• De VanEck Uranium and Nuclear Technologies UCITS ETF belegt in bedrijven uit de uranium- en kernenergiesector
• Kernenergie kan een belangrijke bijdrage leveren aan de energiezekerheid en de wereldwijde vermindering van CO2-uitstoot
Amsterdam, 11.06.2024 – De VanEck Uranium and Nuclear Technologies UCITS ETF van vermogensbeheerder VanEck heeft een fondsomvang van 100 miljoen Amerikaanse dollar bereikt. De ETF, die sinds februari 2023 in Duitsland wordt aangeboden, stelt beleggers in staat om te beleggen in bedrijven die actief zijn in de uranium- en kernenergiesector.
"Geopolitieke onrust en zorgen over veiligheid versnellen momenteel de heropleving van kernenergie," legt Martijn Rozemuller, CEO van VanEck Europe, uit. "Kernenergie is een belangrijke optie voor landen zonder eigen olie en gas om een grotere energiezekerheid en -onafhankelijkheid te bereiken." Daarnaast is het terugdringen van de CO2-uitstoot een zaak van mondiaal belang, waardoor uranium als CO2-vrije energiebron de laatste tijd voor veel regeringen weer een stuk relevanter is geworden: Tijdens de COP 28 conferentie in december vorig jaar hebben meer dan 20 landen toegezegd te zullen werken aan een verdrievoudiging van de wereldwijde kernenergiecapaciteit tegen 2050.
"Dit heeft een boost gegeven aan de vooruitzichten en aandelenkoersen van bedrijven die actief zijn in de kernenergiesector, wat ook weerspiegeld wordt door het rendement van onze VanEck Uranium and Nuclear Technologies UCITS ETF en de gestaag groeiende vraag van beleggers sinds de lancering vorig jaar," zegt Rozemuller. Met een pure-play benadering wil de ETF alleen beleggen in aandelen van bedrijven die het merendeel van hun omzet uit uranium of de nucleaire infrastructuur halen. Het kan onder meer gaan om ondernemingen die betrokken zijn bij de bouw of het onderhoud van kerncentrales of die technologieën en diensten leveren aan de kernenergiesector. Ook bedrijven die betrokken zijn bij de ontwikkeling en commercialisering van kernfusie- of gesmoltenzoutreactoren kunnen in de ETF worden opgenomen.
De VanEck Uranium and Nuclear Technologies UCITS ETF volgt de MarketVector™ Global Uranium and Nuclear Energy Infrastructure Index. Het sluit bedrijven uit die zeer ernstige schendingen van sociale normen hebben begaan, die omzet genereren met controversiële wapens of die bepaalde verkoopdrempels in verschillende kritieke sectoren overschrijden. De ETF heeft geen duurzame beleggingsdoelstelling en promoot ook geen milieu- of sociale kenmerken in de zin van de SFDR-verordening.
Risico’s van beleggingen in bedrijven in de sector van natuurlijke hulpbronnen: Beleggingen in bedrijven die actief zijn in de markt van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen, waaronder bedrijven die actief zijn in landbouw, alternatieve energiebronnen (bijv. water en alternatieve energie), basis- en industriële metalen, energie, bosbouwproducten en edele metalen, zijn sterk afhankelijk van de vraag naar, het aanbod van en de prijs van deze natuurlijke hulpbronnen. Ze kunnen ook aanzienlijk beïnvloed worden door gebeurtenissen die met deze sectoren te maken hebben, zoals internationale politieke en economische ontwikkelingen, embargo's, tarieven, inflatie, het weer en natuurrampen, dierziekten, exploratiebeperkingen, frequente veranderingen in de vraag naar en het aanbod van natuurlijke hulpbronnen en andere factoren.
Liquiditeitsrisico's: Er bestaan liquiditeitsrisico's wanneer het moeilijk is een bepaald financieel instrument te kopen of verkopen. Als de relevante markt illiquide is, kan het zijn dat een transactie niet kan worden uitgevoerd of dat een item niet of niet tegen een gunstig of passend tarief kan worden verkocht. Dit is een factor om in overweging te nemen als u in een nucleaire ETF belegt.
Bedrijfstak- of sectorconcentratierisico: Het vermogen van het fonds kan zijn geconcentreerd in één of meer sectoren of bedrijfstakken. Het fonds kan onderhevig zijn aan het risico dat politieke, economische of andere omstandigheden een nadelige invloed hebben op de betrokken sectoren of bedrijfstakken en daarmee de waardeontwikkeling van het fonds in grotere mate negatief beïnvloeden dan wanneer het vermogen van het fonds zou zijn belegd in een breder scala van sectoren en bedrijfstakken.
