Navbar logo new
Outlook 2021 voor duurzaam beleggen
Calendar27 Jan 2021
Thema: ESG
Fondshuis: DPAM

Door Ophélie Mortier, Sustainable & Responsible Strategist bij DPAM

Oph%c3%a9lie mortier
Ophélie Mortier
Woensdag 27 januari 2021 — Zowel op het vlak van het beheerd vermogen en de geregistreerde instroom als op het vlak van wereldwijde vooruitgang inzake regelgeving hebben ESG- en duurzame beleggingen een ongelooflijk jaar 2020 achter de rug. Het ziet ernaar uit dat dit positieve momentum voor ESG zal aanhouden in 2021, wat allerlei risico's en kansen met zich meebrengt. Die risico's en kansen zullen zorgvuldig en nauwlettend in het oog moeten worden gehouden om aan te tonen dat ESG-factoren hand in hand gaan met duurzame prestaties. De belangrijkste risico's op het vlak van ESG die in 2021 moeten worden opgevolgd, zijn ten eerste de impact van COVID-19 (in het bijzonder het verband met andere ESG-risico's op de radar), en ten tweede het geopolitieke risico als belangrijke factor bij grote ESG-uitdagingen op het gebied van toeleveringsketens, klimaattransitie, digitalisering en technologieën.

2020 was ontegensprekelijk een ongelooflijk jaar, dat erg gunstig was voor ESG-beleggingen

De gegevens liegen er niet om: fondsen met een ESG-label kenden vorig jaar een positieve instroom, ook in februari en maart 2020. Volgens de gegevens van Morningstar hebben de activa in duurzame fondsen tijdens de eerste drie kwartalen van 2020 een recordhoogte van 1,25 biljoen USD bereikt, waarbij Europa goed was voor het symbolische bedrag van 1 biljoen USD. Bovendien hebben verschillende onderzoeken de grotere veerkracht van ESG-factoren in dit volatiele jaar aangetoond. Deze factoren hadden voorspellende kracht voor winstvolatiliteit, prijsvolatiliteit en faillissementsrisico. De controverses met betrekking tot ESG-feiten en -kwesties worden steeds beter opgevolgd, omdat die hardnekkig en duur blijken te zijn.

ESG-momentum: de te bewaken risico's in 2021

Hoe groter de focus op duurzaamheid, hoe groter het eraan gekoppelde risico op reputatieschade. In combinatie met de uitblijvende regelgeving om het groenwassen te beteugelen, staan we voor een grote uitdaging. Er is immers een groot risico dat de extra werklast, de kosten en de complexiteit de zaken nog ingewikkelder maken voor beleggers die hun weg reeds vinden in het uitgebreide universum van duurzaam beleggen.

Ook al blijft Europa het voortouw nemen als het gaat om het opstellen van ESG-wetten en -beleidslijnen, toch zijn alle delen van de wereld wakker geschud. Verschillende regeringen pakken uit met ambitieuze regelgeving, met inbegrip van eigen taxonomieën, zoals in Japan of Canada. Singapore, Hongkong of Maleisië hebben ook als katalysator gewerkt op de openbaarmaking van ESG-informatie. De proliferatie van afzonderlijke en lokale taxonomieën en het ontbreken van universele normen en definities zullen de onduidelijkheid en de diversificatie echter enkel maar doen toenemen.

De laatste regelgevingsinitiatieven van de Europese Commissie (EC) krijgen veel tegenwind te verduren. De EU-taxonomie of de verordening betreffende de openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie zijn onderhevig aan kritiek met betrekking tot hun technische karakter en de hoeveelheid vereiste gegevens. Het kan inderdaad relevant zijn om in gedachten te houden dat bedrijven momenteel hun inkomsten niet rapporteren volgens 'groene' en 'bruine' activiteiten. Te veel regelgeving dreigt een belemmering te zijn voor innovatie en beleggers op kosten te jagen.

Waardering en mogelijke ondermaatse prestaties vormen een tweede risico dat het ESG-momentum zou kunnen hinderen. Ondermaatse prestaties kunnen het enthousiasme voor dit segment temperen. Duurzame bedrijven hebben de laatste jaren een spectaculaire expansie van hun multiples (P/E, EV/Ebitda en EV/Sales enz.) meegemaakt. Dit zou met name verklaard kunnen worden door de recente wereldwijde stormloop op zogeheten 'groene' emittenten. De recente regelgeving en de veralgemening ervan over de hele wereld zouden deze voorkeur voor groenere bedrijven en beleggingen kunnen versterken (zie hierna). Net daarom is het cruciaal om de beleggingen in de portefeuilles actief te selecteren en te evalueren.

ESG-momentum: de kansen die we in 2021 moeten benutten

De trend en de wereldwijde regelgeving zijn gunstig voor de vraag naar de toewijzing van kapitaal aan groenere en duurzamere oplossingen.

Enerzijds zijn er teksten die duurzame beleggingen reguleren. Anderzijds zijn er verschillende ESG-voorschriften die de duurzaamheid op bedrijfsniveau reguleren. ESG-beleggen is niet langer enkel een zaak van Europese bedrijven en beleggers, het is een wereldwijde prioriteit geworden. De meeste belangrijke APAC-markten (China, Hongkong, Japan, Zuid-Korea, Nieuw-Zeeland of Singapore) werken aan ESG-regelgeving. Het komende jaar zal de implementatie ervan duidelijker worden. De regelgeving heeft niet alleen betrekking op de klimaatverandering, maar ook op een versterking van het financieel ecosysteem voor ESG-beleggingen.

In de VS zou het nieuwe presidentschap een scharnierjaar kunnen inluiden voor het land in termen van klimaatdoelstellingen en -ambities. Ook de verklaring van de Amerikaanse Federal Reserve om zich aan te sluiten bij het 'Network of Greening the Financial System' (NGFS) moet zeker worden opgevolgd. Dit netwerk van 75 centrale banken en regelgevende autoriteiten erkent de klimaatverandering formeel als een systemisch financieel risico. Sinds november 2020 heeft de Fed, waarvan de acties worden gevolgd door miljarden beleggers, de klimaatverandering opgenomen als een risico voor de financiële stabiliteit in zijn halfjaarlijkse verslag over de financiële stabiliteit.

Bovendien zouden de verkiezingen een belangrijke katalysator kunnen zijn voor duurzame financiering in de VS. Het gerucht doet de ronde dat de regering-Biden- Harris van plan is om de ESG-openbaarmaking door emittenten verplicht te stellen en te standaardiseren. Ze zou ook de fiduciaire taken kunnen moderniseren door er ESG-factoren in op te nemen en deze te integreren in de regelgeving betreffende financiële veiligheid en soliditeit.

Laten we tot slot ook het Latijns-Amerikaanse continent niet vergeten. Ook al hinkt het nog steeds achterop in vergelijking met andere delen van de wereld, toch boekt het gestage vooruitgang op het vlak van ESG-regelgeving dankzij toenemende belangstelling van beleggers. Merk op dat Brazilië verplichte rapportage- en openbaarmakingsnormen zou kunnen invoeren die vergelijkbaar zijn met de aanbevelingen van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD). Naar verwachting zullen kleinere landen als Mexico, Chili, Colombia of Peru ook ESG-regelgeving aannemen. De vraag is eerder of ze hun eigen nationale normen zullen opstellen, of in plaats daarvan de reeds bestaande wereldwijde normen zullen overnemen. De laatste optie kan ons op weg helpen naar universele standaardisering.

Grotere aantrekkingskracht voor groene en sociale labels in 2021

We wijzen al enkele jaren op de recorduitgifte van groene obligaties. 2021 zal in dit opzicht geen uitzondering zijn, hoewel er wellicht ook sprake zal zijn van een diversificatie in de richting van sociale en duurzame obligaties. In Europa verwachten we bijna 75-100 miljard EUR aan gelabelde bedrijfsobligaties, in vergelijking met meer dan 50 miljard EUR in de eerste elf maanden van 2020. De emitterende sectoren zullen waarschijnlijk bestaan uit consumentengoederen, gezondheidszorg en telecommunicatie. Dit zou een welkome diversificatie zijn na de huidige dominantie van nutsbedrijven en banken.

Opmerkelijk is ook dat de pandemie en de raciale spanningen hebben geleid tot een enorme opleving van de markt voor sociale obligaties, die sinds vorig jaar vertienvoudigd is. Sociale obligaties vertegenwoordigen nog steeds slechts een klein deel van de gelabelde obligaties (minder dan 30%). Na hun opleving in 2020 zullen ze wel steeds meer aan belang winnen.

Voor de overgang naar een wereldwijde koolstofvrije economie is naar verwachting 150 biljoen USD nodig. Het lijdt geen twijfel dat de uitgifte van groene obligaties niet zal vertragen. De regelgeving inzake groene obligaties (vooral dan op het vlak van rapportage) zal de transparantie, de klimaatgerelateerde kritieke prestatie-indicatoren en het bereik van de behaalde streefdoelen verder versterken.

De pandemie treft het financieringstekort van de SDG's

Door de gezondheidscrisis is de financieringsbehoefte voor de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen verhoogd. In sommige gevallen heeft 2020 jaren van recente vooruitgang ongedaan gemaakt. De behoeften waren oorspronkelijk indrukwekkend: ongeveer 2,5 biljoen USD per jaar. Naar schatting was door de coronacrisis en de daaropvolgende lockdowns 1 biljoen USD extra nodig in 2020. Parallel aan deze toenemende behoeften zijn de financieringsbronnen in 2020 afgenomen (ongeveer 700 miljard USD aan externe private middelen).

Ook al zijn er overal economische herstelplannen aangenomen, het is belangrijk dat ze in overeenstemming zijn met deze doelstellingen. De VN hebben al alarm geslagen over het risico op inconsistentie. Veel steunprogramma's gaan immers naar sectoren die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Ondertussen vereist het Akkoord van Parijs dringend een daling met 6% per jaar tot 2030 om een scenario van +1,5° te bereiken. In het kader van het Akkoord van Parijs werden de huidige resultaten in 2020 geëvalueerd en kwam men tot de conclusie dat ze helemaal niet in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het akkoord. Dit jaar zijn de nationale ambities ook naar boven bijgesteld. Op dit moment hebben ongeveer 20 ondertekenende landen hun streefdoelen verhoogd. Helaas nemen deze landen minder dan 5% van de totale uitstoot voor hun rekening, aangezien het vooral om opkomende economieën gaat.