
Michel Saugné, CIO, La Financière de l’Échiquier.
De tweede helft van 2025 begint met een stille maar ingrijpende breuk: het uitzonderlijke succes van de Amerikaanse aandelenmarkt wankelt. Na een decennium van groei dankzij een lage rente, technologische suprematie en een sterke dollar, worden de barsten zichtbaar. Sinds het begin van het jaar presteren Amerikaanse aandelen, met name die van de largecap-bedrijven, aanzienlijk slechter dan de Europese markten (in euro's). Deze terugval zou wel eens het einde van een cyclus kunnen betekenen. Bepaalde indicatoren bevestigen dit. De Hopes & Dreams-ratio, die het aandeel van waarderingen zonder solide fundamenten meet, flirt met de niveaus van de internetzeepbel. Tegelijkertijd zorgt het politieke klimaat, met de terugkeer van D. Trump in het Witte Huis, voor een flinke dosis onvoorspelbaarheid: de zeven keer hogere invoerrechten doen het spookbeeld van een nieuwe handelsoorlog weer opdoemen. In deze context wordt het van strategisch belang om de overweging in Amerikaanse aandelen en obligaties te verminderen en de troeven van de rest van de wereld te herontdekken!
In de Verenigde Staten bepaalt de opkomst van particuliere beleggers nu een aanzienlijk deel van de koersontwikkeling. Gedreven door hun apps en de trends versterken zij de volatiliteit. Deze nieuwe situatie vraagt om aanpassingsvermogen... en om een terugkeer naar een actief beheer op basis van overtuiging, verankerd in een fundamentele analyse.
Er is een geografische herschikking aan de gang. De Europese aandelenmarkten, die lange tijd werden verwaarloosd, lijken nu een geloofwaardig alternatief, met name waardeaandelen, small- en midcaps en bepaalde seculiere thema's die worden gedragen door pan-Europese plannen, zoals defensie, energietransitie en infrastructuur. Op de obligatiemarkt vertonen Amerikaanse Treasuries [2] tekenen van vermoeidheid. Internationale beleggers zoals China en Japan zouden dan ook hun diversificatie naar goud en in euro's of Zwitserse frank luidende activa kunnen versnellen. Dit is dus een unieke kans voor Europa om de internationale rol van de euro te versterken.
De vooruitzichten voor obligaties zijn grondig gewijzigd. In de Verenigde Staten nodigt de rentevolatiliteit uit tot voorzichtigheid. In Europa daarentegen biedt met name de normalisering van de kredietspreads [3] een vruchtbare bodem. De ommekeer in het Duitse begrotingsbeleid fungeert als een krachtige motor. De toenemende defensie-uitgaven zijn dan ook een belangrijk strategisch thema voor de lange termijn. De minimumdrempel van 5% van het bbp voor de NAVO-landen geeft een duidelijk signaal. Meer dan 50 beursgenoteerde bedrijven in Europa zijn actief in de sectoren defensie, cyberbeveiliging en soevereine technologieën. Met zichtbare groei, goed gevulde orderboeken en sterke politieke steun verdient dit thema een strategische plaats in de allocaties.
Ook andere factoren kunnen van belang zijn tijdens de tweede helft van het jaar. Ten eerste profiteren de opkomende markten momenteel van gunstige omstandigheden: een zwakkere dollar, lagere energiekosten en een terugvloeiing van Amerikaans kapitaal. De terugkeer van de BRICS-landen zou voor een verrassing kunnen zorgen. Een andere motor is het herstel van Europese small- en midcap-aandelen, ondersteund door hun binnenlandse blootstelling, nog steeds historisch lage waarderingen en een herstellende winstdynamiek. Ten slotte is er de gezondheidszorgsector, die structureel solide blijft en wordt gedragen door innovatie, demografische ontwikkelingen en een veerkrachtig prijszettingsvermogen [4].
In een wereld die zich in een overgangsfase bevindt van globalisering naar fragmentatie, van de dollar als koning naar andere veilige havens, en misschien wel van passief beheer naar de herontdekking van de voordelen van het actieve beheer, moeten we anders denken, oordeelkundig handelen en niet bang zijn voor tegenstrijdigheden.
[1] Green Day
[2] Schatkistcertificaten
[3] Kredietrisico is het verschil tussen de rente op een obligatie en die op een referentieobligatie met dezelfde looptijd, die als het minst risicovol wordt beschouwd.
[4] Prijszettingsvermogen