Navbar logo new
ODDO BHF AM: goed moment om in Europese midcaps te stappen
Calendar17 Oct 2024
Thema: Beleggen
Fondshuis: ODDO BHF AM
Oddo bhf am


Door Francis Muyshondt


Pascal Riegis, hoofdbeheerder van het 24 jaar oude ODDO BHF Avenir Europe fonds, dat zich focus op Europese midcaps, is van mening dat er vandaag heel wat waarde te vinden is in dit marktsegment. Hij is vooral tuk op een selecte groep middelgrote bedrijven die over competitieve voordelen beschikt en haar activiteit wereldwijd heeft uitgebouwd. En het feit dat zijn fonds om verschillende redenen, onder meer door de overweging van Franse aandelen, tegenover het marktgemiddelde recent is achtergebleven, schept vandaag volgens hem kansen.



Riegis pascal 1 rs


Ruime keuze


De voorbije jaren hebben large caps beter gedaan dan midcaps omdat door de hoge concentratie in enkele zeer grote waarden het marktgemiddelde is scheefgetrokken. ‘Iedereen kent de Magnificent Seven in de VS en de grote thema’s en succesvolle namen in Europa zoals bijvoorbeeld Novo Nordisk, ASML, de luxesector en de elektrische revolutie met het Franse Schneider die zowat voor alle winsten van de beurzen en large caps hebben gezorgd’, illustreert Riegis. Hij wijst er echter op dat midcaps over de langere termijn weldegelijk een outperformance neerzetten tegenover de grote jongens. En waarom? ‘In Europa zijn er slechts 100 à 150 large caps maar zijn er meer dan 2500 midcaps: er is met andere woorden een grotere keuze en het is makkelijker om de waarden eruit te halen die op de langere termijn goed zullen presteren. In dit universum van de middelgrote waarden zijn er tussen 300 à 350 ondernemingen die aan onze criteria voldoen.’


‘We passen sinds 2003 dezelfde strategie toe met ons fonds en zijn in het eerder aangegeven universum op zoek naar ondernemingen die een competitief voordeel hebben en gemiddeld twee derden van hun omzet buiten Europa realiseren. Ze moeten dus internationaal georiënteerde bedrijven zijn die enerzijds de capaciteit hebben om hun groei zelf te financieren en geen overnames te financieren met de uitgifte van eigen aandelen en anderzijds een hoge free cashflow of anders uitgedrukt, rijkdom, te genereren. Sommige onder hen realiseren zelfs jaar na jaar een tweecijferige free cashflow yield.’


Pascal Riegis stipt ook aan dat de midcaps die hem interesseren een lage schuldgraad moeten hebben, tegelijk op de markt vlot verhandelbaar moeten zijn en vooral op het vlak van gouvernance moeten uitblinken. ‘Gemiddeld hebben de bedrijven in onze portefeuille een schulden/eigen vermogen-ratio van 19% tegenover 46% voor de ruime index. Ze hebben daarnaast een gemiddelde kapitalisatie van 8 miljard EUR waardoor ze over een hoge liquiditeit beschikken.’ Voor de beheerder maakt het trouwens niet uit of de middelgrote Europese bedrijven in groei- of mature markten actief zijn zolang ze maar groeien en aan de criteria van het fonds voldoen.


Beleggingsfilosofie in de praktijk


De beheerder illustreert zijn filosofie aan de hand van de luchtvaartsector die dankzij de democratisering van het reizen toch wel een stevige groei kent. ‘In luchtvaartmaatschappijen belegden we nog nooit omdat er wereldwijd honderden bestaan, er geen toegangsdrempels zijn en de concurrentie moordend is. Op langere termijn zijn er dan ook weinig maatschappijen die sterk presteren. Bedrijven die daarentegen vliegtuigen of onderdelen zoals motoren ervoor bouwen kan men op één hand tellen. Het Franse Safran is daar één van. En hoewel het conjunctuurgevoelige aandelen zijn, zetten ze na een economisch herstel altijd hogere koerstoppen neer omdat ze toegevoegde waarde creëren. Het zijn precies deze aandelen die we zoeken.


Uiteindelijk is de beleggingsfilosofie uitgemond in een beperkt aantal namen. ‘Wie in onze portefeuille belegt, moet begrijpen dat in een vrij geconcentreerde portefeuille wordt belegd. De top 10 van is goed voor 46% van de totale portefeuille en de drie grootste posities zijn goed voor een kleine 17%,’ legt Pascal Riegis. Uit. Biomerieux, wereldleider op het vlak van microbiologie en de detectie van infectieziektes, heeft met 5,83% het grootste gewicht in de portefeuille. De Franse groep lanceert binnenkort een nieuwe test die na 15 min al een resultaat oplevert en dat zou volgens de beheerder het aandeel een duw in de rug moeten geven.


Het Finse Metso Outotec, goed voor 5,5%, is de grootste producent van apparatuur voor de mijnindustrie, vooral om ertsen van elkaar te scheiden. ‘Het biedt ook duurzame oplossingen aan om mijnafval, onder meer vervuild water, op te ruimen en te zuiveren. Aangezien de mijnindustrie, zelfs zonder rekening te houden met de oliesector, verantwoordelijk is voor 8% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, kan de groep een belangrijke rol spelen in de verduurzaming van de sector, zeker nu geen zoet water in nieuwe mijnen meer mag worden gebruikt. Daarenboven profiteert Metso Outotec ten volle van de doorbraak van de modulaire opmaak van mijnoplossingen waardoor meer schaalvoordelen zullen spelen.’ Riegis stipt aan dat Icon Plc (5,03%) de top drie vervolledigt. Het is een Ierse groep gespecialiseerd in klinische studies voor de farma-industrie. ‘Dankzij de integratie van AI zorgt het bedrijf ervoor dat die klinische onderzoeken sneller kunnen worden uitgerold.’


Daarnaast zijn er verschillende sectoren die Riegis met zijn fonds links laten liggen, ook al kunnen ze door bijvoorbeeld lagere rentevoeten of speculatie op bepaalde momenten goed scoren. ‘We beleggen niet in bedrijven die enkel actief zijn in hun thuismarkten en hebben geen financials, vastgoed, telecom, nutsbedrijven, bouwondernemingen en distributeurs. Het zijn activiteiten die in elk land apart kunnen worden teruggevonden. En als deze bedrijven zich in andere landen willen ontwikkelen dan doen ze meestal (dure) overnames. Het is bovendien moeilijk onder meer door de verschillende wetgeving om in een ander landen toegevoegde waarde te creëren.’ Ook energiebedrijven vindt men niet in zijn portefeuille terug. ‘Als u in energie investeert dan neemt u een macro-economische of geopolitieke stelling in. En dat willen we ten allen prijzen vermijden.’