Navbar logo new
”Bedrijven doen echt wel hun uiterste best”
Calendar12 Jan 2022
Thema: ESG
Fondshuis: DNCA Investments
L%c3%a9a dunand chatellet dnca finance
Léa Dunand-Chatellet
DNCA Finance

Duurzaam beleggen is een belangrijke trend op de financiële markten, wat Léa Dunand-Chatellet kan beamen. Zij beheert immers een beleggingsfonds dat een stempel wil drukken op de toekomstige evolutie van de klimaatverandering op onze planeet.

Léa Dunand-Chatellet is sinds juni 2018 hoofd duurzaam beleggen bij de Parijse vermogensbeheerder DNCA Finance, een logische stap omdat ze tijdens haar carrière veel aandacht heeft besteed aan dit beleggingssegment. En dit van haar beginjaren bij Oddo BHF als SRI-analist en daarna als duurzame fondsbeheerder bij Sycomore Asset Management, en vervolgens als hoofd aandelenbeheer van Mirova. Ze is erg goed geplaatst om de omwenteling in de financiële sector te duiden, met name door haar functie als beheerder van het DNCA Invest Beyond Climate fonds.

U hebt net een rapport gepubliceerd over het klimaattraject van de verschillende fondsen van DNCA Finance. Wat is de belangrijkste conclusie?

Léa Dunand-Chatellet: ”Dankzij dit verslag kunnen we ons volledige aanbod in kaart brengen en toegang krijgen tot meer data, zodat we met cijfers naar buiten kunnen komen die realistisch zijn ten opzichte van wat we vaststellen. Op het gebied van duurzaam beleggen is de verleiding vaak groot om grote uitspraken te doen over langetermijndoelstellingen die niet realistisch zijn.”

Wiens schuld is dat?

L.D.-C.: "De toezichthouders hebben de financiële sector duidelijk aangespoord om zich in te zetten om hun klimaatbeloftes geloofwaardig te maken. De uitrol van een Europese taxonomie over hoe 'groen' verschillende economische activiteiten zijn, zal ons meer zicht bieden op de portefeuilles. Ook internationaal worden ook andere taxonomieprojecten overwogen, maar het risico bestaat dat ze in de Verenigde Staten en China heel anders geïnterpreteerd worden, en dat verschillende regio's verschillende criteria hanteren. Het is te hopen dat er op den duur een gemeenschappelijke visie ontstaat, waarschijnlijk vanuit de Angelsaksische wereld.”

Welke aanpak heeft u gekozen voor uw klimaatfonds?

L.D.-C.: "De traditionele aanpak zet in op een groot aandeel van hernieuwbare energie of koolstofarme bedrijven, met het risico van een grote blootstelling aan sectoren zoals technologie. Zulke fondsen zullen daarentegen bedrijven die gespecialiseerd zijn in de isolatie van woningen links laten liggen vanwege hun hoge CO2-uitstoot, ook al spelen zij een essentiële rol in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Wij van onze kant willen beleggen in bedrijven die om de juiste redenen koolstof uitstoten. We moeten de boodschap overbrengen dat een klimaatfonds een minder gunstige klimaatvoetafdruk kan hebben dan zijn index als de koolstofintensiteit sneller vermindert en de producten van bedrijven een positieve bijdrage leveren, vooral voor de meest koolstofintensieve sectoren.”

Hoe is uw portefeuille samengesteld?

L.D.-C.: "Wij zullen doorgaans 15-25% van ons vermogen onder beheer beleggen in disruptieve industriële bedrijven (bv. in de productie van koolstofarm cement of het gebruik van hout als alternatief voor staal). Die hebben immers emissieprofielen die aanzienlijk gunstiger zijn dan de rest van de bedrijven die in hun sector actief zijn. De portefeuille zal ook op een meer traditionele manier beleggen, waarbij 40-60% van de activa wordt belegd in bedrijven die de energie-efficiëntie willen verbeteren, met bekendere namen zoals Schneider Electric of Air Liquide. Ten slotte is de rest van de portefeuille vooral belegd in producenten van hernieuwbare energie.”

Zou u overwegen om te beleggen in oliebedrijven die zwaar investeren in hernieuwbare energie?

L.D.-C.: "In de meeste gevallen vertegenwoordigt groene energieproductie nog steeds slechts een klein deel van hun omzet. Onze beleggers zouden niet begrijpen waarom een oliebedrijf in onze portefeuille zou moeten zitten als het overgrote deel van zijn activiteiten nog steeds 'bruin' is. Over een paar jaar, wanneer deze bedrijven hun businessmodel ingrijpender veranderd hebben, zullen we ons standpunt wellicht moeten heroverwegen. Maar dit is nog veel te voorbarig. Wij hebben gekozen voor volledige transparantie over onze verschillende posities, en beleggers kunnen ons gemakkelijk aan de tand voelen en vragen stellen over de bedrijven waarin wij beleggen."

Hoe heeft uw strategie gepresteerd sinds lancering?

L.D.-C.: "Het fonds bestaat sinds het voorjaar van 2020, en we zijn staan nu meer dan 45% hoger. Dankzij het evenwicht tussen de verschillende segmenten hebben we in 2021 beter stand gehouden dan andere klimaatfondsen in een context die over het algemeen minder gunstig is geweest voor groene aandelen. Fundamenteel gezien willen we op termijn liever consistent presteren dan een volatiel rendement neer te zetten."

Wat zijn uw plannen voor de komende jaren?

L.D.-C.: "Ik zou graag een fonds lanceren dat sterker inzet op de bescherming van de biodiversiteit, maar dat is nog erg moeilijk omdat er nog niet zoveel beursgenoteerde bedrijven zijn die hiervoor in aanmerking kunnen komen. We moeten ook wereldwijd beleggen, wat voor ons een probleem is omdat we altijd eerder de nadruk hebben gelegd op Europese aandelen. Bovenal ontbreekt het ons ook aan relevante gegevens van bedrijven, die doorgaans niet weten hoe ze hun impact op de biodiversiteit moeten aanpakken.”

Tot slot, heeft u iets positiefs meegenomen uit de recente klimaatconferentie (COP26) in Glasgow?

L.D.-C.: "Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt, met name op het gebied van ontbossing en methaanuitstoot. Helaas zijn we nog niet verder gekomen dan beloftes, en is de hulp aan ontwikkelingslanden een teleurstelling gebleken, zeker wanneer je kijkt naar de uitdagingen waarmee deze achtergestelde regio's kampen. Maar deze evolutie stemt me niet ongerust, omdat bedrijven nu echte inspanningen leveren om zich te engageren voor de klimaatovergang en een heuse strategie hebben die verder gaat dan marketing. Wereldwijd is de impact op het klimaattraject echter nog niet voldoende concreet.”