Navbar logo new
ASI: Economisch herstel is atypisch op alle fronten
Calendar24 Jun 2021
Thema: Macro

Net zoals de snelheid en de diepte van de wereldwijde recessie na de uitbraak van het coronavirus hoogst ongebruikelijk was, is het herstel op alle fronten atypisch. Zo is er een belangrijke rol weggelegd voor diensten in plaats van voor productie en zijn het nu vooral de ontwikkelde markten die vooroplopen in plaats van de opkomende markten, zo merkt Jeremy Lawson, hoofdeconoom bij Aberdeen Standard Investments, op in de podcast How is this recovery different?

“Het ongebruikelijke aan de recessie die 15 maanden geleden werd ingezet, was dat hij buitengewoon kort duurde, ongelooflijk diep was en zo snel opkwam. Ook het herstel uit deze korte maar heftige recessie is heel anders. Zo herstellen verschillende landen zich met verschillende snelheden. “Voor sommige economieën is het herstel min of meer een spiegelbeeld van de recessie die eraan voorafging: een snel herstel over een vrij korte periode. Dat herstel weerspiegelt zowel het vaccinbeleid als de economische steun.

“Andere landen maken een veel langzamer herstel door of komen zelfs in een dubbele of driedubbele dip terecht, mede veroorzaakt door lockdown-maatregelen die op verschillende momenten weer moesten worden aangescherpt. Voor deze landen lijkt het herstel op het trage herstel na de financiële crisis van 2008.

“Achteraf gezien bleken de steunmaatregelen na de crisis van 2008 niet krachtig genoeg om de enorme schokken op te vangen. Dat is een van de redenen waarom landen zo’n traag herstel doormaakten. Iedereen dacht toen dat het om heel veel geld ging, net zoals nu. Dat is onterecht. In sommige economieën was de beleidsreactie opnieuw te mager, waardoor deze economieën langer achterlopen.

“Een hoogst ongebruikelijk kenmerk van deze COVID-recessie is dat het geen typische eindecyclusgebeurtenis was. De dip werd niet veroorzaakt door een oververhitte economie, door inflatie of doordat centrale banken de rente optrokken. Deze recessie was een complete schok. De vraag is: leidt herstel tot een volledig nieuwe cyclus die nog vele jaren duurt of zijn we terug in de oude volwassen expansiefase waarin we ons bevonden vóór COVID? Hoelang gaat de economische cyclus vanaf deze herstelfase duren?

“Bij ASI gaan we ervan uit dat we ons ergens tussen deze twee scenario’s bevinden. Zo staat de arbeidsmarkt er veel beter voor dan na de financiële crisis van 2008. Bovendien zijn er nu minder onevenwichtigheden dan toen die om een oplossing vragen, waardoor mensen sneller weer aan het werk zijn. Als je naar de inflatie kijkt, dan is het niet onredelijk om te concluderen dat deze economische cyclus misschien korter zal duren dan normaal.

“Een ander ongewoon kenmerk van het herstel is het verschil tussen de maakindustrie en de dienstensector. Vaak wordt economisch herstel aangetrokken door de maakindustrie, die zeer cyclisch is en de productie snel weer kan opvoeren. De dienstensector wordt daarentegen vaak als minder cyclisch beschouwd. Deze dynamiek is dit keer ook anders.

“Tijdens de recessie van 2008 daalde de consumptie van reële goederen in de VS van piek tot dal met ongeveer 8%. Het reële dienstenverbruik daalde daarentegen nauwelijks, hooguit met een procentpunt. Tijdens de Covid-recessie was dat radicaal anders: zowel het goederen- als het dienstenverbruik daalde in eerste instantie. Maar toen herstelde de goederenconsumptie ongelooflijk snel. Hierdoor ligt in de VS en veel andere landen de goederenconsumptie momenteel ruim boven de pre-COVID-trend.

Hoewel de goederenconsumptie wereldwijd al aanzienlijk is gestegen, zit er nog veel meer reservecapaciteit in de wereldwijde dienstensector. Gezien de aard van de heropeningen, is er meer ruimte voor expansie van deze diensten. In plaats van acyclisch, wordt het hypercyclisch over een horizon van 12 tot 18 maanden en dit stimuleert het herstel verder.

“Ook anders is het verschil tussen opkomende en ontwikkelde markten. Het klassieke herstel wordt vaak geleid door de opkomende markten. Dit keer nemen de ontwikkelde markten het voortouw. Er is een aantal redenen waarom het herstel van de opkomende markten, althans in relatieve zin, achterblijft. Een daarvan zijn de vaccins. Ontwikkelde landen hebben daar veel van gekocht, in tegenstelling tot opkomende markten, zoals India en omliggende landen, waar corona nog flink huishoudt. Het lijkt erop dat een deel van de trage uitrol van vaccins in Azië zelf een erfenis is van eerdere successen bij het indammen van het virus – dat maakte de uitrol van vaccins daar misschien minder urgent.

“Een tweede verschil is het monetaire beleid en de overheidssteun in deze landen: veel ontwikkelde landen voeren nog steeds een ondersteunend financieel beleid terwijl dat in de opkomende markten veel minder het geval is. Een van de redenen hiervoor is de politieke situatie in veel opkomende landen die overheidssteun minder makkelijk maakte.”