Navbar logo new
De hoeksteen van de Fed: Geduld, voorzichtigheid, volharding
Calendar17 Oct 2025
Thema: Beleggen
Fondshuis: DNCA Investments
Dnca


Pierre Pincemaille, Algemeen Secretaris van Gestion DNCA Investments.


Eindelijk! Dat heeft de Amerikaanse president wellicht gezegd na het langverwachte besluit van de Fed om de beleidsrente met 25 bp te verlagen. Opvallend is dat, ondanks herhaalde druk van de uitvoerende macht, slechts één gouverneur (Stephen Miran) van de 12 zich heeft uitgesproken voor een verlaging met 50 bp. Deze eenheid, met name van de gouverneurs Waller en Bowman, is des te welkom omdat de taak van de Fed moeilijk lijkt: de vertraging van de arbeidsmarkt verzoenen met een hoge inflatie.


Net als in september 2024 heeft de raad van bestuur van de Fed daarom gekozen voor een 'verzekering' tegen de risico’s die wegen op de economie. Vooral de parallel met deze periode lijkt relevant. Ter herinnering, in de zomer van 2024 wezen verschillende signalen op een conjuncturele verzwakking, die uiteindelijk werd ingeperkt door het initiatief van de monetaire instelling. In dit geval pleit ook de versoepeling van de financiële voorwaarden, onder meer dankzij de daling van de wereldwijde kortlopende rente en van de olieprijs, voor een zachte landing. Dat is trouwens het scenario dat de meeste beleggers verkiezen*.


Hun reactie liet niet op zich wachten. De drie grote Amerikaanse indexen sloten de dag na de beslissing van de Fed allemaal op historische hoogtepunten af, onder impuls van massale kapitaalstromen: 57,7 miljard dollar, de grootste kapitaalstroom sinds december 2024. En hoewel de markten een jaar na het hervatten van de rentedaling (zonder recessie) opveerden met een historisch gemiddelde van ongeveer 15%, is enige voorzichtigheid op korte termijn geboden met betrekking tot de technische factoren. Het totale volume van de calls** op de S&P 500 bedroeg tijdens de laatste twintig beurssessies gemiddeld 40 miljoen contracten per dag, een record. De RSI*** van de wereldindex van de aandelenmarkten van zijn kant zit weer terug in de zone van overkoop.


Misschien zal het verschil worden gemaakt in macro-sectoren. Historisch gezien presteert de oliesector stelselmatig ondermaats na een monetaire versoepeling en de huidige situatie zal naar verwachting geen uitzondering zijn op deze regel, gezien de toestroom van vaten van de OPEC op het moment dat de vraag, met name uit China, onzeker blijft. De banken doen het daarentegen doorgaans beter dan de index en de huidige configuratie pleit vooral in het voordeel van de Europese sector, omwille van de status quo van de ECB. Deze desynchronisatie van de Fed is eerder zeldzaam en mag onderstreept worden (20% van de tijd sinds 1990).


De farmaceutische sector, een defensief segment bij uitstek, wordt momenteel gegijzeld door de tariefaankondigingen en -verschuivingen, tegen de achtergrond van de wens van de Amerikaanse regering om de prijzen te doen dalen in aanloop naar de tussentijdse verkiezingen. De recente deal van Pfizer is daar een mooi voorbeeld van. Tot slot is de technologiesector historisch gezien een andere winnaar van de ommekeer in de monetaire cyclus, maar laten we ervan uitgaan dat de micro-economische trend die verbonden is aan generatieve kunstmatige intelligentie krachtiger zal zijn dan het effect van de kortetermijnrente.


Het is waarschijnlijk voor de obligatieklasse dat de vergelijking op haar grenzen botst, aangezien de huidige situatie bijzonder is. De historische mediaan wijst op een rendement van de Amerikaanse staatsobligatie met een looptijd van 10 jaar dat terugvalt op een termijn van drie en zes maanden na de nieuwe verlaging van de beleidsrente. Maar de komende papierstroom om het tekort te financieren en het fenomeen van de wedersamenstelling van de termijnpremie zouden kunnen blijven wegen op de nominale rendementen van de langlopende delen, wat zou kunnen leiden tot een omgekeerd conundrum****, om het woord van voormalig centraal bankier Alan Greenspan te gebruiken.


Tijdens de laatste vergadering van de gouverneurs stelde de Fed ook haar inflatieprognoses opwaarts bij (PCE op +2,6% in 2026, +20 bp). Gelet op de inflatie- en tewerkstellingstrends die aanleiding geven tot uiteenlopende monetaire maatregelen, drong de monetaire instelling uiteindelijk aan op de noodzaak om via een aanpak van risicobeheer dichter bij neutraliteit te komen. Met andere woorden, ze past de regel van ‘geduld, voorzichtigheid, volharding’ toe, een regel die ook beleggers zouden moeten volgen om de impact van een mogelijke stijging van de volatiliteit op de portefeuilles in het vierde kwartaal van een bijzonder jaar te beperken.


*Laatste peiling van Bank of America

**Aankoopoptie

***Relative Strength Index

****Enigma van de langlopende rente