Navbar logo new
Macroscoop: Reus op lemen voeten
Calendar07 Sep 2020
Thema: Macro

Door Enguerrand Artaz, Fund Manager La Financière de l'Echiquier.

De Nasdaq koerste in een euforische maand augustus 10% hoger en ging ook begin september nog door op dat elan, maar viel eind vorige week bruusk terug – op twee dagen gaf de index ruim 9% prijs. De technologiereuzen lagen onder vuur en sleepten alle markten, eerst in de VS en nadien wereldwijd, mee in hun val. Toch geven de voornaamste economische indicatoren geen enkele aanleiding voor die achteruitgang.

Donderdag begonnen de Europese markten zelfs met een forse stijging doordat Frankrijk een herstelplan van 100 miljard euro aankondigde. De onrust werd evenmin veroorzaakt door de inkoopmanagersindices voor de dienstensector – de eerste ramingen werden naar boven bijgesteld, met name in Duitsland. In de Verenigde Staten lag het wekelijkse aantal nieuwe werklozen veel lager dan verwacht. Dat temperde de invloed van de zwakke banencijfers uit het ADP-rapport van de dag daarvoor. Uit de gegevens over de Amerikaanse arbeidsmarkt van het Bureau of Labor Statistics bleek bovendien dat de werkloosheid sterk was afgenomen.

Om een begin van een verklaring te vinden, moeten we onze blik dus verleggen van het macro- naar het microniveau. In het bijzonder naar Ciena Corp. Die Amerikaanse glasvezelnetwerkspecialist sloeg bij de publicatie van zijn resultaten donderdag een vrij pessimistische toon aan en liet weten dat het dalende ordervolume door de pandemie verschillende kwartalen op de omzet zou wegen.

Die prognose verraste beleggers en stuurde het aandeel ondanks de sterke kwartaalresultaten 25% lager. Maar waarom slaat een vonk van een bedrijf met een beurskapitalisatie van 'slechts' 7 miljard dollar en een omzet van 3,5 miljard dollar over naar de mondiale technologiereuzen?

Ze zijn aan elkaar gelinkt als leverancier en klant (de GAFAM maken 25% van de omzet van Ciena uit) en het hoofd Investor Relations van het bedrijf merkte terloops op dat die vertraging in de omzet ook zichtbaar zal worden in de cijfers van hun concurrenten, leveranciers en ... klanten. Daarmee zette hij al wie dacht dat de crisis bepaalde sectoren ongemoeid zou laten, opnieuw met beide voeten op de grond.

De omvang van de reactie op dat nieuws kan verbazing wekken. Ze moet dan ook gezien worden in het licht van de buitensporige concentratie in enkele grote bedrijven van de technologiesector, die alleen maar toeneemt. Als we de GAFAM uit de index halen, noteert de S&P 500 – in dit geval dus de S&P 495 – 2% lager dan begin dit jaar, terwijl de vijf reuzen samen in diezelfde periode 45% winst boekten.

Die kloof is in augustus verder gegroeid – de GAFAM koersten 13,5% hoger, de S&P 495 slechts 5%. Het is ook van belang erop te wijzen dat de afgelopen weken bijna een kwart van het verhandelde volume op de Amerikaanse markten afkomstig was van particuliere beleggers, die de toch al overkochte aandelen zijn blijven kopen. Zij zijn van nature vatbaarder voor verontrustende berichten, die handelsplatformen snel naar een breed publiek brengen en beursgoeroes ijverig delen op sociale media. Wanneer andere partijen weinig volume genereren, kunnen ze belangrijke koersbewegingen veroorzaken, die vervolgens door algoritmes worden versterkt.

Er is dus een technische verklaring voor de terugval, maar het positieve nieuws is dat de beleggers behoorlijk zijn wakker geschud. Dat de technologiesector een structurele winnaar van de crisis is, staat buiten kijf. De kans is ook groot dat we aan het begin van ingrijpende veranderingen in onze manier van leven staan, die de digitalisering nog verder zullen versnellen.

Dat neemt echter niet weg dat het op de beurs nooit goed nieuws is wanneer alle kooporders naar een te kleine groep aandelen gaan. Die concentratie maakt dat segment van de markt namelijk bijzonder gevoelig voor het minste geringste negatieve nieuws en leidt tot overtrokken reacties.

Nu duidelijk begint te worden hoe de verschillende overheden hun herstelplannen concreet invullen, vooral met omvangrijke investeringen in energie, bouw en transport, is het wellicht tijd dat beleggers hun oude liefdes wat objectiever bekijken en opnieuw oog krijgen voor bedrijfsmodellen die uit de gratie zijn gevallen.