
Pierre Pincemaille, Algemeen Secretaris van Gestion DNCA Investments.
Het nieuws bleef niet onopgemerkt: op 10 juli werd na een intense bidding war van 13 minuten, georganiseerd door een groot veilinghuis, de originele Hermès-tas van actrice en zangeres Jane Birkin (naar wie het model vernoemd is) toegewezen voor het bescheiden bedrag van 8,6 miljoen euro! De nieuwe eigenaar, Shinsuke Sakimoto, een voormalig voetballer die zich nu bezighoudt met de verkoop van luxeartikelen via zijn bedrijf Valuence Japan, verklaarde dat de aankoop niet bedoeld was als financiële belegging, aangezien de tas wordt tentoongesteld als ‘cultureel werelderfgoed’. Maar afgezien van dit randfenomeen heeft de luxesector, waarin de categorie van handtassen en andere lederwaren van oudsher het meest rendabele segment is, sinds enkele kwartalen zijn glans verloren.
Helaas bleek uit de publicatie van de halfjaarresultaten geen trendwijziging voor de sector. Het groeiniveau van de inkomsten blijft beïnvloed door de normalisering van het gedrag van Chinese klanten (lokaal en toeristen) en de tweedeling tussen high-end luxe en aspirationele luxe is nog steeds aan de orde (Gucci -25% tegenover Hermès +9% in Q2). Ook juwelen doen het over het algemeen beter dan lederwaren, wat aantoont dat de excessen uit het verleden - het gevolg van een prijsstrategie die losgekoppeld was van de realiteit van de consument - langzaamaan verdwijnen. In deze contrastrijke omgeving ontdekken de financiële afdelingen van de bedrijven uit de sector de voordelen van arbeid voor de kosten om de marges op respectabele niveaus te houden. Vorige week publiceerde LVMH een trading statement waarin gewag werd gemaakt van een geleidelijke verbetering van de inkomsten van zijn belangrijkste divisie Mode & Lederwaren: -2% in het derde kwartaal, na -9% in het tweede kwartaal.
Naast de richting waarin de resultaten evolueren, woog een andere onzekerheid op de sector: de douanetarieven. Het is nu bekend hoeveel belasting er op deze sector zal worden geheven. Deze 15% zal waarschijnlijk worden gedragen door de Amerikaanse consument, in ieder geval voor de meest gewilde producten. Dat is het geval bij Hermès, dat deze meerkost volgens financieel directeur Éric Halgouët ‘integraal wil compenseren’. Op sectorniveau schatten analisten van UBS dat bedrijven uit de sector hun prijzen in de VS met ongeveer 2% zullen moeten verhogen om de gevolgen van de tariefverhogingen te compenseren. Naast deze 'redelijke' aanpassing ten aanzien van het betrokken cliënteel houdt de echte vraag verband met het gedrag van de vermogende Amerikaanse huishoudens, die 25% van de verkoop van deze sector vertegenwoordigen. Goed nieuws is dat het welvaartseffect als gevolg van de stijging van de beurs uiteraard in het voordeel speelt van de ostentatieve consumptie op korte termijn, zoals onlangs benadrukt door Brunello Cucinelli, die in het derde kwartaal een geleidelijke versnelling van de verkoop in Noord- en Zuid-Amerika vaststelde (+10% tegenover +7% in Q2).
Als gevolg van de onderprestatie van de sector noteert deze nu met een premie van ongeveer 50% ten opzichte van de MSCI Europe (exclusief Hermès), die onder zijn langetermijngemiddelde (60% op 15 jaar) zit. Los van dit waarderingsargument werd de positionering van de beleggers aangepast: de sector die ooit werd beschouwd als de Europese tegenhanger van de Mag7, wegens zijn kenmerken van groei en rentabiliteit, zag beleggers capituleren na verschillende kwartalen van neerwaartse herziening van de groeivooruitzichten. Volgens Goldman Sachs geven beleggers in hun allocaties niet langer de voorkeur aan deze sector*.
De relatieve desinteresse van beleggers ontmoedigt de bedrijven niet en evenmin hun neiging naar consolidatie. Eenmaal is geen maal, want deze keer is het niet op initiatief van de twee Franse luxegiganten LVMH en Kering. Het is immers ten zuiden van de Alpen dat de huidige concentratiegolf toeneemt met de overname van Versace door de groep Prada, die maar liefst 1,4 miljard dollar betaalde voor de overname van het merk met het Medusahoofd, dat voordien in handen was van het Amerikaanse Capri Holdings. Die had het in 2018 gekocht voor een bedrag van 2,1 miljard dollar. Deze operatie zou zich moeten vertalen in kostensynergieën (inkoop, marketing en logistiek) die een positieve impact zullen hebben op de resultatenrekening van de nieuwe entiteit. Recenter heeft de verdwijning van Giorgio Armani de weg vrijgemaakt voor een mogelijke afstoting van het bedrijf dat zijn naam draagt. De oprichter, die de gewoonte had alles te controleren, heeft in zijn testament de drie potentiële kopers van 15% van het kapitaal opgesomd: LVMH, L'Oréal en Essilor.
Deze consolidatie staat in schril contrast met een ander fenomeen: de opkomst van Chinese luxespelers met Laopou Gold als speerpunt. Het bedrijf, dat in 2009 werd opgericht door een handelaar in kneedbaar metaal, boekte in 2024 een omzet van meer dan een miljard euro (6 keer meer dan in 2021) en deelde in het eerste kwartaal een omzetgroei van 251% mee! Hoewel zijn producten niet rechtstreeks concurreren met merken als Cartier en Bulgari die een hogere prijspositionering hebben, moet de ontwikkeling van dit bedrijf aandachtig worden gevolgd, net als die van andere start-ups zoals Guo Fei (haute couture), Songmont (lederwaren) en Mao Geping (make-up).
Een lichtpuntje in de macro-economische mist is de periode juli-augustus, mogelijk het eerste positieve kwartaal sinds Q4 2023 voor de invoer van lederen handtassen door China**. Deze statistiek had zijn weerslag op de beurs voor deze sector, waarvan de omzetgroei sterk gecorreleerd is met deze indicator. Een groot deel van de terugkeer naar een beter fortuin op de beurs zal in feite afhangen van hoe het herstel van het Middenrijk er zal uitzien. Deze consumenten, die ongeveer een derde van de inkomsten van de sector vertegenwoordigen, zijn in beweging gekomen met de opkomst van de generatie van de 20- tot 30-jarigen wiens consumptiegedrag complexer en volatieler is, zoals blijkt uit het enthousiasme voor de Labubu-figuurtjes.
Op het gevaar af de situatie te veel te vereenvoudigen, met het zeer hoge spaarniveau van de Chinese huishoudens***, een bemoedigende Golden Week en de evolutie van de nationale beurs sinds het begin van het jaar (+20% voor de CSI300-index in lokale munt, het hoogste niveau in 3 jaar) gestimuleerd door de initiatieven van de regering, is er reden tot hoop …
* premiegegevens brokerage en long only's;
** +4% gecumuleerd voor juli-augustus;
***35% tegenover 15% in Europa en 9% in de Verenigde Staten.


