Navbar logo new
Pictet Asset Management - Barometer - Mei 2023: Slimme keuzes buiten opkomende markten
Calendar14 May 2023
Fondshuis: Pictet

Slimme keuzes buiten opkomende markten.

Pictet Asset Management Strategy Unit.

Wij blijven vertrouwen in de vooruitzichten voor aandelen en obligaties uit opkomende markten, maar delen niet hetzelfde enthousiasme voor aandelen uit ontwikkelde markten.

Terwijl de lente is begonnen op het noordelijk halfrond, lijkt ook het economisch herstel op gang te komen. Dat gebeurt na maanden van hardnekkige inflatie en onrust in de bankensector. Helaas is het nog niet voldoende om ons te overtuigen de voorzichtige houding die we sinds eind vorig jaar aanhouden te laten varen. De economische vooruitzichten blijven zeer onzeker, met name in de ontwikkelde wereld, vooral als gevolg van de voortdurende inflatie.

Bovendien worden de verwachtingen voor de bedrijfswinsten neerwaarts bijgesteld, zoals wij hadden voorspeld. Wij blijven uitgaan van een vlakke groei van de winst per aandeel voor 2023 in de ontwikkelde markten, wat nu grotendeels in overeenstemming is met de consensus, maar wij vinden de verwachtingen voor de komende jaren nog steeds te hoog. Daarom blijven wij onderwogen in aandelen van ontwikkelde markten en verhogen we onze positie in wereldwijde obligaties naar overwogen.

Onze wereldwijde conjunctuurindicatoren staan nog altijd stevig in neutraal terrein; ze zullen niet snel positief worden.

Wij geloven nog steeds dat de VS een recessie kan vermijden, maar de groeivooruitzichten voor de middellange termijn zijn niet bijzonder gunstig. Het bbp groeide in het eerste kwartaal met slechts 1,1 procent op jaarbasis– ongeveer de helft van het tempo dat economen hadden verwacht.

Er zijn enkele positieve tekenen: Onze Amerikaanse toonaangevende indicator was voor het eerst in bijna een jaar positief geworden, terwijl de huizenmarkt, die doorgaans de economische cyclus aanvoert, is opgeveerd van het laagste peil in tien jaar. Wij menen echter dat een definitieve positieve verschuiving nog ver weg is, gezien de vertraging in de transmissie van het verkrappende monetaire beleid, dat er langer over heeft gedaan om door te werken in de economie dan in vorige cycli. De consumptiegroei en de niet-residentiële investeringen zullen ongetwijfeld vertragen, terwijl de kerninflatie hardnekkig hoog blijft.

Onze indicatoren voor Europa zijn al even somber; volgens ons ligt de regio in de cyclus enkele maanden achter op de VS. De recente renteverhogingen zullen pas over enkele maanden voelbaar worden in de economische activiteit, hoewel een stevige binnenlandse vraag als buffer zou moeten fungeren.

Voor opkomende markten is het beeld rooskleuriger. Uit de bbp-cijfers voor het eerste kwartaal blijkt dat de Chinese groei weer in de buurt van het potentieel komt, dankzij een opleving van de particuliere vraag, vooral in de dienstensector. Wij verwachten dat het overschot aan spaargelden – ongeveer 5 biljoen RMB – in de komende twee jaar zal worden opgenomen, wat een aanzienlijke stimulans voor de consumptie zal zijn. Ook de vastgoedmarkten zien er gezonder uit. De bouwsector heeft zich hersteld van het dieptepunt van september, de vloeroppervlakte neemt toe en de hypotheekrente is met 150 basispunten gedaald sinds de piek. De handelsbalans van China is ook aanzienlijk verbeterd, vooral als gevolg van de handel met de ASEAN-economieën. Uit onze analyse blijkt dat de export nu 63 procent boven het niveau van voor de crisis ligt, vooral dankzij de verscheping van elektrische voertuigen.

Onze liquiditeitsindicatoren zijn positief voor activa uit opkomende markten, maar bevatten rode vlaggen voor aandelen uit ontwikkelde markten. De Chinese centrale bank blijft versoepelen, wat de geld- en kredietstroom naar de economie stimuleert en zo gunstige voorwaarden schept voor risicovollere activa.

Anderzijds beginnen de renteverhogingen van de Amerikaanse en Europese centrale banken nu zwaar te wegen op de kosten en de beschikbaarheid van kredieten, waardoor de liquiditeit sterk afneemt. Nu een verdere verstrakking waarschijnlijk is, kunnen de omstandigheden verslechteren. De particuliere liquiditeit – die van banken en andere particuliere kredietverstrekkers – verzwakte al voor de bankfaillissementen van maart in de VS en Europa en is nu verder verslechterd. De druk op de nettorentemarges, de strengere kredietvoorwaarden en de waarschijnlijke invoering van strengere regelgevende maatregelen verminderen de kredietbereidheid van banken (zie Afb. 2). De kredietverlening door banken in de eurozone is tot stilstand gekomen, terwijl ze in de VS is vertraagd tot slechts 1,5 procent van het bbp, in vergelijking met een gemiddelde van 4 procent in beide regio's in 2022.