Navbar logo new
Sectorallocatie van onze aandelen: corona is dan toch selectief …
Calendar12 Jun 2020
Thema: Beleggen
Fondshuis: Nagelmackers

Door Levi Sarens, Head of Asset Management Funds Nagelmackers

Aandelen hebben het hard te verduren gekregen in maart. Wereldwijd gingen aandelenbeurzen gemiddeld 25 à 30% onderuit op enkele weken tijd. Bloedrood kleurden de beurzen. En toch kun je niet alle aandelen zomaar over dezelfde kam scheren: niet alle aandelen, of sectoren, werden immers even hard getroffen.

Sectoren in zwaar weer

Laten we beginnen met enkele aandelensectoren die zwaar geleden hebben tijdens de beursmalaise: energiebedrijven, banken en de reis- en bij uitbreiding transportsector.

De energiebedrijven stonden eigenlijk nog voor de coronacrisis al onder druk, omwille van spanningen tussen Rusland en Saoedi-Arabië. De olieprijs was daardoor al aanzienlijk beginnen zakken. Wanneer vervolgens bleek dat de coronacrisis de wereldwijde economie tot stilstand zou brengen, zakte de olieprijs zowaar tot onder het nulniveau! Een dieptepunt waarvan niemand ooit kon vermoeden dat het überhaupt mogelijk was. Maar zelfs de financiële wiskunde flirt soms met haar eigen grenzen. Het hoeft geen betoog dat de olie-aandelen bijgevolg zware klappen hebben gekregen. Europese oliereuzen zoals Total en Royal Dutch noteerden op hun dieptepunt aan een verlies van 60% sinds het begin van het jaar.

Een andere sector die zich in het verliezende kamp bevond, en dat is eigenlijk al jaren zo, is de bankensector. De verklaring is grotendeels te vinden in de ultralage renteomgeving waarin we ons al jaren bevinden. Nu centrale banken en overheden de voorbije twee maanden nogmaals alle registers hebben opengetrokken (door geld in de economie te pompen en zich te engageren om heel wat obligaties op te kopen), lijkt die lage rente nog voor enige tijd gebetonneerd. Daardoor blijft de winstgevendheid van heel wat ‘klassieke’ banken onder druk staan. Aandelen zoals KBC, BNP Paribas en ING Groep gingen op amper één maand tijd 50 à 60% onderuit! Alsof de angst voor de financiële crisis uit 2008 helemaal terug was.

Staatssteun als reddingsboei

Wat ook doet terugdenken aan 2008 is de manier waarop overheden te hulp worden geroepen om bepaalde bedrijven en sectoren te redden. Waren het 12 jaar geleden voornamelijk banken die moesten gered worden, dan ligt de focus nu veel meer op de reis- en transportsector.

We mochten en mogen immers niet uit ‘ons kot’. Verplaatsingen en reizen zijn uit den boze, hotels blijven quasi leeg en vliegtuigen staan al maanden aan de grond. In de autosector bleven de fabrieken en toonzalen dan weer dicht (dus zowel vraag als aanbod vielen stil), waardoor de verkoop van nieuwe wagens in de Europese Unie in april met meer dan 70% gezakt is in vergelijking met vorig jaar.

Gevolg: dagelijks worden miljarden euro’s cash verbrand. De Duitse regering is bijgevolg Lufthansa te hulp gevlogen, terwijl Macron met 9 miljard EUR kwam aangereden om Peugeot en Renault te behoeden voor een ‘perte totale’.

Naast de verliezers zijn er ook winnaars …

De keerzijde van de medaille is in dit geval gelukkig positiever. Neem bijvoorbeeld de aandelen van de warenhuizen. De bevolking sloeg in maart massaal aan het hamsteren, als ware het een nationale sport. De supermarkten bleven draaien op volle kracht, terwijl de rest van onze economie grotendeels op slot ging.

Terwijl dat laatste nefast was voor heel wat bedrijven, ondervonden onze supermarkten daar nauwelijks last van. Zij kwamen dus als winnaars uit deze periode en dat uiteraard niet alleen in België. Wereldwijd deden de zogenaamde ‘food retailers’ het immers uitstekend in verhouding tot de rest, maar de supermarkten dicht bij huis stonden toch vooraan in het peloton. Zo noteert het aandeel van Koninklijke Ahold Delhaize eind mei zonder verlies sinds begin van het jaar, terwijl Colruyt zelfs op +15% staat!

Maar dé grote winnaar van deze periode is zonder twijfel de technologiesector, en dan vooral de Amerikaanse, geïllustreerd door de zogenaamde ‘FAANG’-aandelen: Facebook, Apple, Amazon, Netflix en Google (eigenlijk Alphabet). Dat acroniem is geen nieuw verschijnsel en domineert eigenlijk al veel langer de Amerikaanse beurs. 2020 is wat dat betreft niet anders.

De lockdown heeft de bedrijfsmodellen van de meeste van die spelers niet bepaald onder druk gezet, integendeel, sommigen hebben zelfs als het ware een turbo-injectie gekregen. Of wat dacht u van Tesla, dat zijn beurskoers verdubbelde sinds begin dit jaar? En verbaast het u dat het winnende aandeel met kop en schouders Zoom (Video Communications) is, nu we wereldwijd collectief aan het telewerken zijn en videocalls de norm zijn geworden? De stijging van dit aandeel sinds begin dit jaar is ronduit indrukwekkend: +140%!

Geen wonder dus dat de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq (op datum van 31/05) er dan ook in geslaagd is om – als enige – een positieve return neer te zetten: +8% sinds begin dit jaar, wat bijna 20% beter is dan de Dow Jones Index en nog veel beter dan quasi alle Europese aandelenindices.

Diversificatie als sleutel tot succes

Bij Nagelmackers besteden we binnen het beheer van onze fondsen veel aandacht aan risicospreiding, ook wel ‘diversificatie’ genoemd. Dat betekent dat we nooit al onze eieren in dezelfde mand leggen. Concreet, binnen de context van de sectoren, gaan we dus nooit al onze pijlen richten op slechts enkele sectoren. We zijn dus wel degelijk blootgesteld aan enkele van de hierboven vermelde ‘verliezers’, net zoals we blootgesteld zijn aan tal van eerder genoemde ‘winnaars’. Maar afhankelijk van het fonds, en bij uitbreiding de stijl van het fonds, worden er telkens andere accenten gelegd met een voorkeur voor bepaalde sectoren.

Zo zijn er binnen onze fondsen met focus op kleine bedrijven (‘small caps’) weinig banken of energiebedrijven te vinden, daar waar banken bijvoorbeeld wel meer aanwezig zijn binnen onze fondsen met een zogenaamde ‘Value aanpak’ (waar wordt gezocht naar bedrijven die achtergebleven en dus goedkoper zijn). Binnen onze fondsen met een duurzame aanpak ligt de nadruk dan weer veel duidelijker op sectoren met een beperkte ecologische impact: de IT-sector en gezondheidssector.

Kortom: al onze fondsen hebben een eigen stijl, met een duidelijke focus en voorkeur. Het principe van de risicodiversificatie wordt daarbij nooit verloochend. Lees ook ons vorige artikel over de tactische verschuivingen in onze fondsen de afgelopen maanden voor meer informatie over onze langetermijnaanpak.