Door Peter Garnry, Head of Equity Strategy, Saxo Bank
![]() Peter Garnry |
Waardeaandelen kunnen een nieuwe tactische periode van outperformance ingaan
De Amerikaanse inflatie was in oktober hoger dan verwacht en klom naar 6,2% nominale CPI-inflatie op jaarbasis. Voor velen kwam dit als een verrassing. Maar niet voor ons team, want wij hebben ons nooit geschaard achter het 'transitiekamp' dat ervan uitgaat dat de hogere inflatie van dit jaar een tijdelijk fenomeen is. Onderinvesteringen in de materiële wereld (energie en mijnbouw), aanbodbeperkingen, een enorme vraag in de ontwikkelde landen, stijgende huurprijzen en loondruk zullen de inflatie ook in 2022 op een hoger niveau houden.
Dit zal een opwaartse druk uitoefenen op de interestvoeten aan het langetermijngedeelte van de Amerikaanse rentetermijnstructuur. Beleggers in Amerikaans schatkistpapier hebben hun kapitaal in reële termen sinds 2015 misschien net kunnen behouden, maar met de huidige nominale rendementen en de inflatievooruitzichten zal het kapitaal in reële termen in 2022 snel wegsmelten. De enige zinvolle tegenzet om het kapitaal in reële termen veilig te stellen, is een stijging van de nominale rendementen.
De laatste keer dat de nominale rendementen stegen, was van begin november 2020 tot april 2021. Dat veroorzaakte een opleving van wereldwijde waardeaandelen, die 18% beter presteerden dan groeiaandelen, voordat ze het grootste deel van de winst weer moesten afstaan aangezien de groeiaandelen hun stijgende trend hernamen. Als onze kijk op inflatie en de reactie erop op het vlak van rendementen correct is, dan zullen energie-, financiële en mijnbouwbedrijven de outperformance van waardeaandelen aanjagen.
Vanuit tactisch oogpunt is het de gok waard. Op lange termijn vinden wij nog steeds dat beleggers moeten zijn blootgesteld aan de grondstoffensector, cybersecurity, halfgeleiders, India, logistiek en megacaps.
Kan de anticonglomeraatfilosofie overwaaien naar technologie?
De beslissing van General Electric om het concern op te splitsen in drie afzonderlijke bedrijven komt er na de succesvolle afsplitsingsstrategie van Siemens, ook al zijn wij van mening dat Siemens nog verder kan worden vereenvoudigd. De twee meest iconische industriële conglomeraten zijn eindelijk met hun tijd meegegaan, en vooral dan met de evolutie van de beleggingstheorie inzake portefeuillebeheer. Vandaag willen beleggers 'pure play', een volledige focus op industrietakken en technologieën. Kijk maar hoe Tesla beloond wordt door beleggers, omdat het de enige 'pure player' is inzake de toekomst van elektrische voertuigen.
Op korte termijn ziet het er niet naar uit dat beleggers sterk onder de indruk zijn van het plan van General Electric, waarbij de splitsing van de schuld een van de belangrijkste onopgeloste kwesties is. Op langere termijn is het wel de juiste beslissing en meer bedrijven zouden hun activiteiten grondig onder de loep moeten nemen om te zien waar er sprake is van synergie. Is die er niet, dan is er nood aan een vereenvoudiging van de activiteiten.
Nog belangrijker is de vraag of de stimulans om activiteiten zonder duidelijke onderlinge synergie af te stoten, ook zal overwaaien naar technologiebedrijven. Zij waren lange tijd afgeschermd van die druk, aangezien die vooral gericht was op de oude industrieën die in de jaren zestig de conglomeraatfilosofie hebben omarmd. Amazon is een interessant geval, met een vrij geringe synergie tussen de cloudactiviteiten (AWS) en de e-commerce-activiteiten. In 2020 genereerde de AWS-business $ 13,5 miljard aan bedrijfsopbrengsten, ten opzichte van $ 9,4 miljard voor de gezamenlijke e-commercebusiness.
De cloudactiviteiten hebben een veel hogere operationele marge en er zijn minder investeringsuitgaven nodig om marginale opbrengsten te genereren. De vraag van de beleggers naar 'pure play' op de grootste cloudbusiness ter wereld zou dus wel eens extreem hoog kunnen zijn. Misschien vormt General Electric een inspiratiebron voor Amazon?