode en de terugkeer naar een minder dynamische en minder inflatoire economische cyclus dan de vorige.

Toch zou dit vrij simplistische scenario van een zich herhalende geschiedenis doorkruist kunnen worden door zes belangrijke structurele tendensen. De budgettaire expansie van de staten, de industriële herlokalisatie, de verschuiving van de investeringen in informatie (data, immateriële activa) naar fysieke infrastructuur (5G, glasvezel, data centers, transport), het herstel van de strategische autonomie in de hoogtechnologische industrie (zoals halfgeleiders), de ecologische transitie en tot slot, vanuit maatschappelijk oogpunt, de noodzakelijke strijd tegen ongelijkheid die breekt met de doctrines van de twee vorige cycli en waardoor de match tegen de inflatie minder snel zal kunnen worden afgefloten.

En wat als daarentegen de bewustwording van dit nieuwe economische paradigma de motivatie wordt voor Jerome Powell om vroeger dan voorzien in actie te komen?