Navbar logo new
Hoe in energie beleggen tijdens een energiecrisis?
Calendar19 Aug 2022
Thema: Grondstoffen

Door Peter Garnry, Hoofd Aandelenstrategie bij Saxo Bank

We zijn gewend om niet na te denken over de energiesector. Maar de galopperende wereldwijde energiecrisis heeft onze tekorten in primaire energie aan het licht gebracht als gevolg van enerzijds de jarenlange onderinvestering in fossiele brandstoffen en anderzijds het onvermogen om inzake hernieuwbare energiebronnen snel genoeg op te schalen met de groene transformatie en elektrificatie van onze economie. Het lijkt nu waarschijnlijker dat zowel de niet-hernieuwbare als de hernieuwbare energiesector aantrekkelijke rendementen zullen opleveren. De reden is dat we beide nodig zullen hebben om onze energiecrisis op korte termijn en onze langetermijnaspiraties van een groenere energietoekomst te overwinnen.

De energiecrisis wordt steeds erger

De elektriciteitsprijzen in Europa liggen sinds 2007 negen keer hoger dan het historische gemiddelde, omdat het gebrek aan investeringen en het verbreken van de banden met de Russische energievoorziening de beschikbare energie in de samenleving ernstig beperken. De groene transformatie houdt in dat hernieuwbare energiebronnen worden uitgebouwd en alles in de economie wordt geëlektrificeerd om de koolstofemissies te verminderen die met onze huidige levensstandaard gepaard gaan. Het is erg moeilijk om een groot deel van de transportsector om te schakelen op elektriciteit of groene brandstoffen, en voor verwarming over te schakelen van aardgas op hernieuwbare energie door elektrificatie (lucht/water-warmtepompen), enzovoort. Dat komt omdat onze stijgende welvaart (gemeten aan de hand van het bbp) nauw verbonden is met de koolstofemissies van de afgelopen 300 jaar. Het genereren van welvaart loskoppelen van koolstofemissies is waarschijnlijk de grootste taak die de mens ooit op zich heeft genomen.

Er is niet één oplossing voor onze energiecrisis

Volgens de beelden uit BP's 2022 Statistical Review of World Energy was de vraag naar primaire energie in 2021 groter dan in 2019, wat erop wijst dat de wereldvraag naar energie nu groter is dan vóór de pandemie en dat het gebruik van fossiele brandstoffen (82%) slechts licht is gedaald ten opzichte van vijf jaar geleden (85%). We leven nog steeds in een op fossiele brandstoffen gebaseerde economie. Mettertijd zal dat veranderen en zal het aandeel van fossiele brandstoffen waarschijnlijk afnemen, maar het is naïef te denken dat de wereld een groene transformatie kan doormaken door alles te elektrificeren op basis van hernieuwbare energiebronnen.

Beleggers mogen ook niet vergeten dat de verandering in de vraag naar primaire energie vooral wordt aangedreven door de niet-OESO-landen. Hernieuwbare energie is niet snel genoeg op te schalen voor een volledige transitie als gevolg van de snelheid van de elektrificatie. Onlangs hebben de CEO's van Orsted en Vestas geklaagd over de bureaucratie die gepaard gaat met het verkrijgen van goedkeuringen voor nieuwe offshore windenergieprojecten.

De recente Amerikaanse klimaat- en belastingwet erkent dat we olie en gas langer nodig zullen hebben dan amper drie jaar geleden werd verwacht. Door de huidige energiecrisis zullen zowel hernieuwbare energie als energie uit fossiele brandstoffen dus goede parallelle beleggingen kunnen zijn. Hernieuwbare energie is het op twee na beste themamandje dit jaar, terwijl het grondstoffenmandje (dat olie- & gas- en mijnbouwbedrijven omvat) het beste presteert.

Volgens ons bestaat er niet één oplossing voor ons energieprobleem. We moeten overschakelen op energiediversificatie. We zullen veel verschillende energiebronnen nodig hebben en mogen nooit te veel op één bron vertrouwen. Duitslands afhankelijkheid van aardgas voor zijn economisch model is broos gebleken. Zelfs de Franse keuze voor kernenergie is kwetsbaar gebleken als gevolg van corrosieproblemen en momenteel te warme rivieren. De wereld moet in alle soorten energie investeren. Daarom geloven we dat beleggers in de toekomst een brede blootstelling aan energie moeten hebben.

De sector van de niet-hernieuwbare energie in een oogopslag

Niet-hernieuwbare energie is het deel van de energiesector dat het meest veranderd is op het vlak van marktkoersen en -verwachtingen. De waarderingen kunnen hier nog het meest veranderen. Ondanks de hoge olie- en gasprijzen is de energiesector nog steeds relatief goedkoop. ​ De hoge olie- en gasprijzen zorgden ook voor recordwinsten voor de raffinaderijen en recent voor de hoogste kwartaalwinst ooit in de wereldwijde energiesector.

De wereldwijde energiesector (volgens de GICS-definitie de sector van de niet-hernieuwbare energie) is nog steeds goedkoop in vergelijking met de wereldwijde aandelenmarkt, waarbij de 12-maands EV/EBITDA twee standaarddeviaties onder de gemiddelde waarderingsspreiding sinds 2005 ligt. In termen van totaalrendement heeft de mondiale energiesector sinds 1995 een hoger rendement opgeleverd dan de mondiale aandelenmarkt. Opmerkelijk is ook dat de waardering van de sector hernieuwbare energie op basis van de verwachte EV/EBITDA over 12 maanden twee keer zo hoog is als die van de sector niet-hernieuwbare energie. Daaruit blijkt dat de markt verschillende toekomstverwachtingen koestert.

Het huidige dividendrendement en de verwachte dividendgroei wijzen op een verwacht langetermijnrendement van 10% op jaarbasis voor de mondiale energiesector, uiteraard onder voorbehoud van een grote mate van onzekerheid in verband met een compressie van de aandelenwaardering in de sector of een lagere dividendgroei in de toekomst dan vandaag verwacht.

De gemakkelijkste manier om in de energiesector te beleggen is via ETF's die de sector volgen en de meeste beleggers zouden dat moeten doen. Een andere manier is beleggen in specifieke delen van de niet-hernieuwbare energiesector. Bedrijven die zich alleen bezighouden met boren en het leveren van apparatuur voor booractiviteiten hebben het slechtst gepresteerd. Dat komt omdat de daling van de kapitaaluitgaven sinds 2015 de activiteit in deze sector heeft opgedroogd. De geïntegreerde olie- en gasmultinationals hebben het beter gedaan dankzij hun raffinage- en handelsactiviteiten.

De afgelopen vijf jaar waren raffinage en handel de best presterende sectoren in de energiesector, omdat de crackspreads (het prijsverschil tussen ruwe olie en geraffineerde producten) tijdens de pandemie zijn toegenomen. De mondiale steenkoolindustrie heeft het ook zeer goed gedaan, hoewel dit met het oog op de klimaatverandering en de vermindering van koolstofemissies een trieste vaststelling is. Maar we moeten ons ervan bewust zijn dat steenkool wereldwijd nog steeds de belangrijkste brandstof voor elektriciteitsopwekking is.