Navbar logo new
Waarom voedsel- en watervoorziening dringend moeten verduurzamen
Calendar20 Oct 2021
Thema: ESG
Fondshuis: Schroders

De sectoren verantwoordelijk voor voedsel- en waterproductie zullen veel efficiënter en duurzamer moeten omgaan met de grondstoffen. Deze sectoren staat voor grote uitdagingen, wat voor beleggers aantrekkelijke kansen kan opleveren, schrijft Mark Lacey, head of commodities bij Schroders.

Marklacey
Mark Lacey

De mondiale voedsel- en watervoorziening komt in de volgende jaren onder een enorme druk te staan. Daarvoor zijn er twee redenen:

De wereldbevolking groeit van de huidige 7 miljard naar 8 miljard in 2030 en bijna 10 miljard in 2050. Dat vereist een enorme toename van de voedselproductie om zoveel extra monden te vullen.

De voedsel- en waterhuishouding is nu totaal niet duurzaam vanuit het oogpunt van CO2-uitstoot, waterintensiteit, biodiversiteit, afval en gezondheid. De effecten van de klimaatverandering en de onvoorspelbare weerpatronen leiden tot een extra druk op beschikbare landbouwgrond en watervoorziening.

Watervoorziening

De voedsel- en waterproductie is goed voor ongeveer 25% van de wereldwijde CO2-uitstoot en verbruikt 65% van het proper water. De sector draagt dus bij aan de druk op het klimaat. Lacey wijst nog op een ander probleem. Zo’n 2 miljard volwassenen kampen met overgewicht, terwijl er 650 miljoen mensen ondervoed zijn. De sector staat voor drie uitdagingen, die met elkaar verbonden zijn en kansen opleveren voor beleggers: hogere landbouwopbrengsten en grotere efficiëntie; een verandering in dieet en eetpatroon; een grote vermindering van productieverliezen en CO2-uitstoot.

Agrarische kansen

Om de groeiende wereldbevolking te blijven voeden kan niet simpelweg meer landbouwgrond gereserveerd worden. De efficiëntie en opbrengst per hectare moeten omhoog. De agrarische output moet met 70% toenemen om alle monden te kunnen blijven voeden. Die hogere opbrengst moet tegelijkertijd gepaard gaan met een vermindering van het waterverbruik. Technologie kan helpen om die uitdagingen op te lossen.

Kansen in gezonde voeding

Wat we eten speelt ook een rol. Consumenten moeten nieuwe eetgewoonten en diëten aannemen. Gezondheid en duurzaamheid hebben al een impact, zo blijkt uit de enorme groei van alternatieve lactoseproducten. Dat biedt perspectieven voor vleesalternatieven. Veel vlees eten is niet alleen slecht voor de gezondheid, het zet ook een enorme druk op de agrarische grondstoffen. Mondiaal wordt dubbel zoveel vlees geconsumeerd en minder dan de helft aan fruit en groente dan gezond is voor de mens.

Watervoorzieningen

Kansen in productieverlies en CO2-reductie

De landbouwsector is goed voor zo’n 26% van de CO2-uitstoot wereldwijd. Daarnaast is het productieverliespercentage hoog. 44% van alle aanplant gaat verloren voor de oogst. Hier ziet Lacey ook een sleutelrol weggelegd voor technologie, maar daarvoor is steun van de overheden vereist. Landbouwsubsidies gaan nu grotendeels op aan prijsverstoring, of beschadigen de natuur en gezondheid. De overheden moeten aan de landbouwsubsidies duurzame criteria verbinden, meent Schroders. Daarnaast kan technologie een rol spelen in het verhogen van de opbrengst en het verlagen van de verliezen. De broeikasgasemissies van de voedselproductie is hoog en het koolstofarm maken van de voedsel- en watervoorziening vereist alternatieve technologieën voor landbouw, machines, transport en verpakking.

Dit smaakt naar meer voor beleggers

Schroders ziet tal van beleggingskansen in deze drie structurele veranderingen (hogere efficiëntie, verandering van eetpatronen en vermindering van het productieverlies en de CO2-uitstoot). Het vraagt veel investeringen om de hele voedselketen duurzaam te maken. Lacey schat dat er tot 2050 30 biljoen dollar nodig zal zijn in de hele voedsel- en waterketen. Er komt steeds meer technologie beschikbaar, de consumenten worden meer bewust en de overheden focussen meer op duurzaamheid.

Nieuwe kansen voor ‘oude’ economie

Samengevat duiden deze factoren op een voedsel- en watersysteem dat aan de vooravond staat van ingrijpende veranderingen. Lacey ziet potentieel aantrekkelijke rendementen door te beleggen in die bedrijven die de producten en technologieën maken om deze verandering mogelijk te maken.

Veel van deze bedrijven produceren goede cashflows, maar zijn laag gewaardeerd omdat de beleggers hen als ‘oude economie’ bestempelen. Lacey denkt dat dit gaat veranderen, aangezien de noodzaak om voedsel en water duurzaam te maken kansen creëert voor nieuwe groeibedrijven die veel beleggers misschien hebben afgeschreven als oude economie.