Volgende week begint in Belém, in het hart van het Amazonegebied, de volgende VN-klimaattop. Tien jaar na het Akkoord van Parijs staat de wereld opnieuw op een kruispunt. De boodschap van de laatste VN-rapporten (zoals het Emission Gap Report 2025 met de titel Off Target) kan niet duidelijker zijn: we bewegen te langzaam en de uitvoering blijft achter bij de woorden. We zagen in Bakoe hoe de kloof tussen financiële beloften en daadwerkelijke klimaatmaatregelen pijnlijk zichtbaar werd. In Belém moet dat anders. Belém moet geen top van nieuwe beloften worden, maar van implementatie en verantwoordelijkheid.
![]() Hans Stegeman |
Ten tweede moet klimaatadaptatie eindelijk dezelfde urgentie krijgen als mitigatie. De gevolgen van klimaatverandering treffen de kwetsbaarste gemeenschappen het hardst. Een geloofwaardig klimaatbeleid vereist dat het rechtvaardig is. In middelen, uitvoering en resultaten. Ook is meer coördinatie nodig tussen de UNFCCC-, CBD- en UNCCD-verdragen. Klimaat, biodiversiteit en landdegradatie zijn geen losse problemen. Sterkere samenwerking tussen klimaat-, biodiversiteits- en woestijnverdragen is essentieel om onderling verbonden milieuproblemen echt op te lossen.
Ten derde moet de structurele invloed van de fossiele industrie worden teruggedrongen. Zolang de belangen van olie-, gas- en kolenproducenten het tempo bepalen, blijft het mondiale klimaatbeleid steken in symboliek. Het is tijd voor een gecoördineerd traject om fossiele brandstoffen uit te faseren, via een internationaal fossiel non-proliferatieverdrag.
Ten vierde moet de financiële sector haar verantwoordelijkheid nemen. Banken, beleggers en verzekeraars zijn geen toeschouwers, maar mede-architecten van de economie van morgen. Zolang kapitaalstromen blijven vloeien naar fossiele groei, ondermijnen ze hun eigen toekomst. Het is tijd om investeringen structureel te verleggen naar activiteiten die de ecologische en sociale basis van onze welvaart versterken. Dat vraagt niet om idealisme, maar om risicobesef en realisme.
Belém biedt nog één kans om internationale klimaatactie geloofwaardig te maken. Als deze top opnieuw verzandt in diplomatieke voorzichtigheid, raakt niet alleen de 1,5°C-doelstelling uit beeld, maar ook het vertrouwen dat mondiale samenwerking verschil kan maken.



