Navbar logo new
Worden obligaties weer een optie voor iedereen?
Calendar29 Apr 2022
Thema: Fixed Income
Fondshuis: Ethenea

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft het einde van haar obligatieaankopen aangekondigd. Maar omdat het aanbod van obligaties niet zal afnemen, zullen er in de toekomst nieuwe kopers nodig zijn. De laatste jaren zijn obligaties steeds meer een gespecialiseerd onderwerp geworden voor geselecteerde professionele beleggers en de ECB. Volker Schmidt, Senior Portfolio Manager bij Ethenea, analyseert of obligaties in de toekomst toch ook aantrekkelijk kunnen zijn voor particuliere beleggers.

Volkerschmidt
Volker Schmidt

Lage rendementskansen voor staatsobligaties

Sinds een aantal jaren domineren institutionele beleggers de obligatiemarkt. "Een particuliere belegger kan immers niets aanvangen met negatief renderende obligaties", zegt Volker Schmidt. "De gebruikelijke minimuminvestering van 100.000 euro maakt obligaties bovendien weinig interessant voor particuliere beleggers. Professionele beleggers zijn daarentegen om uiteenlopende redenen in euro luidende obligaties blijven kopen. Sommigen van hen hebben statutair geen andere keuze, zoals verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen, zuivere obligatiefondsen of multi-assetfondsen met een obligatiefocus. Andere beleggers gebruiken obligaties als diversificatie, om zich in te dekken, of als bron van rendement."

Alleen al in de afgelopen vijf jaar waren er twee perioden met sterke koerswinsten op euro-obligaties - in 2019 en na het hoogtepunt van de Covid-19-crisis in maart 2020. In 2019 boekten obligaties koerswinsten, zelfs zonder een bijzonder sterke extra vraag van de ECB, terwijl in 2020 de aankopen in het kader van het PEPP (Pandemic Emergency Purchase Programme) daar grotendeels verantwoordelijk voor waren, zegt hij. In 2021 boekten algemene obligatieportefeuilles echter een verlies van iets minder dan 3%, en in de eerste maanden van 2022 van ongeveer 8%.

In het licht hiervan beoordeelt Schmidt de rendementskansen voor particuliere beleggers als vrij laag. "Nadat de ECB een lager tempo van obligatieaankopen aankondigde en renteverhogingen dit jaar niet langer categorisch uitsloot, steeg de rente op 10-jarige Duitse staatsobligaties aanzienlijk. Momenteel hebben ze een rendement van ongeveer 0,9%, of een coupon van 0% en een aankoopprijs van ongeveer 92%. Dit is echter zeer laag naar historische normen. Na aftrek van de aankoopkosten en de jaarlijkse portefeuilleprovisies door de depothoudende bank, blijft er voor particuliere beleggers maar weinig over." Doorgaans is een lager risico voor kopers van staatsobligaties een hogere prioriteit dan het te behalen rendement, zodat mogelijke tijdelijke koersverliezen doorgaans minder een punt van zorg zijn. Door de hoge inflatiecijfers blijven rendementen op staatsobligaties van bijna 0% echter grotendeels onaantrekkelijk voor particuliere beleggers.

Bedrijfsobligaties: rendementskansen met potentiële keerzijden

Bedrijfsobligaties daarentegen bieden doorgaans aanzienlijk hogere rendementen. Maar ​ voor kleine beleggers hebben ze het doorslaggevende nadeel dat veel obligaties een minimumbelegging van EUR 100.000 vereisen. Gemiddeld leveren obligaties met een kwaliteitsrating (investment grade) en een looptijd van ongeveer vijf jaar nog steeds een rendement van 1,5% op. Maar ook in historisch perspectief is dat nog laag. Volgens Schmidt moet men voor hogere rendementen een kwaliteitsverlies accepteren. "Als je bereid bent om kleine concessies te doen aan de kwaliteit van het bedrijf, zoals hogere kapitaaluitgaven of lagere marges, dan zijn rendementen van 3% heel goed mogelijk."

Al bij al zal het rendement van een belegging in euro-obligaties waarschijnlijk onaantrekkelijk blijven voor kleine beleggers. Een mogelijke kans biedt de tapering door de ECB. Als de aankoop van obligaties tegen de zomer volledig wordt stopgezet, dan zullen de emittenten waarschijnlijk op zoek gaan naar andere kopers. Een manier om beleggers aan te trekken zou zijn om te investeren bedrag te verlagen. Een andere optie zou zijn om het vrije beheer van Duitse staatsobligaties, zoals dat tot 2013 door de Bundesfinanzagentur werd aangeboden, weer in te voeren. "Het is mogelijk dat in de niet zo verre toekomst de vriendelijke schildpad Günther Schild een comeback maakt en weer reclame maakt voor Duitse staatsobligaties," zegt Volker Schmidt. Hij ziet het potentieel hiervoor al. "Volgens Eurostat hadden de gezinnen in de EU op 30 december 2020 een financieel vermogen van 32 biljoen euro.

Daarvan is ongeveer 33% in de vorm van contanten en kortetermijndeposito's. Wij schatten dat dit cijfer in 2021 waarschijnlijk met ten minste 5% gestegen zal zijn. Obligatie-emittenten zullen naar dit geld dingen en proberen het van bankrekeningen af te troggelen waarop nog een boeterente moet worden betaald. Mogelijk zal dit de druk op de banken opvoeren om de rente van de centrale bank, die dit jaar waarschijnlijk zal stijgen, aan hun klanten door te berekenen."

Inflatiezorgen drijven kleine beleggers naar aandelen

De Russische invasie in Oekraïne veroorzaakte slechts een kortstondige uittocht naar veilige havens en staatsobligaties. De inflatie, die door de oorlog verder werd aangewakkerd, heeft de bereidheid van de ECB om de rente te verhogen en haar programma's voor het kopen van obligaties versneld stop te zetten, aanzienlijk doen toenemen. "Omdat rendementsstijgingen in een context van lage rente gelijk staan met koersverliezen op obligaties, hebben beleggers hun obligaties snel van de hand gedaan en zijn ze teruggekeerd naar aandelen. Vanuit het perspectief van veel retailbeleggers zijn aandelen nog steeds de best gewaardeerde beleggingscategorie", aldus Schmidt.

Hij denkt ook dat toekomstige rentestijgingen en de huidige obligatierendementen de retailbeleggers zullen ontmoedigen om in obligaties te beleggen. "Het is belangrijk om de terechte bezorgdheid over verdere koersdalingen in het juiste perspectief te zien. We zijn nog ver verwijderd van het moment waarop de inflatie gecompenseerd wordt door de obligatierendementen, en de reële rendementen zullen negatief blijven."

Leningen weerspiegelen ook de normalisering van het monetaire beleid. De ECB heeft laten weten dat de verlaagde kapitaalvereisten voor banken, die werden ingevoerd om de gevolgen van Covid-19 in 2020 op te vangen, eind 2022 zullen ophouden te bestaan. Daarom bereiden de banken zich hier nu al op voor en verhogen zij de normen voor kredietverlening, ook voor hypotheekleningen. De BaFin (de Duitse federale financiële toezichthouder) gaat zelfs nog verder voor de banken waarop zij toezicht houdt en verhoogde al de kapitaalvereisten voor banken, de zogeheten anticyclische kapitaalbuffers, en de speciale kapitaalvereisten voor hypotheekleningen die in 2023 zullen volgen. De gecombineerde maatregelen van de centrale banken zouden de lage rendementen verder consolideren.