Na de financiële crisis heeft de hele wereld mee mogen profiteren van de kapitaalinjecties die Peking in de eigen economie stak. Dit keer gaat China heel wat gerichter te werk. Dit blijkt uit de Chart of the Week van vermogensbeheerder DWS.

Het Westen steekt graag de draak met de manier waarop veel Aziatische landen, inclusief China, ingrijpt in de eigen economie. Want, zo luidt het argument, als je de vrije markten hun gang laten gaan leidt dat meestal tot meer welvaart. Daar is ook genoeg bewijs voor. Maar tegenwoordig schuwt het Westen er ook niet voor om de economie aan het infuus te leggen als dat nodig blijkt. Europa doet daar volop aan mee. Duitsland spant zelfs de kroon (zie grafiek).

Maar hoe zit dat in China? Elke Speidel-Walz, hoofdeconoom opkomende markten bij DWS: “Peking heeft de afgelopen paar jaar efficiënte instrumenten ontwikkeld om individuele sectoren van de economie gerichte steun te geven. Er gaat meer geld naar technologie en naar initiatieven om de CO2-uitstoot drastisch te verminderen. De uitgaven komen vooral de eigen economie ten goede en van een inktvlek-reactie, die ook de wereldeconomie een boost geeft, is nauwelijks sprake. Westerse landen kunnen niet echt leunen op de Chinese productiemachine en moeten dus zelf dieper in de buidel tasten om hun eigen economie er weer bovenop te helpen."