Navbar logo new
Vijf strategieën op de obligatiemarkten die onze voorkeur genieten
Calendar07 Sep 2021
Thema: Fixed Income
Fondshuis: Lazard

Door Eléonore Bunel, hoofd Obligaties bij Lazard Frères Gestion

Eleonore brunel
Eléonore Bunel
Bij de start van het nieuwe schooljaar zijn er twee tegengestelde krachten aan het werk op de obligatiemarkten. Enerzijds zal de Fed zijn activa-aankopen mogelijk vroeger dan verwacht afbouwen omdat de inflatie aan het stijgen is in de Verenigde Staten. De deltavariant pleit dan weer voor een voortzetting van de monetaire steunmaatregelen, waardoor de rente op een laag niveau zou blijven.

Deze onzekerheid maakt dat beleggers er alle belang bij hebben om hun beleggingen te spreiden om gebruik te maken van verschillende bronnen van rendement op de obligatiemarkten. Hierna volgen onze vijf favoriete strategieën.

1. ‘High Yield’

De rentevoeten zijn tijdens de zomermaanden gedaald en daardoor komt het probleem van de negatieve rente weer centraal te staan. De rente op Duitse rentecurve voor overheidsobligaties is opnieuw negatief voor alle looptijden (1 maand tot 30 jaar). Ook de Franse OAT’s op 10 jaar zijn sinds 15 juli weer onder 0% gezakt. En het rendement op Amerikaanse staatsobligaties is een stuk lager dan de inflatie. Kiezen voor veiligheid kost bijgevolg veel geld, en in vele gevallen lijdt de belegger een gegarandeerd verlies.

Daarom zou de eerste reflex moeten zijn om te zoeken naar rendement in minder veilige, maar rendabelere marktsegmenten. Dit is het geval voor hoogrentende (‘high yield’) obligaties, die veelal uitgegeven zijn door bedrijven in plaats van overheden. Er zijn nog tal van kansen terug te vinden in dit segment, als men tenminste bereid is een hoger, zij het beperkt, risico te aanvaarden.

Volgens Moody’s zal de wanbetalingsgraad (het aantal defaults) voor Europese bedrijven uit de hoogrentende categorie normaal dalen tot 2% in 2021, en dit ondanks de coronarestricties. De hogere rente die dit segment biedt in combinatie met een strenge obligatieselectie maakt dat men zich gemakkelijk kan indekken tegen dit risico.

2. Achtergestelde obligaties van financiële instellingen

Net als hoogrentende obligaties bieden achtergestelde obligaties van financiële instellingen een aantrekkelijk extra rendement, met daartegenover een hogere volatiliteit. Deze obligaties, die zijn uitgegeven door banken uit de eurozone, zijn lager in rang dan ‘senior’ obligaties indien de emittent in gebreke zou blijven. Toch is het wanbetalingsrisico voor de banken van de eurozone erg beperkt, zeker in de huidige context waarin de ECB het economisch herstel ondersteunt.

Achtergestelde financiële obligaties bieden op die manier een van de beste risico-rendementsverhoudingen van de obligatiemarkt. De meest interessante achtergestelde effecten zijn met name terug te vinden bij de kleinere banken, waarvan de kredietwaardigheid al een jaar aan het verbeteren is.

We mogen daarbij uiteraard niet de banken vergeten die zich in een ‘recovery’ situatie bevinden of die profiteren van de consolidatiefase (fusies) die aan de gang is in Spanje, Italië en Ierland. Banken die overgenomen worden door grotere entiteiten kunnen tevens profiteren van een verbetering van de rating van hun achtergestelde obligaties.

3. Obligaties uit opkomende landen

Een andere relevante strategie is de portefeuille diversifiëren met obligaties uit de opkomende markten. Deze bieden vele voordelen, maar kieskeurigheid is aangewezen. Obligaties uit de groeilanden, uitgegeven door landen of bedrijven, leveren doorgaans beduidend hogere rendementen op dan in Europa. Door zich in te dekken tegen de wisselkoersschommelingen ten opzichte van de euro, bieden obligaties van bedrijven uit de opkomende landen een gemiddeld rendement van meer dan 4% per jaar op in het hoogrentende segment1.

Tegenover dit rendement staat ook een hoger risico (hogere inflatie in de opkomende landen), maar dit is niet het risico dat men zich daarbij voorstelt. De wanbetalingsgraad voor High Yield-obligaties uit de groeilanden wordt dit jaar op circa 1% verwacht2, tegenover 2% voor de ontwikkelde landen3. En dat is ook logisch: hoogrentende bedrijven uit opkomende landen hebben twee tot drie keer minder schulden dan hun Westerse tegenhangers2. Toch moet men oppassen voor enkele specifieke risico’s voor deze activaklasse (de politiek in China, gezondheidsrisico’s in verband met lage vaccinatiegraad).

De obligaties uit de groeilanden doen het dit jaar vooralsnog niet zo goed. Vandaar dat ze alleen in beperkte mate opgenomen mogen worden in een goed gespreide portefeuille.

4. Inflatiegeïndexeerde Amerikaanse obligaties

Tot slot biedt de stijging van de consumptieprijzen in de VS (+5,4% op 12 maanden in juli 2021) ook kansen voor obligaties die gekoppeld zijn aan de inflatie. De waarde van ‘TIPS’ (Treasury Inflation-Protected Securities), uitgegeven door de Amerikaanse overheid, neemt toe naarmate de inflatie stijgt. In de loop van de eerste helft van 2021 kenden deze beleggingen een groot succes op de markten, en ook in de huidige context kunnen ze relevant blijven.

Opgepast echter voor het risico op een ‘normalisering’ van de inflatie: een stagnatie van de consumptieprijsindex zou een ongunstig scenario zijn voor de houders van deze effecten. Vandaar dat het belangrijk is om slechts een klein deel van de portefeuille te wijden aan deze strategie, om zo de portefeuille te beschermen tegen een langdurige stijging van de Amerikaanse inflatie.

5. Kies voor een lage of negatieve duration

Om een portefeuille te beschermen tegen een stijgende inflatie kan men kiezen voor beleggingen met een lage rentegevoeligheid (‘duration’ in het jargon). Het kan dus interessant zijn om te beleggen in effecten met een kortlopende duration, d.w.z. waarvan de aflossingsdatum relatief dichtbij is. Deze strategie is vooral relevant voor het investment grade segment (veiligere effecten, die erg gevoelig zijn voor het risico op stijgende rentevoeten) maar kan ook interessant zijn voor het High Yield-segment, waar de rentevoeten hoger zijn.

Bovendien is deze beleggingscategorie van nature sowieso minder gevoelig voor stijgende rentevoeten. Tot slot kunnen sommige fondsen opteren voor een negatieve duration: dit komt erop neer dat het fonds inzet op een daling in waarde van de in omloop zijnde obligaties. In dat geval heeft de belegger voordeel bij een stijging van de rente in plaats van nadeel.

Deze strategie is de voorbije jaren populair geworden bij vermogensbeheerders, en kan zowel toegepast worden bij zuivere obligatiefondsen als gediversifieerde ‘multi-asset’ mixfondsen met aandelen en obligaties.