Navbar logo new
De realiteit van decarbonisatie begint door te dringen
Calendar14 Jun 2022
Thema: ESG
Fondshuis: Lazard

Door Monika Kumar, fondsbeheerder en analist in het Climate Action Team, Lazard Asset Management

De wedloop naar een netto-nulemissie begint nu echt, onder impuls van de inspanningen om koolstofarm te worden. Dit kan gevolgen hebben voor bedrijven die bijvoorbeeld betrokken zijn bij elektrificatie, landbouw, elektriciteitsnetwerken en waterstof- en koolstofafvangtechnologieën, maar ook voor bedrijven die via hun respectieve waardeketens met deze thema's te maken hebben. Beleggers beschikken niet over een routekaart voor de reis die zij ondernemen.
Monika kumar
Monika Kumar

Klimaatverandering is niet langer een kwestie zonder gedurfde toezeggingen of enorme kapitalen. Alleen al de Glasgow Financial Alliance for Net Zero - een groep financiële instellingen onder leiding van voormalig centrale bankier Mark Carney - heeft een opvallend bedrag van 130 biljoen dollar aan kapitaal uit de privésector toegezegd om de decarbonisatie-inspanning te ondersteunen.

Maar met beloftes en geld alleen lossen we de klimaatcrisis niet op. Financiële systemen hebben nieuwe stimuli nodig om kapitaal te heroriënteren naar bedrijven en projecten die oplossingen voor de klimaatcrisis helpen creëren, bedrijven moeten hun activiteiten afstemmen op net-nul doelstellingen, en ook de consument moet zijn gedrag aanpassen. Het goede nieuws is dat de structurele veranderingen al in een snel tempo plaatsvinden en dat de financiële markten de effecten beginnen in te schatten.

De regelgeving wordt strenger

Het groeiend aantal toezeggingen en beloftes van bedrijven om hun koolstofuitstoot te verminderen, moet worden gezien tegen de achtergrond van strenger toezicht door de regelgevers, met name in de Verenigde Staten en Europa. Dit jaar zullen verschillende landen de verwachtingen voor de openbaarmaking van klimaatinformatie door bedrijven aanscherpen, waarbij veel landen zich aansluiten bij de Taskforce on Climate-related Financial Disclosures (TCFD). Hoewel de meeste rapportering momenteel op vrijwillige basis gebeurt, lijken we onvermijdelijk af te stevenen op verplichte openbaarmaking.

Wij zijn van mening dat naarmate het algemeen verwacht en mogelijk zelfs verplicht wordt dat ondernemingen aantonen hoe zij op de risico's en kansen van klimaatverandering reageren, ze proactief hun openbaarmakingsinspanningen zullen opvoeren. Ondernemingen die op deze verschuiving anticiperen en proactief handelen, zullen op lange termijn waarschijnlijk door beleggers worden beloond.

Bedrijven proberen woorden in daden om te zetten

Ongeveer een vijfde van 's werelds grootste overheidsbedrijven heeft zich ertoe verbonden een netto nuluitstoot te halen, een aantal dat volgens ons zeker nog zal stijgen. Beleggers zullen bedrijven op het matje roepen en ervoor moeten zorgen dat bedrijfsstrategieën voldoende gedetailleerd zijn om na te gaan of het bedrijf op een haalbaar traject zit om tegen 2050 of eerder koolstofarm te worden.

Maar ze zullen ook de manier waarop ze over bedrijven denken moeten aanpassen om de uitgaven en andere keuzes af te wegen die een bedrijf moet maken om het klimaatrisico te beperken, of de mogelijke impact van emissieregelgeving, koolstofprijszetting en evoluerend marktsentiment op de bedrijfswaarderingen. Dat begint zich nu al af te tekenen: Wanneer andere variabelen in aanmerking worden genomen, leiden deze factoren in sommige sectoren, regio's en marktkapitalisaties tot grotere kortingen of premies dan in andere.

Na vier jaar lang (2016-2020) bijna 17.000 bedrijven te hebben gevolgd, kwam het Lazard Climate Center tot de bevinding dat een emissiereductie van 10% in het topkwartiel van bedrijven met de hoogste uitstoot wereldwijd werd beloond met een stijging van 0,6% in de gemiddelde koers-winstverhouding. Voor een nauwkeurige beoordeling van het effect van de energietransitie op de winstgevendheid van bedrijven zijn betere, fijnere technieken nodig die verder gaan dan de traditionele financiële analyse om de fysische en klimaattransitierisico's in te schatten.

Hoe geraken we daar?

Bij de opwekking van elektriciteit wordt snel overgeschakeld op hernieuwbare energiebronnen, dankzij de incentives van regeringen wereldwijd die hun eigen doelstellingen moeten halen. Op korte termijn zal een combinatie van energieopwekkingsbronnen nodig zijn die wind en zonne-energie aanvullen, althans tot er oplossingen voor energieopslag met een lange levensduur zijn ontwikkeld en opgeschaald. Dit verklaart ten dele het besluit van de Europese Unie in februari om kernenergie op te nemen in haar taxonomie van milieuvriendelijke activiteiten. Intussen investeren sommige fossiele-brandstofbedrijven in oplossingen voor koolstofafvang en waterstoftechnologieën, wat de transitie zou moeten vergemakkelijken.

Het conflict in Oekraïne, en het isolement van Rusland als gevolg daarvan, zullen waarschijnlijk een ongekende impact hebben op de wereldenergiemarkten. Aanhoudende prijsvolatiliteit, verstoringen van de bevoorrading en verdere conflicten zouden de berekeningsbasis voor een koolstofarme toekomst wel eens kunnen veranderen. We zien nu al dat regeringen in Europa hun plannen voor een overgang op hernieuwbare energie versnellen, maar aan de andere kant gaan er ook stemmen op om de productie van fossiele brandstoffen op te voeren om een energiecrisis op korte termijn te voorkomen. De netto-impact van de crisis is nog niet duidelijk, maar heeft zeker het veelzijdige karakter blootgelegd van de risico's die verbonden zijn aan het blijven vertrouwen op fossiele brandstoffen.

Wij zijn van mening dat het even belangrijk is te begrijpen hoe grote vervuilers van plan zijn te vergroenen als na te gaan welke ontluikende technologieën kunnen worden opgeschaald en op de markt kunnen concurreren.

Beleggers kijken en reageren

De wedloop naar een netto-nulemissie begint nu echt, onder impuls van de inspanningen om koolstofarm te worden. Een onvermijdelijke en strengere beleidsreactie die de afhankelijkheid van de samenleving van fossiele brandstoffen in alle regio's, landen en bedrijfstakken vermindert, zal gevolgen hebben voor de winstgevendheid van individuele bedrijven op lange termijn in 2022 en daarna. Wij zijn van mening dat de wereldwijde verbintenis om een netto-nul-uitstoot te bereiken op termijn de financiële productiviteit zou moeten aanzwengelen van bedrijven die oplossingen voor de klimaatverandering creëren of overschakelen op groenere activiteiten, aangezien zowel overheidsregulatoren als de markt deze gedragingen steeds meer belonen en stimuleren.

Dit kan gevolgen hebben voor bedrijven die bijvoorbeeld betrokken zijn bij elektrificatie, landbouw, elektriciteitsnetwerken en waterstof- en koolstofafvangtechnologieën, maar ook voor bedrijven die via hun respectieve waardeketens met deze thema's te maken hebben. Verwacht wordt dat de jaarlijkse investeringen op deze vijf gebieden tegen 2025 jaarlijks 2 biljoen dollar aan kapitaal zullen aantrekken en tegen 2050 40% van de broeikasgasemissies zullen doen dalen.

Op langere termijn zullen de inspanningen van bedrijven om de energietransitie tot een goed einde te brengen, volgens ons waarschijnlijk tot uiting komen in hun kapitaalkosten en waarderingen. Op macroniveau begint het streven naar een koolstofarme economie innovatie, nieuwe kanalen voor het scheppen van werkgelegenheid en nieuwe bronnen van economische groei aan te boren.

Er bestaat geen routekaart voor de reis die beleggers ondernemen. Diepgaande kennis van industrietrends, concurrentiedynamiek en de regelgevingscontext zijn vereist, en directe toegang tot bedrijfsdirecties om plannen voor een koolstofarme economie in twijfel te trekken en te ondervragen zal van cruciaal belang zijn om de energietransitie in goede banen te leiden.