
Pierre Pincemaille, Algemeen Secretaris van Gestion DNCA Investments.
Zelden hebben beleggers de publicatie van de CPI* zo nauwlettend in de gaten gehouden. En terecht, de inflatie staat centraal in een krachtmeting tussen de Federal Reserve, die zich zorgen maakt over de gevolgen van het tariefbeleid van de Amerikaanse regering, en diezelfde regering, die zo snel mogelijk de last van de schuldaflossing wil verlichten dankzij een verlaging van de beleidsrente.
Een snelle lezing van de grote federale uitgavenposten maakt duidelijk waarom de Amerikaanse president de monetaire instelling zo onder druk zet: van de zeven biljoen dollar aan uitgaven hebben er vier te maken met niet-discretionaire uitgaven.
De defensie-uitgaven zijn van nature moeilijk aanpasbaar en ondanks de wisselkoerseffecten heeft DOGE zijn doelstelling van vermindering van de discretionaire uitgaven (een biljoen dollar) niet gehaald. Rest dus nog het biljoen dollar aan schuldaflossing, met de beleidsrente als aanpassingsvariabele.
Elk kamp vond in de laatste publicatie van de CPI elementen die zijn richting uitgingen. De kerninflatie kwam voor de vijfde maand op rij onder de verwachtingen uit (+0,2% m/m tegenover een verwachte +0,3%), wat Donald Trump in staat stelde zijn vraag voor een renteverlaging te herhalen, deze keer met 300 basispunten! Maar het gedrag van bepaalde componenten wijst op een opwaartse trend: de prijs van goederen die het meest blootgesteld zijn aan een stijging van de douanetarieven versnelt. Zo laat de prijs van huishoudtoestellen zijn sterkste maandelijkse stijging sinds 1999 optekenen (+1,93% m/m). Deze zwakke signalen lijken voldoende om de afwachtende houding van de Fed te bevestigen, zoals onlangs nog werd bevestigd door de gouverneur van de regionale Fed van New York, die het monetaire beleid “volledig gepast” acht.
In het licht van dit immobilisme hebben de adviseurs van de president hun druk op Jay Powell opgevoerd, door hem te beschuldigen van een slecht beheer van de renovatie van de hoofdzetel van de Federal Reserve voor een bescheiden bedrag van 2,5 miljard dollar. Volgens de goksite Polymarket lijkt dit argument geen schot in de roos bij beleggers: de kans op een vertrek dit jaar is slechts 18%.
Ter verdediging van de Fed en haar voorzitter: de taak om de inflatie onder controle te houden lijkt in ieder geval zeer moeilijk, als niet onmogelijk. De twee grote componenten van deze economische vergelijking (douanerechten en bedrijven) staan immers niet vast. Na het afronden van de handelsbesprekingen met Europa lijkt de Amerikaanse regering zich nu te richten op de landen in Zuidoost-Azië die dienen om de aan China opgelegde heffingen te omzeilen. Het gemiddelde effectieve percentage, dat van 2,3% in het begin van het jaar is gestegen naar 13% nu, kan dus nog evolueren.
Ook het gedrag van bedrijven is moeilijk te modelleren. Die hadden in afwachting van de Liberation Day ruime voorraden aangelegd, waardoor de noodzaak om te kiezen tussen het doorrekenen van de incrementele kosten naar de economische actoren aan het einde van de keten (de gezinnen) en het opvangen ervan door de marges de facto wordt uitgesteld. In dat opzicht zal het leerzaam zijn om naar de boodschappen van de directies te luisteren ter gelegenheid van het zopas gestarte seizoen van de halfjaarresultaten.
De beleggers kozen hun kant en stelden hun vooruitzichten voor een verlaging van de beleidsrente bij. Futures staan nu "geprijsd" aan een renteverlaging van 45 bp tegen het einde van het jaar, tegenover 65 bp aan het begin van de maand. Tegelijkertijd steeg de break-eveninflatie op twee jaar tot boven de 2,7% (+20 bp). Bovendien beschouwen ze de tarievenoorlog nog steeds als het belangrijkste risico voor de wereldwijde groei.
Maar volgens de laatste peiling van Bank of America lijkt dit risico beperkt te zijn: 9% van de beleggers verwacht momenteel een hard landing van de wereldeconomie, tegenover 49% de dag na de eerste tariefaankondigingen van Donald Trump. Bovendien daalde het liquiditeitsniveau van de portefeuilles, een maatstaf voor de mate van optimisme, opnieuw tot onder de 4%. Het lijkt er dus op dat TINA** de grote trend van de zomer is geworden, net op het moment dat de seizoensgebondenheid historisch ongunstig is voor de aandelenmarkten…
*Consumer price index
**There is no alternative