Navbar logo new
PGIM Fixed Income: Kentering van het Chinese beleid duidt op een volledige inzet op groei
Calendar18 Feb 2023
Thema: Fixed Income
Fondshuis: PGIM

“Wij voorzien een economische groei van 5,7% voor China in 2023. Dit is aanzienlijk hoger dan de consensus. De markten moeten echter niet denken dat een hogere groei in China zal zorgen voor minder zware recessies elders”, zegt Gerwin Bell, Lead Economist Asia bij PGIM Fixed Income.

“Onze visie is vooral gebaseerd op politieke ontwikkelingen. Het 20e nationale congres van de Chinese Communistische Partij, dat medio oktober plaatsvond, zorgde voor zwaarwegende wijzigingen in de Chinese aanpak van zowel de economie als binnenlandse aangelegenheden. Dit heeft geresulteerd in een aanzienlijke kentering van de belangrijkste beleidsspeerpunten. De belangrijkste ommezwaai is het afscheid van het Chinese zero-covidbeleid. Dit beleid had de afgelopen drie jaar gezorgd voor herhaaldelijke grootschalige lockdowns in het hele land.

Economisch belangrijker waren het beëindigen van het strenge beleid ten aanzien van de vastgoedmarkt, waarmee de draconische maatregelen die de Chinese vastgoedmarkt in een vrije val brachten worden afgeschaft, en de beëindiging van de hardhandige aanpak van technologiebedrijven. Daarnaast moet nog worden bekeken of de fiscale steunmaatregelen voor de automobielsector en de infrastructuur in 2023 worden gehandhaafd.

Wij denken dat de politieke versoepelingen en steunmaatregelen zullen worden gehandhaafd, en zelfs uitgebreid, omdat er weinig keuze is.

Afgelopen jaar werden de langdurige structurele problemen waarvoor China staat duidelijk. De bevolking neemt voor het eerst in 60 jaar af en het nationale geboortecijfer bereikte een dieptepunt. India zal China volgend jaar inhalen als het land met de grootste bevolking.

Met deze beleidskentering geeft de regering in feite stilzwijgend toe dat de beleidslijnen uit het verleden te veel ten koste van de groeiambities van China zijn gegaan, gezien deze uitdagende omstandigheden. Maar het loslaten van deze beleidslijnen alleen is niet genoeg om de groei te stimuleren, vooral nu de verwachting is dat de wereldwijde handel gaat afnemen, waardoor de extra groeistimulans die de export biedt verdwijnt:

- Het beëindigen van corona gerelateerde lockdowns zal zeker zorgen voor meer consumptie. Het consumptiegedeelte van het bbp in China is echter lager dan in de meeste landen, dus een procentuele stijging van de huishoudelijke consumptie heeft relatief minder impact. Zo zal een reële stijging van de consumptie van 6% zorgen voor een stijging van het bbp van slechts zo'n 2,25 procentpunt.
- Ook de daling van nieuwbouw was in China afgelopen jaar zo groot - in het geval van de woningmarkt zelfs bijna 30% - dat het voor de sector zelfs met de nieuwe beleidsmaatregelen moeilijk zal worden om dusdanig te herstellen dat er op jaarbasis daadwerkelijk groei wordt gerealiseerd. Het zal wat tijd nodig hebben voordat de afbouw van de regelgeving in de technologiesector beleggers zal weten te overtuigen, omdat zij nog steeds nerveus zijn door eerdere interventies. Ook de wereldwijde versnelling van de technologiestrijd zal zorgen voor meer concurrentie en druk voor Chinese techbedrijven die afhankelijk zijn van buitenlandse klanten.
- De steunmaatregelen voor de infrastructuur krijgen mogelijk last van krappe lokale overheidsbudgetten, en het verlies van de steunmaatregelen voor de automobielsector zal leiden tot negatieve berichtgeving, waardoor mogelijk andere maatregelen nodig zullen zijn om de huishoudelijke bestedingen te stimuleren. Met al deze tegenslagen heeft de regering weinig keuze dan op meerdere fronten tegelijk een omvangrijke versoepeling van het beleid door te voeren. Als de regering besluit de uitgaven en het soepelere beleid voort te zetten, zoals we verwachten, dan voorzien wij een groei van zo'n 5,7%.

Lagere schattingen van de Chinese groei lijken te zijn gebaseerd op minder optimistische verwachtingen over de overheidsinspanningen om de daling in de vastgoedmarkt te keren. Het grootste risico voor onze vooruitblik is dat deze steunmaatregelen voor infrastructuur, de woningmarkt en de huishoudelijke uitgaven niet gaan plaatsvinden, of in veel mindere mate.

Andere risico's betreffen een grotere wereldwijde recessie dan verwacht en mogelijk nieuwe handelsoorlogen of daadwerkelijke oorlogen. Beleggers zullen beleidsaankondigingen en -aanpassingen die in maart worden gedaan na de “Two Sessions” - de belangrijkste Chinese politieke bijeenkomst van het jaar - dan ook nauwlettend in de gaten houden.

Ook als wij het bij het rechte eind hebben, zal de nominale groei van het bbp niet spectaculair zijn, en de wereldwijde hoop op een door China aangevoerd herstel lijkt ons dan ook niet realistisch. De markten waarderen op basis van nominale variabelen, en de groei van China zal hierbij tekortschieten, gezien de lage onderliggende inflatie en de daling in prijzen van kapitaalgoederen en export. We voorzien ook niet direct een wereldwijde reflatie, aangezien China over een bovenmatige capaciteit beschikt en de steunmaatregelen naar verwachting meer gericht zullen zijn op consumptieve bestedingen dan op investeringen.”