“We verwachten dat de bbp-groei in de eurozone tussen het tweede en derde kwartaal licht is verbeterd, mede door een herstel van de binnenlandse vraag en de dienstensector", zegt Katharine Neiss, hoofdeconoom Europa bij PGIM's fixed income divisie, vooruitlopend op de economische data die voor deze week op de rol staan.
Voor 2025 rekent ze op een bbp-groei van 1,3% en een inflatie net boven de doelstelling, op 2,1%. Volgens Neiss is de ECB er daarmee in geslaagd iets te bereiken wat andere belangrijke centrale banken niet lukt: groei dicht bij het potentieel en inflatie op doel.
Toch waarschuwt ze dat dit succes voeding geeft aan het ‘job done’-narratief onder Europese beleidsmakers, wat op zijn beurt kan leiden tot zelfgenoegzaamheid. Vooral op het gebied van noodzakelijke hervormingen, zowel op nationaal niveau, zoals in Duitsland, als op EU-niveau, lijkt de ambitie af te nemen.
De markt zal deze week scherp letten op de inflatiecijfers van oktober. Hoewel de inflatie dicht bij de doelstelling ligt, bevindt die zich in een opwaartse trend en verraste die in september aan de hoge kant. Tegelijkertijd neemt het momentum af en zien markten de inflatierisico’s duidelijk aan de neerwaartse kant. Mocht die daling doorzetten, dan "kan de toon bij de ECB omslaan richting meer renteverlagingen, mogelijk al in december". Nu de inflatie terug is op doel, kunnen beleidsmakers hun blik weer op de middellange termijn richten. De kernvraag, besluit Neiss, “is of de laatste inflatiecijfers wijzen op een ‘deanchoring' van de inflatie onder de nu symmetrische doelstelling van 2%”.


