Navbar logo new
Macroscoop: De toekomst van een illusie
Calendar07 Dec 2020
Thema: Macro

Door Alexis Bienvenu, Fund Manager La Financière de l'Echiquier.

Toen Freud net geen 100 jaar geleden De toekomst van een illusie uitbracht, kwam één eeuwenoude illusie daarin niet aan bod: het onterechte geloof dat schulden, of in elk geval staatsschulden, zullen worden terugbetaald. Hoeveel moeite overheden ook doen om die illusie in stand te houden, beetje bij beetje begint de werkelijkheid haar aan te tasten. Wie weet wordt ze binnenkort definitief doorprikt.

COVID-19 heeft die ontwikkeling aanzienlijk versneld. Het virus laat zware sporen na in de begrotingen van westerse landen – in de meeste is de staatsschuld in één klap toegenomen met 20% van het bruto binnenlands product (bbp). Zo loopt de staatsschuld binnenkort wellicht op tot 120% van het bbp in Frankrijk en 115% in de Verenigde Staten. In Japan ligt ze zelfs rond de 250%. Hoe kan dat ooit terugbetaald worden?

Daar zou een economisch mirakel voor nodig zijn, of voorthollende inflatie. En waarom überhaupt terugbetalen? De schulden rijzen weliswaar de pan uit, maar van wantrouwige beleggers die de rente opdrijven is geen sprake, wel integendeel. Bovendien blijven de centrale banken onverminderd schulden opkopen, zonder daarom aan geloofwaardigheid in te boeten – hun munten blijven immers relatief stabiel.

Ook op de politieke scène begint de illusie van een terugbetaling in de toekomst barsten te vertonen. Zo zei voorzitter David Sassoli van het Europees Parlement recent – terloops een ander freudiaans thema aanhalend – dat er wat betreft de door COVID-19 veroorzaakte schulden "geen taboes mogen zijn". Van de klassieke hoeders van de tempel van illusie hoeven we dergelijke uitspraken uiteraard niet te verwachten, maar het idee maakt duidelijk opgang op de hoogste niveaus.

Onhoudbare schulden werden in het verleden steevast uitgewist door hetzij een faillissement, hetzij inflatie. Die eerste oplossing is echter te bruusk en de tweede blijft hardnekkig buiten bereik. Er is dus een andere aanpak nodig, die de schuld uitwist zonder dat expliciet te zeggen. Een soort 'uitdoofscenario', waarin er uiteindelijk geen schuldeisers meer zijn. Een eerste mogelijkheid is om de schuld tot in het oneindige te herfinancieren tegen uiterst lage rente, zoals nu.

Dat kan de schuldenaar zelfs rijker maken, als de rente – zoals voor heel wat Europese tarieven het geval is – negatief is. Een tweede mogelijkheid, eventueel in combinatie met de eerste, is dat de centrale banken een groot deel van de schulden permanent op hun balans houden. Dan is een officieel 'jubeljaar' – een feest waarop de schulden ritueel worden uitgewist – helemaal niet nodig.

We beleven een soort 'permanent jubeljaar', tot grote vreugde van iedereen ... behalve de banken en obligatiehouders, maar die worden gecompenseerd door de waardestijging van andere activa, zoals aandelen en vastgoed. Uitdovende schulden hoeven niet ten koste van de spaarders te gaan, mits zij een minimum aan volatiliteit aanvaarden.

Terwijl Frankrijk hulde brengt aan Valéry Giscard d'Estaing, de president onder wie een periode van onafgebroken begrotingstekorten aanbrak, is de veranderende politieke kijk op de staatsschuld misschien wel een onbedoeld deel van zijn nalatenschap. Was het uiteindelijk geen geweldige ingeving om als eerste het tekort te laten oplopen, als de schulden toch niet terugbetaald moeten worden?

Mag de man van de passiva (lees: 'de man van de schulden'), zoals zijn tegenstrever François Mitterrand hem tijdens het presidentiële debat in 1981 noemde, die stijging van de passiva niet op zijn actief schrijven?

Hoe dan ook mogen spaarders en beleggers gerust zijn: op activa met een echte waarde zullen eventuele kunstgrepen met de staatsschuld geen blijvend effect hebben. Obligaties van levensvatbare ondernemingen, aandelen van winstgevende bedrijven, bruikbaar vastgoed, mits goed gekozen, zullen niets van hun glans verliezen. Het contrast zou hen zelfs in een beter daglicht kunnen stellen. Het einde van een illusie betekent dus niet het einde van de wereld. Integendeel, we krijgen er een betere kijk op de werkelijkheid door – en soms ook meer koopkracht!