Navbar logo new
T. Rowe Price: Euro bedrijfsobligaties liggen er prima bij
Calendar06 Dec 2023
Thema: Fixed Income
Fondshuis: T. Rowe Price

- Rendementen van euro corporate bonds zijn aantrekkelijk ten opzichte van staatsobligaties.
- De vraag naar deze beleggingscategorie blijft robuust, terwijl de netto-emissies afnemen.
- Met name IJslandse, Spaanse en Oost-Europese banken zijn interessant.

De euro investment grade bedrijfsobligaties blijven aantrekkelijk omdat de rente rond het hoogste niveau in meer dan tien jaar ligt. De technische en fundamentele factoren zijn ook positief, maar omdat de economie van de eurozone blijft vertragen, blijft de selectie cruciaal.

Hieronder gaat Howard Woodward, Portfolio Manager Euro Corporate Bond, bij T. Rowe Price in op vijf thema's die momenteel de prestaties van euro investment grade bedrijfsobligaties bepalen.

1. Rendementen blijven aantrekkelijk

De Europese investment grade bedrijfsobligatiemarkt blijft beleggers een aantrekkelijke mogelijkheid bieden om inkomsten te genereren, vooral voor beleggers met een langetermijnhorizon. Het gemiddelde rendement in deze beleggingscategorie dit jaar is 4,45% - het hoogste niveau sinds januari 2012. Dit is niet alleen concurrerend in absolute termen, maar ook in relatieve termen, omdat het rendement stijgt ten opzichte van traditionele staatsobligaties.

2. Positief technisch beeld

Technisch gezien zou er een positieve rugwind moeten zijn voor investment grade bedrijfsobligaties in euro’s. De beleggingsklasse heeft een terugkeer van de instroom gezien, een trend die volgens Woodward zal aanhouden gezien het hoge all-in rendement dat beschikbaar is voor beleggers. Hij verwacht dat de uitgiftevolumes beheersbaar zullen zijn, omdat de financieringsbehoeften van investment grade bedrijven momenteel laag zijn doordat fusies en overnames op een dieptepunt in tien jaar staan. Bovendien is de liquiditeitspositie van bedrijven over het algemeen hoog, waardoor bedrijven minder vaak naar de primaire markt hoeven te stappen om financiering aan te trekken. Woodward denkt dat de scherpe stijging van de rente per saldo positief is voor bedrijfsobligaties, omdat de waarschijnlijke positieve invloed op de vraag zou moeten opwegen tegen de risico's van hogere potentiële financieringskosten en een krapper monetair beleid.

3. Ondersteunende fundamentals nemen iets af, maar bedrijven hebben een sterke basis

De economische neergang begint te wegen op de winstmarges van bedrijven. Hoewel dit leidt tot een lichte verslechtering van de bedrijfsfundamentals, gaan de meeste bedrijven deze vertraging in vanuit een sterke positie. Over het algemeen worden investment grade bedrijven geschraagd door solide fundamentals: de schuldniveaus zijn laag en de rentedekkingsratio's liggen nog steeds ruim boven de historische gemiddelden. Dit is ondersteunend en geeft bedrijven een grotere buffer om door deze periode van zwakke economische groei te navigeren.

4. Europese Centrale Bank is waarschijnlijk klaar met renteverhogingen

Het waarschijnlijke einde van de verkrappingscyclus van de Europese Centrale Bank (ECB) zou de markten wat troost moeten bieden, vooral als het helpt om de volatiliteit van de rentetarieven te verminderen. Tijdens de laatste beleidsvergadering in oktober liet de ECB de rente ongewijzigd na 10 opeenvolgende verhogingen. Woodward denkt dat de volgende fase van de monetaire beleidscyclus nu is aangebroken en dat de rente ergens in 2024 zal worden verlaagd, gezien de zwakke economie. Dit kan mogelijk leiden tot wat meerwaarden voor Europese investment grade bedrijfsobligaties.

5. Effectenselectie noodzakelijk bij afnemende groei

In een omgeving waar de groei afzwakt, is een deskundige effectenselectie en sectorallocatie op basis van diepgaand fundamenteel onderzoek essentieel. Momenteel is T. Rowe Price voorzichtig over de vooruitzichten voor vastgoed, een sector die kwetsbaar is voor hogere financieringskosten en waar volgens Woodward een verhoogd ‘fallen angel'-risico bestaat. De fundamenten zijn zwak, vooral in het kantoorgebouwensegment, bij krappere kredietvoorwaarden en beperkte mogelijkheden voor schuldafbouw.

Woodward is daarentegen enthousiast over de Europese financiële sector, die wordt ondersteund door aantrekkelijke waarderingen en over het algemeen veerkrachtige fundamentals. Met name IJslandse banken vindt hij interessant vanwege hun gezonde kapitaal- en liquiditeitspositie en van geselecteerde Spaanse banken, die profiteren van sterke winstmarges. Hij vindt Centraal- en Oost-Europese banken ook aantrekkelijk. Veel van deze banken zijn gelieerd aan West-Europese financiële instellingen, maar bieden een aantrekkelijke spread ten opzichte van zowel hun sectorgenoten in ontwikkelde markten als de staatsschulden van de landen waar ze gevestigd zijn. Niet alle segmenten van de financiële sector zijn echter aantrekkelijk. Woodward is bijvoorbeeld voorzichtig met een bijzonder grote blootstelling aan commercieel vastgoed.

Over het geheel genomen is Woodward optimistisch over investment grade bedrijfsobligaties in euro’s door de positieve technische cijfers en de hoogste beschikbare rendementen in meer dan een decennium. Het waarschijnlijke einde van de renteverhogingscyclus van de ECB is ook ondersteunend, vooral als dit leidt tot een afname van de rentevolatiliteit. Hoewel er tekenen zijn dat de bedrijfsfundamentals versoepelen, is dit vanuit een sterke basis, die enige bescherming bieden als de groei in de eurozone verzwakt.