Legal & General Investment Manangement (LGIM) heeft dit jaar het management van bedrijven waarin belegd de duimschroeven harder aangedraaid, met als consequentie dat mijnbouwer Glencore en koopjesgigant TJX zelfs op de uitsluitingenlijst werden geplaatst.
Dit blijkt bij de uitgave van de Climate Impact Pledge (CIP), het rapport over het engagementbeleid dat LGIM voor het achtste jaar op rij uitgeeft. De Britse vermogensbeheerder heeft dit jaar extra focus gelegd op klimaatdoelen van bedrijven en dit heeft tot meer stemsancties geleid dan ooit tevoren.
LGIM beoordeelt op systematische wijze ruim 5.000 bedrijven in twintig ‘klimaatkritieke’ sectoren en publiceert de scores op haar website. LGIM onderscheidt hierin 100 ‘dial mover’-bedrijven, die een doorslaggevende rol kunnen spelen in het behalen van de klimaatdoelen.
Op aandeelhoudersvergaderingen stemde LGIM dit seizoen bij 37 van de dail movers als sanctie tegen het beleid van het bestuur. Dat was minder dan de 43 een jaar eerder, wat er volgens LGIM op wijst dat het met deze kopgroep de goede kant opgaat. In totaal heeft LGIM echter ruim 2.800 bedrijven aangesproken op hun klimaatbeleid. Hiervan kregen dit jaar 492 stemsancties, een stijging ten opzichte van 342 een jaar eerder.
Dit jaar desinvesteert LGIM uit mijnbouwbedrijf Glencore en koopjesgigant TJX. Beide bedrijven zijn er niet in geslaagd om de zorgen, die LGIM de afgelopen jaren aankaartte, weg te nemen. TJX gaf onvoldoende inzicht in de aanpak van emissies en ontbossing. Glencore kon geen inzicht geven in plannen om te investeren in de delving van thermische steenkool.